Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
,
1.Verloop van de procedure
2.De beoordeling
NAf 450,=
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. R.C. Luttikhuizen, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die in persoon procedeerde. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 20 april 2022 werd ingediend. Tijdens de procedure heeft eiser via e-mail op 10 mei 2022 aangegeven dat gedaagde naar de notaris was gegaan en dat de behandeling van de zaak geen doorgang hoefde te vinden, maar dat er wel een verzoek tot proceskostenveroordeling werd ingediend. Gedaagde heeft zich niet uitgelaten over dit verzoek, ondanks dat hij daartoe in de gelegenheid was gesteld. De zitting die op 11 mei 2022 gepland was, heeft geen doorgang gevonden, waarna het vonnis op 13 mei 2022 is bepaald.
De zaak betreft een rechtsgeschil waarin gedaagde op 8 februari 2017 conservatoir beslag heeft gelegd op een perceel grond dat op naam van eiser staat. Dit perceel is gelegen in het derde district van Curaçao. In een eerdere procedure, die resulteerde in een eindvonnis op 22 juni 2020, zijn partijen veroordeeld tot betaling van bepaalde bedragen, wat leidde tot een schuld van eiser aan gedaagde van NAf 2.239,55, dat eiser op 3 juli 2020 heeft voldaan. Het conservatoir beslag is pas opgeheven na het indienen van de onderhavige zaak.
In de beslissing heeft het Gerecht geoordeeld dat gedaagde, door vóór de dienende dag aan de eis van eiser te voldoen, in de kosten van de procedure moet worden veroordeeld. De kosten zijn begroot op NAf 1.282,47, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar op 13 mei 2022 door mr. U.I.D. Luydens, rechter, in aanwezigheid van de griffier.