ECLI:NL:OGEAC:2022:128

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
16 mei 2022
Publicatiedatum
23 mei 2022
Zaaknummer
CUR202201780
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • U.I.D. Luydens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor vakantie met minderjarigen

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, vordert eiser, die in persoon procedeert, vervangende toestemming om met zijn minderjarige kinderen naar Nederland te reizen. Eiser en gedaagde zijn gehuwd, maar wonen al geruime tijd apart. Ze zijn de ouders van een tweeling, geboren in 2013, en oefenen gezamenlijk het gezag uit. Eiser heeft op 10 mei 2022 drie vliegtickets gekocht voor hem en de kinderen om op 18 mei 2022 naar Nederland te reizen voor de bruiloft van zijn zus, die op 20 mei 2022 plaatsvindt. Gedaagde heeft echter de gevraagde toestemming geweigerd, wat heeft geleid tot deze procedure.

De procedure begon met een inleidend verzoekschrift dat op 1 mei 2022 werd ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 13 mei 2022, waarbij beide partijen aanwezig waren. Eiser stelt dat de school van de kinderen toestemming heeft gegeven voor verlof op 19 en 20 mei 2022, en dat het in het belang van de kinderen is om de bruiloft bij te wonen. Gedaagde daarentegen betoogt dat de kinderen al eerder schooldagen hebben gemist en dat de geplande reis in haar zorgweek valt, waarin zij een operatie ondergaat.

Het Gerecht overweegt dat het belangrijk is voor de kinderen om contact te houden met familie en dat het bijwonen van de bruiloft een belangrijke gebeurtenis is. De school heeft vrijstelling verleend voor de gemiste lessen, en het Gerecht is van mening dat het belang van de kinderen niet geschaad zal worden door de korte vakantie. De bezwaren van gedaagde worden als onvoldoende zwaarwegend beschouwd, en het Gerecht verleent de gevraagde vervangende toestemming. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 16 mei 2022.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

VONNIS IN KORT GEDING
In de zaak van:
[eiser]
,
wonende in Curaçao,
eiser,
procederend in persoon,
--tegen--
[gedaagde]
,
wonende in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.J. Eisden.

1.Het verloop van de procedure

Dat blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met producties, op 1 mei 2022 ter griffie ingediend;
- de mondelinge behandeling die plaatsvond op 13 mei 2022 alwaar verschenen zijn, eiser in persoon en gedaagde (bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd) die mede aan de hand van een pleitnota het woord heeft gevoerd.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

Eiser en gedaagde zijn gehuwd doch wonen al geruime tijd (ruim 2 jaar) apart. Zij zijn de ouders van de tweeling [kind 1] en [kind 2], geboren op [geboorte datum] 2013. De ouders oefenen gezamenlijk het gezag uit over voornoemde minderjarigen.
2.2.
Op 10 mei 2022 heeft eiser drie reistickets gekocht, voor hem en de minderjarigen, om op 18 mei 2022 naar Nederland te reizen om de bruiloft van de zus van eiser\tante van de minderjarigen, die op 20 mei 2022 plaatsvindt, bij te wonen. Eiser en de minderjarigen vliegen op 22 mei 2022 terug naar Curaçao.
2.3.
Op 9 mei 2022 heeft de directeur van de school van de minderjarigen toestemming verleend aan de minderjarigen voor verlof in de periode van 19 en 20 mei 2022 om reden van familie omstandigheden.
2.4.
Eiser heeft gedaagde mondeling toestemming gevraagd om met de minderjarigen naar Nederland af te reizen.
Gedaagde heeft de door eiser verzochte toestemming geweigerd.

3.Het geschil

Eiser vordert toestemming van het gerecht om alsnog met de minderjarigen naar Nederland te reizen in de periode van 18 tot (het gerecht leest: tot en met ) 22 mei 2022. Met veroordeling van gedaagde in de kosten van de onderhavige procedure.
3.2.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 1:251 lid 1 BW oefenen de ouders gedurende hun huwelijk het gezag over de minderjarigen gezamenlijk uit. Om die reden dient gedaagde thans toestemming te verlenen aan eiser om met de minderjarigen Curaçao te mogen verlaten.
4.2.
Het verzoek van eiser is gebaseerd op artikel 1:253a lid 1 BW welk bepaalt dat in geval van gezamenlijke uitoefening van het gezag, geschillen hieromtrent aan de rechter in eerste aanleg kunnen worden voorgelegd. De rechter neemt een zodanige beslissing als hem of haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt.
Gedaagde stelt dat zij reeds toestemming heeft verleend voor de viering van de bruiloft in Kenia (in augustus 2022) en dat zij pas op 24 april 2022 op de hoogte is gesteld dat eiser ook de bedoeling had om met de minderjarigen de huwelijkssluiting bij te wonen. Hierdoor (en door de reeds eerder plaatsgevonden (vakantie)reizen in oktober 2021 en februari 2022) missen de minderjarigen steeds weer schooldagen. Daarnaast missen zij een geplande toets (op 19 mei 2022), hockeyles, voetballes en een leesles. Dit acht zij niet in het belang van de minderjarigen. Daarnaast stelt zij dat de geplande reis valt in haar zorgweek en dat zij het van belang acht dat de minderjarigen, nu zij in die week een operatie ondergaat, dan bij haar zijn.
4.4.
Het gerecht overweegt als volgt. Met gedaagde is het gerecht van oordeel dat het belangrijk is voor de minderjarigen om goed contact te houden met de niet in Curaçao wonende familieleden van eiser. Het bijwonen van bijzondere familie aangelegenheden, zoals een huwelijkssluiting en een daarop volgende viering, is daarvan onderdeel.
4.5.
Door de school is vrijstelling verleend aan de minderjarigen van het volgen van schoollessen op 19 en 20 mei 2022. Zoals partijen ter zitting is voorgehouden, beschouwt het gerecht de school als deskundige op het gebied van onderwijs die vanuit die positie kan beoordelen of het verantwoord is dat een kind schoollessen mist. De school heeft dit, ondanks de eerder verleende vrijstelling(en), toelaatbaar geacht. Het gerecht is van oordeel dat het belang van de minderjarigen met de geplande vakantie, die van betrekkelijk korte duur is, niet zal worden geschaad.
4.6.
Het belang van gedaagde om de minderjarigen bij zich te hebben in de week waarin zij een operatie ondergaat en het missen van de geplande toets leveren onvoldoende zwaarwegende bezwaren op om de gevraagde toestemming te onthouden. Het gerecht zal de door eiser verzochte vervangende toestemming dan ook verlenen.
4.7.
Het gerecht geeft partijen in overweging in gesprek te treden over de wijze waarop de door gedaagde gemiste zorgdagen kunnen worden gecompenseerd.
4.8.
De proceskosten zullen, vanwege het familierechtelijke karakter van de procedure, worden gecompenseerd zodat iedere partij de eigen kosten zal dragen.

5.De beslissing

Het Gerecht:

Rechtdoende in kort geding:
verleent eiser vervangende toestemming om met de minderjarigen:
[kind 1] en [kind 2], beiden geboren op [geboorte datum] 2013 te Curaçao,
naar Nederland af te reizen in de periode van 18 mei 2022 tot en met 22 mei 2022;
5.2.
compenseert de proceskosten, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis in kort geding is gewezen door mr. U.I.D. Luydens, rechter, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2022.