Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
,
,
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, vordert eiser, die in persoon procedeert, vervangende toestemming om met zijn minderjarige kinderen naar Nederland te reizen. Eiser en gedaagde zijn gehuwd, maar wonen al geruime tijd apart. Ze zijn de ouders van een tweeling, geboren in 2013, en oefenen gezamenlijk het gezag uit. Eiser heeft op 10 mei 2022 drie vliegtickets gekocht voor hem en de kinderen om op 18 mei 2022 naar Nederland te reizen voor de bruiloft van zijn zus, die op 20 mei 2022 plaatsvindt. Gedaagde heeft echter de gevraagde toestemming geweigerd, wat heeft geleid tot deze procedure.
De procedure begon met een inleidend verzoekschrift dat op 1 mei 2022 werd ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 13 mei 2022, waarbij beide partijen aanwezig waren. Eiser stelt dat de school van de kinderen toestemming heeft gegeven voor verlof op 19 en 20 mei 2022, en dat het in het belang van de kinderen is om de bruiloft bij te wonen. Gedaagde daarentegen betoogt dat de kinderen al eerder schooldagen hebben gemist en dat de geplande reis in haar zorgweek valt, waarin zij een operatie ondergaat.
Het Gerecht overweegt dat het belangrijk is voor de kinderen om contact te houden met familie en dat het bijwonen van de bruiloft een belangrijke gebeurtenis is. De school heeft vrijstelling verleend voor de gemiste lessen, en het Gerecht is van mening dat het belang van de kinderen niet geschaad zal worden door de korte vakantie. De bezwaren van gedaagde worden als onvoldoende zwaarwegend beschouwd, en het Gerecht verleent de gevraagde vervangende toestemming. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 16 mei 2022.