Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.Het procesverloop
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil
3.De beoordeling
NAf 2.500,00 +
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, betreft het een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. G.C.A. Scheperboer-Parris, en gedaagde, vertegenwoordigd door mr. H.M.M. Alejandra, over een koopovereenkomst. De eiseres had een kapsalon en verkocht de inventaris aan de gedaagde met een betalingsregeling. De gedaagde heeft echter niet aan haar betalingsverplichtingen voldaan en beroept zich op onvoorziene omstandigheden, namelijk de coronamaatregelen die haar zouden hebben verhinderd om voldoende inkomsten te genereren.
De eiseres vordert betaling van de nog openstaande koopprijs van NAf 24.500, alsook wanprestatieboetes en buitengerechtelijke incassokosten. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De gedaagde's beroep op onvoorziene omstandigheden werd door het Gerecht afgewezen, omdat de gedaagde niet heeft aangetoond dat de coronamaatregelen haar betalingsverplichtingen onredelijk maakten. Het Gerecht oordeelt dat de gedaagde de risico's van haar onderneming zelf moet dragen en dat de gevolgen van de coronamaatregelen niet als onvoorziene omstandigheden kunnen worden aangemerkt.
Het Gerecht heeft de vordering van de eiseres toegewezen, inclusief de gevorderde boetes en wettelijke rente, maar heeft de buitengerechtelijke incassokosten gematigd. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 16 mei 2022.