ECLI:NL:OGEAC:2022:132

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
10 mei 2022
Publicatiedatum
23 mei 2022
Zaaknummer
CUR202201511
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • U.I.D. Luydens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verwijdering van bouwstrook en aanpassing van toegangspoort tussen buren

In deze zaak, die zich afspeelt in Curaçao, heeft eiseres op 14 april 2022 een verzoekschrift ingediend in een kort geding tegen gedaagde, haar (toekomstige) buurman. De mondelinge behandeling vond plaats op 26 april 2022, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Eiseres vorderde onder andere de verwijdering van een extra bouwstrook die gedaagde aan zijn perceel toevoegde, omdat dit haar uitzicht op de Tafelberg zou belemmeren. Gedaagde voerde verweer en stelde dat de vorderingen van eiseres ongegrond waren en dat hij recht had op de bouwwerkzaamheden die hij uitvoerde.

De rechter oordeelde dat eiseres onvoldoende spoedeisend belang had bij haar vorderingen. Het gerecht stelde vast dat de bouwwerkzaamheden van gedaagde al in gang waren gezet en dat het toewijzen van de vorderingen van eiseres zou leiden tot een onomkeerbare situatie. De rechter wees erop dat eiseres een bodemprocedure kon starten om haar belangen te beschermen, maar dat het niet gerechtvaardigd was om in kort geding al onomkeerbare maatregelen te treffen.

In reconventie vorderde gedaagde aanpassingen aan de woning van eiseres en de toegangspoort, maar ook deze vorderingen werden afgewezen. Het gerecht besloot dat beide partijen in het ongelijk waren gesteld en compenseerde de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 10 mei 2022 door rechter U.I.D. Luydens.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

VONNIS IN KORT GEDING
In de zaak van:
[EISERES],
wonende in Curaçao,
eiseres,
procederend in persoon,
--tegen--
[GEDAAGDE],
wonende in Nederland,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.K.E. Henriquez.

1.Het verloop van de procedure

Eiseres heeft op 14 april 2022 een verzoekschrift met producties ingediend. Vervolgens heeft op 26 april 2022 de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij eiseres in persoon en de gemachtigde van gedaagde zijn verschenen en het woord hebben gevoerd aan de hand van overgelegde pleitnotities. Van te voren heeft gedaagde producties en een eis in reconventie ingediend.
Eiseres heeft ter zitting een eiswijziging ingediend, waartegen gedaagde bezwaar heeft gemaakt. Ter zitting heeft het gerecht beslist dat de eiswijziging als zijnde tardief, en dus in strijd met de goede procesorde, buiten beschouwing wordt gelaten.
1.3.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

Partijen zijn elkaars (toekomstige) buren. Zij zijn ieder eigenaar van een perceel grond in de wijk [wijk]. De percelen zijn door ieder van partijen verkregen door een koopovereenkomst (gevolgd door een leveringsakte). In de akte van levering is een aantal bijzondere verplichtingen opgenomen. Onder meer is daarin opgenomen dat de kavels uitsluitend voor woondoeleinden bestemd zijn, dat per kavel slechts een eengezinshuis met een bijbehorende niet voor bewonings- of bedrijfsdoeleindenn bestemd bijgebouw gebouwd kan worden. Als bijzondere verplichting is opgenomen dat geen optrekkingen mogen worden gebouwd die het uitzicht van de percelen op Tafelberg belemmeren.
2.2.
Gedaagde is bezig met bouwwerkzaamheden op zijn perceel bestaande uit het uitzetten van een extra strook fundering aan de voorkant van het perceel. De vader van gedaagde is aannemer en hij houdt zich bezig met de bouwwerkzaamheden.
2.3.
Op 23 en 24 maart 2022 heeft eiseres whatsap berichten verstuurd naar de vader van gedaagde ter zake de bouw(werkzaamheden) en haar vermoeden\vrees dat appartementen worden gebouwd.
2.4.
Op 29 maart 2022 heeft eiseres een zgn. LOB verzoek ingediend bij het Ministerie van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Ordening met het verzoek om kopieën van dan wel inzage in de aan gedaagde verstrekte bouwvergunning en de daaraan verbonden bouwtekening met betrekking tot het perceel van gedaagde.
2.5.
Per mail van 29 maart 2022 en 11 april 22 heeft eiseres de ROP ingelicht over voornoemde bouwwerkzaamheden en haar zorgen dat er een appartementencomplex wordt gebouwd en haar uitzicht op de Tafelberg wordt ontnomen. Actie is echter uitgebleven.
2.6.
De fundering plus de extra strook is reeds gestort.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

Eiseres vordert in conventie om gedaagde, oordelend in kort geding, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad gedaagde:
1. te bevelen de extra bijgevoegde bouwstrook aan de voorkant (straatkant) van het terrein permanent te verwijderen conform de bepaling in de koopakte om het uitzicht van eiseres niet te ontnemen een en ander conform de aangegeven lijn op de foto;
2. te veroordelen in de kosten van het geding waaronder begrepen de door eiseres betaalde griffierechten en deurwaarders kosten;
3. te veroordelen tot onverkorte nakoming van de vast te stellen beschikking, een en ander op straffe van een dwangsom van NAf 1.000,= per dag of gedeelte daarvan dat gedaagde niet aan het vonnis voldoet.
3.2.
Gedaagde voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
3.3.
In reconventie vordert gedaagde:
A. eiseres te bevelen om:
1. de toegangspoort tot haar perceel zodanig te verwijderen, dan wel aan te passen, dat de toegangspoort niet meer opent op het perceel van eiser en;
2. de woning van eiseres dermate aan te passen dat daar geen twee wooneenheden meer op staan, welke aanpassingen in ieder geval bestaan uit het opheffen van de tweede electra en water meters;
B. eiseres te veroordelen tot het betalen van een dwangsom van NAf 500 per dag of dagdeel dat zij niet voldoet aan een of meer bij het in deze te geven vonnis gegeven bevelen, met een maximum van NAf 50.000 en daarbij te bepalen dat de dwangsom geldt per overtreding en per bevel;
C. eiseres te veroordelen in de kosten in conventie en in reconventie, met de bepaling dat de wettelijke rente verschuldigd zal zijn over de kostenveroordelingen, indien eiseres deze niet binnen twee weken na het in deze te wijzen vonnis vrijwillig heeft betaald.
3.4.
Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
spoedeisend belang
Eiseres stelt een spoedeisend belang te hebben bij de door haar gevraagde voorzieningen. Samengevat, zo begrijpt het gerecht, stelt zij dat het duidelijk de bedoeling is van gedaagde om een verdiepingsgebouw bestaande uit meerdere appartementen te bouwen waardoor het uitzicht op de Tafelberg haar wordt ontnomen. De bouw vordert zich in een rap tempo en zij vreest dat als er geen rechterlijke bevel tot verwijdering komt zij voor een voldongen feit komt te staan (en dus zonder uitzicht op de Tafelberg).
Gedaagde betwist het bestaan van een voldoende spoedeisend belang. Verder wordt aangevoerd, zo vat het gerecht de stellingen van gedaagde samen, dat de toewijzing van het gevorderde bevel leidt tot een onomkeerbare toestand, te weten afbraak\sloop van de (reeds gestorte) bouwstrook, dat zich niet verhoudt met de voorlopige aard van de kort geding beslissing.
De vraag of een partij in kort geding voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening dient te worden beantwoord aan de hand van een afweging van de belangen van partijen, beoordeeld naar de toestand ten tijde van de uitspraak.
4.4.
Niet in geschil is dat eiseres met (de vader van) gedaagde heeft gesproken over haar zorgen ter zake de bouwplannen van gedaagde en zelfs ROP heeft ingelicht over haar vrees voor onrechtmatige bouwwerkzaamheden door gedaagde. Desondanks zijn de bouwwerkzaamheden (onbelemmerd) door gegaan. Onder deze omstandigheden begrijpt het gerecht niet waarom in dit kort geding niet is gevraagd om een bouwstop in plaats van een bevel tot verwijdering. Toewijzing van dit bevel, waartegen de nodige materiële verweren worden gevoerd, leidt inderdaad tot een onomkeerbare situatie. Het is duidelijk dat dit tot grote schade van gedaagde leidt die, na een eventueel andersluidende beslissing in hoger beroep of in de bodemprocedure, door eiseres zou moeten worden vergoed. Dat voert in kort geding veel te ver.
4.5.
Zwaarwegende belangen aan de kant van eiseres zijn niet gebleken. Er staat niets aan in de weg dat eiseres een bodemprocedure tegen gedaagde begint om daarmee te bereiken dat gedaagde de bouwstrook (en alles wat daarna daarop is gebouwd) wegens strijd met de in 2.1. bedoelde bijzondere verplichtingen afbreekt. Hetgeen eiseres hierover naar voren heeft gebracht rechtvaardigt niet dat die bodemprocedure niet wordt afgewacht en feitelijk onomkeerbare maatregelen worden getroffen.
4.6.
Daarnaast is het nog maar de vraag of de bodemrechter de vordering van eiseres zal toewijzen. In ieder geval zijn de tussen partijen in geschil zijnde punten inhoudelijk te gecompliceerd voor beoordeling in kort geding, in die zin dat in kort geding (zonder verdere bewijslevering) niet kan worden vastgesteld of gedaagde een appartementencomplex aan het bouwen is en of het uiteindelijke gebouw het uitzicht van eiseres op de Tafelberg zal ontnemen.
4.7.
Dit betekent dat de vorderingen van eiseres worden afgewezen.
en in reconventie
4.8.
spoedeisend belang
Gedaagde stelt een spoedeisend belang te hebben bij de door hem gevraagde voorzieningen die strekken tot de naleving van de persoonlijke verplichting door eiseres (aanpassing van de woning van eiseres zodat daar geen twee wooneenheden meer op staan met opheffing van de tweede elektra en water meters) en het wegnemen van een onrechtmatige situatie (aanpassing van de poort van eiseres zodat die niet meer opent op het perceel van gedaagde).
4.9.
Gedaagde heeft in dit verband (slechts) gesteld dat aan de onrechtmatige situatie een einde moet worden gemaakt (punt 19 van de pleitnota) en dat sprake is van hinder omdat door de poort de bouwcontainer van gedaagde op een andere plek op het perceel van gedaagde is geplaatst wat het in en uitlaten van bouwmaterialen lastiger maakt. Naar het oordeel van het gerecht heeft gedaagde daarmee zijn belang onvoldoende geconcretiseerd tegenover het evidente belang van eiseres bij weigering van de voorziening.
4.10.
De vorderingen in reconventie worden derhalve afgewezen.
4.11.
Dat laat overigens onverlet dat eiseres op zo kort mogelijke termijn er voor zorg dient te dragen dat de poort van eiseres niet meer opent op het perceel van gedaagde. Het gerecht geeft eiseres in overweging om binnen een redelijke termijn van drie maanden de poort te doen aanpassen.
in conventie en in reconventie
4.12.
Partijen zijn over en weer in het ongelijk gesteld. In het voorgaande
ende omstandigheid dat partijen (toekomstige) buren zijn, ziet het gerecht aanleiding om de proceskosten te compenseren.

5.De beslissing

Het Gerecht:

Rechtdoende in kort geding:
in conventie en in reconventie
wijst de vorderingen in conventie en in reconventie af;
compenseert de proceskosten.
Dit vonnis in kort geding is gewezen door mr. U.I.D. Luydens, rechter, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2022.