In deze zaak, die zich afspeelt in Curaçao, heeft eiseres op 14 april 2022 een verzoekschrift ingediend in een kort geding tegen gedaagde, haar (toekomstige) buurman. De mondelinge behandeling vond plaats op 26 april 2022, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Eiseres vorderde onder andere de verwijdering van een extra bouwstrook die gedaagde aan zijn perceel toevoegde, omdat dit haar uitzicht op de Tafelberg zou belemmeren. Gedaagde voerde verweer en stelde dat de vorderingen van eiseres ongegrond waren en dat hij recht had op de bouwwerkzaamheden die hij uitvoerde.
De rechter oordeelde dat eiseres onvoldoende spoedeisend belang had bij haar vorderingen. Het gerecht stelde vast dat de bouwwerkzaamheden van gedaagde al in gang waren gezet en dat het toewijzen van de vorderingen van eiseres zou leiden tot een onomkeerbare situatie. De rechter wees erop dat eiseres een bodemprocedure kon starten om haar belangen te beschermen, maar dat het niet gerechtvaardigd was om in kort geding al onomkeerbare maatregelen te treffen.
In reconventie vorderde gedaagde aanpassingen aan de woning van eiseres en de toegangspoort, maar ook deze vorderingen werden afgewezen. Het gerecht besloot dat beide partijen in het ongelijk waren gesteld en compenseerde de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 10 mei 2022 door rechter U.I.D. Luydens.