ECLI:NL:OGEAC:2022:140

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
19 mei 2022
Publicatiedatum
13 juni 2022
Zaaknummer
CUR202201599
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vestiging van erfpacht door Stichting Slavendorp Savonet voor eco-resort op historische locatie

In deze zaak vordert de Stichting Restauratie & Behoud Slavendorp Savonet in kort geding de vestiging van het recht van erfpacht op drie resterende ruïnes van slavenhuisjes ten behoeve van haar eco-resort. De Stichting heeft op 22 april 2022 een verzoekschrift ingediend, waarna op 12 mei 2022 de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. De Stichting heeft eerder een ministeriële beschikking ontvangen, waarbij het recht van erfpacht op een perceel te Savonet is verleend, maar door een geschil met een familie zijn niet alle slavenhuisjes in de meetbrief opgenomen. De Stichting stelt dat het Land Curaçao heeft toegezegd dat alle zestien slavenhuisjes deel uit zouden maken van het project en vordert nu dat het Land de ministeriële beschikking uitvoert en de huisjes vrij toegankelijk maakt voor restauratie.

Het Land heeft verweer gevoerd en aangegeven tijd nodig te hebben om te reageren op het bezwaar van de familie. Het gerecht heeft besloten het Land de gelegenheid te geven om op het bezwaar te reageren en heeft een termijn gesteld voor het aanleveren van een meetbrief van het perceel. De beslissing over de verdere behandeling van de zaak is aangehouden, waarbij het gerecht de partijen heeft verzocht om hun verhinderdata kenbaar te maken voor de voortzetting van de behandeling. Het vonnis is uitgesproken door rechter P.E. de Kort op 19 mei 2022.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202201599
Vonnis in kort geding d.d. 19 mei 2022
inzake
de stichting
STICHTING RESTAURATIE & BEHOUD SLAVENDORP SAVONET,
gevestigd in Curaçao,
eiseres,
vertegenwoordigd door haar voorzitter dhr. […],
--tegen--
de openbare rechtspersoon
HET LAND CURAÇAO,
zetelend in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. H.M. van Rossum.
Partijen zullen hierna de Stichting en het Land worden genoemd.

1.Verloop van de procedure

1.1.
De Stichting heeft op 22 april 2022 een verzoekschrift ingediend. De gemachtigde van het Land heeft het gerecht op voorhand haar pleitaantekeningen toegestuurd. Vervolgens heeft op 12 mei 2022 de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Namens de Stichting zijn verschenen dhr. […], voorzitter, dhr.[…], secretaris, dhr. […], penningmeester/projectarchitect en dhr. […], expert op het gebied van monumentenbehoud en monumentenherstel. Namens het Land is de gemachtigde verschenen. Tevens was ter zitting aanwezig mw. […], juriste van Uitvoeringsorgaan Domeinbeheer (hierna: UOD). Partijen hebben het woord gevoerd en vragen beantwoord.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Bij ministeriële beschikking nummer 2020/020851 van 16 juli 2020 is de Stichting voor haar project ‘Restauratie Slavendorp Savonet’ het recht van erfpacht verleend op een perceel te Savonet, bekend als het Slavendorp Savonet. Het Slavendorp Savonet bestaat uit zestien slavenhuisjes of ruïnes daarvan. De Stichting wil daar een eco-resort van maken.
2.2.
Hel Land (UOD) heeft de Stichting toegezegd dat alle zestien slavenhuisjes deel zouden gaan uitmaken van het project.
2.3.
Artikel 2 van de ministeriële beschikking van 16 juli 2022 verwijst naar het perceel zoals aangegeven op de tekening UOD, nummer 2020-40, d.d. 14 juli 2020. Vanwege een geschil met de familie […] zijn in eerste instantie slechts 15 van de 16 slavenhuisjes opgenomen in de toen opgemaakte meetbrief.
2.4.
Het eerder bij ministeriële beschikking aan de Stichting verleende optierecht zag mede op het 16de huisje.
2.5.
Bij het opmaken van een nieuwe meetbrief heeft het Kadaster in opdracht van UOD de slavenhuisjes nummers 10, 13 en 16 (Savonet 101, Savonet z.n. en Savonet z.n.) vanwege het geschil met de familie […] niet opgenomen in de meetbrief. Familie […] stelt recht te hebben op deze drie (ruïnes van) slavenhuisjes.
2.6. […]
heeft op 20 november 2020 een “
Bezwaarschrift beslissing erfgrens Eco Resort voormalige plantage Savonet”ingediend. Door het Land is daarop nog niet geantwoord.
2.7.
Bij notariële akte van 5 november 2021 is het erfpachtrecht op 13 van de 16 slavenhuisjes gevestigd.

3.Het geschil

3.1.
De Stichting vordert, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
“Terstond de ministeriële beschikking zoals uitgegeven uit te voeren met alle zestien huisjes inbegrepen en wel:
  • Binnen vijf werkdagen na het betekenen van het vonnis te bewerkstelligen dat alle zestien slavenhuisjes van het Slavendorp vrij toegankelijk zijn voor de stichting ter restauratie en nakoming van alle verdere verplichtingen voortkomende uit de ministeriële beschikking;
  • Binnen vijf werkdagen na het betekenen van het vonnis er zorg voor te dragen dat alle illegaal aangebrachte omheiningen worden weggehaald;
  • Gezien de praktische kant, binnen tien werkdagen na het betekenen van het vonnis alle zestien slavenhuisjes in één meetbrief op te nemen, wat recht doet aan de grondslag van de ministeriële beschikking, in die zin dat aan de stichting gepresenteerd wordt;
  • Elke tijdsclausule overschrijding wordt individueel beboet met NAf 1.500 per tijdframe van telkenmale 24 uur;
  • Vast te stellen dat de inhoud van de ministeriële beschikking vallende onder artikel 2 lid h sub 2 in zal gaan op de dag van ondertekening van de nieuw aan te passen notariële akte;
  • Alle verdere, huidige en toekomstige, directe en indirecte kosten voortvloeiende daaruit worden verhaald op het Land;
  • Het Land te veroordelen in de kosten van dit geding.”
3.2.
De Stichting legt aan haar vordering ten grondslag de ministeriële beschikking 2020/020851 van 16 juli 2020, waarbij haar het recht van erfpacht is verleend op het Slavendorp Savonet ter realisatie van haar project. De Stichting heeft er belang bij dat zoals haar is toegezegd alle zestien slavenhuisjes aan haar in erfpacht worden uitgegeven. Als dat gebeurt, kan zij voldoen aan haar verplichtingen voortvloeiende uit de ministeriële beschikking en eindelijk een aanvang maken met de uitvoering van haar project.
3.3.
Het Land heeft verweer gevoerd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het Land heeft ter zitting aangevoerd dat het Land op zichzelf niet afwijzend staat tegenover de aanspraak van de Stichting tot erfpachtverlening met betrekking tot de overige drie huisjes, maar dat het Land tijd nodig heeft om op het bezwaar van de familie […] te reageren.
4.2.
Zoals ter zitting besproken, zal het gerecht, alvorens verder te beslissen, het Land in de gelegenheid stellen alsnog te reageren op het bezwaar van de familie […]. In de tussentijd zal in opdracht van het Land (UOD) een meetbrief moeten worden gemaakt van het stuk perceel (rechtsonder op de foto: REST 269/2003) met de drie (ruïnes van) slavenhuisjes.
4.3.
Voor de goede orde wordt opgemerkt dat met het voorgaande nog niet wordt vooruitgelopen op de in dit kort geding te nemen beslissingen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

Het Gerecht:
rechtdoende in kort geding:
5.1.
draagt het Land uiterlijk op om uiterlijk 15 juni 2022 een meetbrief van het stuk perceel (op de foto: REST 269/2003) aan de griffier (…) en aan de Stichting (…) te doen toekomen, met bericht of door het Land inmiddels op het bezwaar als bedoeld onder 4.2 is beslist;
5.2.
verzoekt de Stichting en het Land om uiterlijk 15 juni 2022 hun verhinderdata voor de maanden juni en juli 2022 per mail aan de griffier (…) kenbaar te maken voor het plannen van de voortzetting van de behandeling;
5.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter, en op 19 mei 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
MC