Uitspraak
BALENTINA BLOKKENFABRIEK N.V.,
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak vordert eiseres, een inwoner van Curaçao, een korting van ANG 18.500,- wegens te late oplevering van haar woning door gedaagde, Balentina Blokkenfabriek N.V. De partijen zijn een aanneemovereenkomst aangegaan op 31 mei 2018, waarbij de oplevering uiterlijk op 12 april 2020 diende te geschieden. Eiseres stelt dat de oplevering pas op 22 december 2020 heeft plaatsgevonden, terwijl gedaagde aanvoert dat de oplevering eerder heeft plaatsgevonden. Eiseres heeft op 30 januari 2021 van gedaagde vernomen dat de woning gereed was, maar maakt aanspraak op de korting omdat de oplevering niet tijdig heeft plaatsgevonden. Gedaagde voert verweer en stelt dat er sprake is van overmacht door de COVID-19 pandemie en andere omstandigheden die de oplevering hebben vertraagd. Het gerecht oordeelt dat gedaagde niet kan bewijzen dat de vertraging te wijten is aan overmacht, aangezien de oplevering al vóór de lockdown had moeten plaatsvinden. De vordering van eiseres wordt in overweging genomen, maar het gerecht houdt verdere beslissingen aan voor nadere uitlating door partijen.