Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.1. Het procesverloop
2.De beoordeling
NAf 2.000,=(tarief 4, 2 punten)
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak vordert de Stichting Studiefinanciering Curaçao, eiseres, dat gedaagde, wonende in Curaçao, wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van NAf 23.654,40, vermeerderd met een samengestelde contractuele rente van 10% per jaar, te rekenen vanaf 11 februari 2022. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst van geldlening die op 10 februari 2004 is gesloten, met als doel de studie van gedaagde te bekostigen. De overeenkomst bevat bepalingen die de opeisbaarheid van de schuld na zes maanden na beëindiging van de studie regelen, evenals de renteverplichtingen.
Het procesverloop toont aan dat gedaagde in haar conclusie van antwoord geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd tegen de vordering van eiseres. Hoewel gedaagde om uitstel heeft verzocht, is dit verzoek afgewezen, omdat eiseres zich verzet tegen uitstel. Het gerecht heeft vastgesteld dat gedaagde, door geen inhoudelijk verweer te voeren, haar recht om verweer te voeren heeft verloren. De vordering van eiseres wordt door het gerecht niet ongegrond of onrechtmatig geacht, maar het gerecht komt tot een ander te wijzen bedrag van NAf 23.179,09, inclusief buitengerechtelijke incassokosten.
Gedaagde heeft verzocht om een betalingsregeling, maar het gerecht heeft aangegeven niet bevoegd te zijn om een dergelijke regeling toe te wijzen. Gedaagde wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op NAf 4.115,14. Het vonnis is uitgesproken op 23 mei 2022 door mr. U.I.D. Luydens, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en is uitvoerbaar bij voorraad.