ECLI:NL:OGEAC:2022:216

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
20 mei 2022
Publicatiedatum
27 juli 2022
Zaaknummer
CUR202102398
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • U.I.D. Luydens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van kinderalimentatie na echtscheiding met betrekking tot minderjarigen

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, is op 20 mei 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de kinderalimentatie na de echtscheiding van de man en de vrouw. De man, verzoeker, en de vrouw, verweerster, zijn beiden woonachtig in Curaçao. De man procedeerde in persoon, terwijl de vrouw werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. L.G. Daal. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 april 2022 was de man via een telefoonverbinding aanwezig, terwijl een vertegenwoordiger van de Voogdijraad ook aanwezig was.

De zaak volgde op een eerdere beschikking van 15 februari 2022, waarin de echtscheiding werd uitgesproken en de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de vrouw werd bepaald. De beslissing over de kinderalimentatie werd aangehouden om partijen in de gelegenheid te stellen hun financiële gegevens over te leggen. De man heeft een netto inkomen van NAf 2.034,- per maand, maar zijn maandelijkse lasten bedragen NAf 2.321,-, inclusief kinderalimentatie en leningen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de man een draagkracht heeft van NAf 500,- per maand voor de minderjarigen.

Op basis van deze draagkracht heeft het gerecht bepaald dat de man aan de vrouw, ingaande 1 juni 2022, een bedrag van NAf 250,- per maand per minderjarige zal betalen, wat in totaal NAf 500,- per maand bedraagt. De betalingsverplichting loopt door tot de 21-jarige leeftijd van de kinderen, en indien zij nog een opleiding volgen, tot de 25-jarige leeftijd. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitgesproken door mr. U.I.D. Luydens en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

zaaknummer: CUR202102398
Beschikking van 20 mei 2022
op het verzoek van:
[de man],
wonende in Curaçao,
verzoeker, hierna: de man,
procederend in persoon,
tegen
[de vrouw],
wonende in Curaçao,
verweerster, hierna: de vrouw,
gemachtigde: mr. L.G. Daal.

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Het verdere procesverloop blijkt uit:
  • de beschikking van 15 februari 2022 van dit gerecht;
  • de door de man op 8 maart 2022 overgelegde financiële gegevens;
  • de akte uitlating producties van 20 april 2022 zijdens de vrouw;
  • de mondelinge behandeling op 22 april 2022 waarbij de vrouw, bijgestaan door haar gemachtigde, is verschenen. De man heeft via een telefoonverbinding de zitting bijgewoond. Voorts was een vertegenwoordiger van de Voogdijraad aanwezig.
1.2.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij beschikking van 15 februari 2022 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de vrouw bepaald. Een beslissing op het verzoek een bedrag te bepalen als bijdrage van de man in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen werd aangehouden. Partijen zijn in dat kader in de gelegenheid gesteld hun financiële gegevens over te leggen.
Behoefte
2.2.
Dat de minderjarigen behoeftig zijn en een behoefte van NAf 1000,- hebben, is niet in geschil, maar nu de draagkracht van de man de beperkende factor in deze is, zal het gerecht eerst ingaan op de draagkracht van de man.
Draagkracht man
2.3.
Uit de overgelegde loonstroken (, in het bijzonder de loonstrook van december 2021: 24.418,95/12) blijkt dat de man gemiddeld een netto inkomen van NAf 2.034,- per maand heeft. Dat de man (structureel) andere inkomsten heeft is, na betwisting van de man, niet voldoende komen vast te staan. De in december 2021 niet structureel genoten inkomsten, is, zo heeft de man onweersproken gesteld, besteed aan een vakantie voor de man en de minderjarigen. Het gerecht gaat dan ook alleen uit van een netto inkomen van NAf 2.034,- per maand. De door de man opgevoerde maandelijkse lasten bedragen in totaal NAf 2.321,- (afgerond). Bij dit bedrag is inbegrepen NAf 500,- aan kinderalimentatie en NAf 700,= aan leningen. Op grond van de opgevoerde summiere maandelijkse lasten is aannemelijk dat de man niet met alle op hem drukkende lasten rekening heeft gehouden, waaronder in het bijzonder de (zorg)kosten die de man heeft als de minderjarigen bij hem verblijven. Gelet op het voorgaande becijfert het gerecht de draagkracht van de man die ten behoeve van de minderjarigen kan worden aangewend op (in totaal) NAf 500,- per maand. Het gerecht zal dan ook een bedrag aan kinderalimentatie vaststellen van NAf 250,- per maand per minderjarige.
2.4.
De betalingsverplichting van de man loopt gelet op de wettelijke bepalingen door tot de 21-jarige leeftijd van het kind, en indien het kind dan nog een opleiding of studie volgt tot de 25-jarige leeftijd van het kind.
Proceskosten
2.5.
Gelet op het familierechtelijke karakter van de zaak zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

3.De beslissing

Het gerecht:
3.1.
bepaalt dat de man aan de vrouw, ingaande 1 juni 2022, een bedrag aan kinderalimentatie van
NAf 250,-per minderjarige per maand (totaal NAf 500,-) zal betalen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen, ten behoeve van de minderjarigen:
  • [kind 1], geboren op [geboortedatum] te Paramaribo, Suriname; en
  • [kind 2], geboren op [geboortedatum] in Curaçao;
3.2.
verklaart deze beschikking in zoverre uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
compenseert de proceskosten, aldus dat iedere partij de eigen kosten zal dragen;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. U.I.D. Luydens, rechter, en op 20 mei 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
IW