ECLI:NL:OGEAC:2022:243
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.C.B. Hubben
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake niet verschenen eiser in civiele procedure tegen Curaçao Surveillance Services N.V.
In deze civiele procedure, aangespannen door een eiser die in persoon procedeerde, heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 30 mei 2022 een vonnis gewezen. De eiser had op 16 maart 2022 een verzoek tot rechterlijk bevel tot betaling ingediend, waarop de gedaagde, Curaçao Surveillance Services (CSS) N.V., op 7 april 2022 schriftelijk tegenspraak had gevoerd. De zaak werd vervolgens verwezen naar een gewone terechtzitting. CSS diende op 13 mei 2022 een akte met producties en pleitnotities in, terwijl de eiser op 19 mei 2022 zijn pleitnotities per e-mail naar het Gerecht verzond.
De eiser is echter niet verschenen op de terechtzitting van 20 mei 2022, ondanks dat hij daar behoorlijk van op de hoogte was gesteld. Volgens artikel 872 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt de eiser geacht zijn vordering te hebben ingetrokken door zijn afwezigheid. Het Gerecht heeft in zijn beslissing vastgesteld dat de eiser zijn vordering heeft ingetrokken en heeft hem veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van CSS, die tot dat moment zijn begroot op NAf 1.000,= aan gemachtigdensalaris. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.