In deze zaak, die zich afspeelt in Curaçao, heeft de eiser, [NAAM 1] Trust, een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, die samen met zijn echtgenote eigenaar is van een aangrenzend perceel. De eiser vordert onder andere dat de gedaagde werkzaamheden aan een muur staakt en dat een boomstam met wortels wordt verwijderd. De eiser stelt dat de gedaagde hinder veroorzaakt door wijzigingen aan zijn perceel, waaronder het plaatsen van een muur en het ophogen van de grond. De gedaagde voert verweer en stelt dat hij niet de enige eigenaar is van het perceel, wat leidt tot een processueel ondeelbare rechtsverhouding. Het gerecht oordeelt dat de trust als eiser niet-ontvankelijk is in zijn vorderingen, omdat een trust geen rechtspersoonlijkheid heeft en niet als partij kan optreden in een gerechtelijke procedure. Daarnaast wordt opgemerkt dat, zelfs als de eiser ontvankelijk zou zijn, er onvoldoende spoedeisend belang is bij de gevraagde voorzieningen. Het gerecht concludeert dat er geen dringende noodzaak is om de gevraagde maatregelen te treffen en dat de eiser als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten wordt veroordeeld.