ECLI:NL:OGEAC:2022:284

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
17 oktober 2022
Publicatiedatum
20 oktober 2022
Zaaknummer
CUR202201001
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot rolvoeging in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 17 oktober 2022 uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer CUR202201001. De eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. A.I. Martis, hebben verzocht om rolvoeging van hun zaak met een andere procedure, CUR202200999, waarin zij ook als eisers optreden. De eisers stellen dat beide zaken betrekking hebben op hetzelfde feitencomplex en dat de vorderingen in beide procedures strekken tot vergoeding van schade die zij hebben geleden als gevolg van een onrechtmatige daad en wanprestatie door de gedaagden. De gedaagde, FATUM GENERAL INSURANCE N.V., vertegenwoordigd door mr. R. Spinhoven, heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het gerecht.

Tijdens de comparitie op 15 september 2022 heeft de gemachtigde van de eisers een verzoek tot voeging gedaan, dat door het gerecht is opgevat als een herhaling van het eerder ingediende verzoek in het inleidend verzoekschrift. Het gerecht heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden voor rolvoeging is voldaan, aangezien beide zaken met elkaar verknocht zijn en betrekking hebben op dezelfde gebeurtenis. Het verzoek tot rolvoeging is toegewezen, en de zaak is verwezen naar de rol van 7 november 2022 voor vonnis in de hoofdzaak. Het gerecht heeft geen aanleiding gezien voor een kostenveroordeling, gezien het feit dat de gedaagde zich aan het oordeel heeft gerefereerd.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Afdeling Civiel
Zaaknummer: CUR202201001
Vonnis van 17 oktober 2022
inzake

1.[EISER sub 1],

2.
[EISERES sub 2],
3.
[EISER sub 3],
allen woonplaats gekozen hebbende in Curaçao,
eisers,
gemachtigde: mr. A.I. Martis,
tegen
de naamloze vennootschap
FATUM GENERAL INSURANCE N.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
vertegenwoordigd door: mr. R. Spinhoven.
Partijen zullen hierna (in manlijk enkelvoud) [eisers] en Fatum worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Voor het procesverloop wordt verwezen naar de volgende stukken:
- het inleidend verzoekschrift met producties ingediend op 4 maart 2022;
- de conclusie van antwoord met producties, ingediend op 5 mei 2022;
- de comparitie van partijen, gehouden op 15 september 2022, waar zijn verschenen namens eiser sub 1 [eiser sub 3], eiseres sub 2 en eiser sub 3, bijgestaan door hun gemachtigde, en namens Fatum [naam 1] en [naam 2], bijgestaan door haar vertegenwoordiger.
1.2.
Vonnis is bepaald op 31 oktober 2022, maar het wordt heden bij vervroeging uitgesproken.

2.Het geschil

2.1 [
Eisers] vordert dat het gerecht onderhavige zaak en de zaak met rolnummer CUR202200999 met [eisers] als eisers en [naam 3] en [naam 4] als gedaagden zal voegen.
2.2
Fatum heeft zich aan het oordeel van het gerecht gerefereerd.
2.3
Op de stellingen van partijen, voor zover van belang, zal hierna worden ingegaan.

3.De beoordeling

3.1
In zijn inleidend verzoekschrift heeft [eisers] het volgende gesteld:
“[…] In augustus 2012 sloot wijlen de moeder van eisers een zogeheten PERFECT POLIS WOONHUIS verzekering, met speciale voorwaarden, voor het pand [productie 8]
Op grond van deze overeenkomst is gedaagde mede aansprakelijk, des dat de één betaalt de ander zal zijn bevrijd, voor de door eisers geleden en nog te lijden financiële schade tengevolge van de onrechtmatige daad begaan door mevrouw [naam 4] en de wanprestatie gepleegd door [naam 3] [kopie van een bodemprocedure tegen de heer [naam 3] wordt hierbij gevoegd als productie 9, met verzoek tot voeging] […]”
3.2
Het gerecht heeft deze opmerking “met verzoek tot voeging” niet opgevat als een incidenteel verzoek tot voeging als bedoeld in artikel 127 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
3.3
Ter comparitie heeft [eisers] een verzoek tot voeging gedaan, door hem “incidenteel verzoek tot voeging” genoemd. Mede gezien de toelichting van de gemachtigde van [eisers] ter comparitie, vat het gerecht dit verzoek op als een herhaling en bevestiging van zijn eerder in het inleidend verzoekschrift gedane verzoek tot voeging.
3.4
Dat verzoek strekt kennelijk tot een zogenoemde rolvoeging, die erin resulteert dat beide zaken gelijktijdig zullen worden behandeld.
3.5
De onderhavige zaak en die met rolnummer CUR202200999 zijn beide bij dit gerecht aanhangig en met elkaar verknocht in die zin dat zij betrekking hebben op hetzelfde feitencomplex en dat de vorderingen in beide procedures strekken tot vergoeding van door [eisers] gestelde schade ten gevolge van dezelfde gebeurtenis. Daarmee is voldaan aan de voorwaarden voor rolvoeging.
3.6
Daarom zal het verzoek worden toegewezen en de voeging van meergenoemde procedures worden bevolen.
3.7
Nu Fatum zich aan het oordeel van het gerecht heeft gerefereerd, bestaat geen aanleiding voor het uitspreken van een kostenveroordeling.
3.8
Deze zaak zal voor vonnis in de hoofdzaak worden verwezen naar de rol van 7 november 2022.
3.9
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De beslissing

Het gerecht:
wijst het verzoek tot rolvoeging toe en beveelt dat de onderhavige zaak in die zin wordt gevoegd met de zaak met rolnummer CUR202200999;
verwijst de zaak naar de rol van 7 november 2022 voor vonnis in de hoofdzaak;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis, rechter, en op 17 oktober 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.