ECLI:NL:OGEAC:2022:294

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
14 september 2022
Publicatiedatum
31 oktober 2022
Zaaknummer
CUR202201514
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering bevestiging optieverklaring wegens gevaar voor openbare orde na transactie voor overtreding avondklok

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 14 september 2022 uitspraak gedaan in een bodemzaak betreffende de weigering van de bevestiging van een optieverklaring door de Gouverneur van Curaçao. Eiseres, die in Curaçao woont en een transactie van NAf 1.000,- heeft geaccepteerd voor het overtreden van de avondklok, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de Gouverneur. De Gouverneur weigerde de optieverklaring op basis van het argument dat eiseres een gevaar voor de openbare orde zou vormen, zoals bedoeld in de Rijkswet op het Nederlanderschap. Eiseres betwistte deze conclusie en voerde aan dat haar overtreding van de avondklok niet als een ernstig misdrijf kan worden gekwalificeerd, vooral gezien de context van de tijdelijke Corona-maatregelen.

Het Gerecht heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Het oordeelde dat de Gouverneur ten onrechte had geconcludeerd dat eiseres een gevaar voor de openbare orde vormde. Het Gerecht benadrukte dat de overtreding van de avondklok, die plaatsvond in een uitzonderlijke situatie, niet voldoende was om te concluderen dat eiseres een ongewenste persoon was in het Koninkrijk. Het Gerecht oordeelde dat de norm die in de Handleiding is neergelegd, in dit geval buiten toepassing moest worden gelaten, omdat de omstandigheden van de overtreding niet als ernstig genoeg konden worden beschouwd.

Uiteindelijk verklaarde het Gerecht het beroep van eiseres gegrond, vernietigde de bestreden beschikking en droeg de Gouverneur op om binnen een maand een nieuwe beschikking te nemen. Tevens werd de Gouverneur veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van NAf 1.400,- en moest het door eiseres betaalde griffierecht worden vergoed.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Uitspraak

in het geding tussen:

[eiseres],

wonende te Curaçao,
hierna: eiseres,
gemachtigde: mr. N.V.R. Doekhie, advocaat,
tegen

de Gouverneur van Curaçao,

hierna: verweerder,
gemachtigde: mr. R.S. Gainda, werkzaam bij het Kabinet van verweerder.

Procesverloop

Bij beschikking van 18 november 2021 heeft verweerder de bevestiging van de optieverklaring van eiseres geweigerd.
Bij beschikking van 7 maart 2022 (de bestreden beschikking) heeft verweerder het daartegen door eiseres gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen de bestreden beschikking beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het beroep is behandeld op de zitting van het Gerecht van 17 augustus 2022. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, die is verschenen met haar collega
A. Mulder.

Overwegingen

Feiten en omstandigheden
1. Het Gerecht gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
1.1
Eiseres woont vanaf haar geboorte in Curaçao. Zij heeft een vader met de Nederlandse nationaliteit en een moeder die van St. Kits afkomstig is. Eiseres studeert psychologie aan de Universiteit van Curaçao.
Op maandagavond 15 februari 2021 was eiseres bij het huis van een van haar docenten voor onderwijs gerelateerde activiteiten. Op die avond gold vanaf
23.00 uur een avondklok in het kader van de geldende Corona-maatregelen. Zij is om 23.12 uur in de nabijheid van haar huis door een politieagent staande gehouden wegens overtreding van de avondklok.
1.2
Op 21 juni 2021 heeft de officier van justitie aan eiseres een transactievoorstel gedaan. Ter voorkoming van strafvervolging voor het overtreden van de geldende avondklok op 15 februari 2021 heeft de officier eiseres in de gelegenheid gesteld
NAf 1.000,- te betalen. Eiseres heeft dit transactievoorstel geaccepteerd en in drie termijnen het genoemde bedrag voldaan.
1.3
Op 7 september 2021 heeft eiseres een optieverklaring bij verweerder ingediend. Vervolgens heeft verweerder de onder “Procesverloop” vermelde besluiten genomen.
Reden van verweerder om de optieverklaring niet te bevestigen
2.1
Artikel 6, eerste lid, aanhef en onder f, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (de Rijkswet) bepaalt onder meer dat de meerderjarige vreemdeling die te eniger tijd het Nederlanderschap of de staat van Nederlands onderdaan-niet-Nederlander heeft bezeten en in Curaçao tenminste één jaar toelating voor onbepaalde tijd en hoofdverblijf heeft na het afleggen van een daartoe strekkende schriftelijke verklaring door een bevestiging daarvan het Nederlanderschap verkrijgt.
2.2
Verweerder heeft aan de bestreden beschikking ten grondslag gelegd dat er naar haar oordeel op grond van het gedrag van eiseres ernstige vermoedens bestaan dat zij gevaar oplevert voor de openbare orde als bedoeld in artikel 6, vierde lid, van de Rijkswet. Als verweerder tot dat oordeel komt, dan kan verweerder gelet op de wettekst niet anders dan de optieverklaring niet bevestigen.
2.3
Bij de beoordeling door verweerder of er op grond van het gedrag ernstige vermoedens bestaan dat iemand een gevaar oplevert voor de openbare orde hanteert verweerder om redenen van rechtszekerheid en gelijke behandeling dezelfde normen als bij naturalisatie. Deze normen staan beschreven in de Handleiding Toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten (de Handleiding) en meer specifiek voor dit geval in de toelichting op artikel 9, eerste lid en onder a, van de Rijkswet. Volgens verweerder moeten deze normen ook strikt worden toegepast om ongelijkheid tussen de verschillende landen van het Koninkrijk te voorkomen. Afwijken van deze normen kan alleen met zeer grote terughoudendheid.
2.4
In de normen staat onder andere dat er ernstige vermoedens bestaan dat iemand een gevaar oplevert voor de openbare orde als in de periode van vier jaar direct voorafgaande aan het afleggen van de optieverklaring aan die persoon een sanctie ter zake van een misdrijf is opgelegd. Met sanctie wordt ook bedoeld iedere strafbeschikking of transactie van NAf. 1.000,- of meer. De officier van justitie heeft overtreding van de avondklok gekwalificeerd als een misdrijf als bedoeld in artikel 34 van de Landsverordening uitzonderingstoestand (Lei Estado di Emergensia). Eiseres heeft ook een transactie van NAf. 1.000,- geaccepteerd. Aan de normen is in de situatie van eiseres dus voldaan en om die reden heeft verweerder geconcludeerd dat sprake is van ernstige vermoedens dat eiseres een gevaar oplevert voor de openbare orde.
2.5
Verweerder heeft in de bestreden beschikking ook in aanmerking genomen dat eiseres op de door haar ondertekende en ingediende optieverklaring deze transactie niet heeft vermeld. Dat had volgens verweerder wel op de weg van eiseres gelegen. Van haar had redelijkerwijs verwacht mogen worden dat zij wist dat het overtreden van de avondklok als misdrijf wordt gekwalificeerd. Het standaardformulier van de optieverklaring vermeldt expliciet het aanvaarden van een transactie van NAf. 1.000,- of meer vanwege het plegen van een misdrijf. Ter zitting heeft verweerder dit punt genuanceerd. Volgens verweerder is dit punt in de bestreden beschikking opgenomen om eiseres uit te leggen dat als zij dit wel had gemeld op het formulier, verweerder aan verwachtingenmanagement over de uitkomst van de procedure richting eiseres had kunnen doen. Volgens verweerder was de optieverklaring ook niet bevestigd als eiseres wel melding had gemaakt van de overtreding van de avondklok.
De argumenten van eiseres tegen de weigering en wat het Gerecht daarvan vindt
3. Eiseres voert aan dat zij geen regels zodanig heeft veronachtzaamd dat sprake zou zijn van ernstige vermoedens dat zij een gevaar is voor de openbare orde. Zij is behalve voor deze overtreding van de avondklok nooit met politie en justitie in aanmerking geweest. Zij is ook altijd eerlijk geweest: zowel naar de politieagent op straat die haar staande hield als bij het invullen van haar optieverklaring. Aan de politieagent heeft zij uitgebreid uitgelegd dat zij bij haar docent was voor noodzakelijke studie gerelateerde activiteiten. Ze was slechts een paar minuten van haar huis verwijderd toen ze staande werd gehouden. Dit alles is helaas niet in het proces-verbaal van de politieagent terecht gekomen. Van het opzettelijk overtreden van de avondklok is volgens eiseres in ieder geval geen sprake. En bij het invullen van haar optieverklaring heeft zij geen moment gedacht dat het overtreden van de avondklok een misdrijf is. Bij misdrijven denkt eiseres aan veel ernstige feiten zoals doodslag, stelen of mishandeling. De avondklok was een tijdelijke maatregel in het kader van de Corona-pandemie. Eiseres vindt dat zij onevenredig zware gevolgen ondervindt. Vanwege deze in haar optiek lichte overtreding van de avondklok moet zij nu vijf jaar wachten tot zij opnieuw een optieverklaring kan indienen. Het niet hebben van de Nederlandse nationaliteit leidt tot veel praktisch gedoe bij haar studie en zij mist een stukje erkenning door het niet verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit.
4. Het Gerecht stelt onder verwijzing naar vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (zie de uitspraak van 7 oktober 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3117) voorop dat het beleid neergelegd in de Handleiding als uitgangspunt dient bij de beoordeling van de vraag of sprake is van ernstige vermoedens dat de betrokkene gevaar oplevert voor de openbare orde. Er kunnen zich omstandigheden voordoen, die maken dat verweerder alleen door af te wijken van het beleid tot een juiste wetstoepassing kan komen. Hieruit volgt dat individuele omstandigheden dienen te worden betrokken bij de door verweerder te beantwoorden vraag of op grond van het gedrag van een verzoeker ernstige vermoedens bestaan dat deze gevaar oplevert voor de openbare orde.
5. Verweerder heeft terecht op basis van de door de officier van justitie aangeleverde informatie geconcludeerd dat sprake is van een door eiseres gepleegd misdrijf waarvoor zij een transactie heeft geaccepteerd. De omstandigheden die eiseres noemt waaronder zij de overtreding van de avondklok heeft begaan, kunnen niet als bijzonder kunnen worden aangemerkt. Die omstandigheden, voor zover die al als verzachtende omstandigheden hebben te gelden, zijn door de officier van justitie bij diens oordeel over het aanbieden van een transactie betrokken. De keuze van eiseres om akkoord te gaan met het transactievoorstel komt voor haar risico, hoe invoelbaar haar toelichting ter zitting over waarom zij dat gedaan heeft ook is.
6. De omstandigheid dat eiseres de transactie voor overtreding van de avondklok niet heeft vermeld op het aanvraagformulier van haar optieverklaring, kan haar naar het oordeel van het Gerecht niet worden tegengeworpen. Het is voor juristen al lastig om vast te stellen of overtreding van de avondklok een misdrijf is of niet, laat staan voor eiseres. Ook verweerder heeft ter zitting erkend dat dit niet aan eiseres kan worden tegengeworpen.
7. Wat eiseres dus wel kan worden tegengeworpen is haar overtreding van de avondklok. Het Gerecht is echter van oordeel dat verweerder de vraag of op grond van het gedrag van eiseres ernstige vermoedens bestaan dat zij een gevaar oplevert voor de openbare orde met nee had moeten beantwoorden. Het Gerecht motiveert dit als volgt.
7.1
Uit de Memorie van Toelichting op de Rijkswet (Tweede Kamer, zitting 1981, 16947 (R 1181), nrs. 3-4) kan worden afgeleid dat er veel rechten en bevoegdheden zijn verbonden aan het Nederlanderschap. Verder kan uit de Memorie van Toelichting worden afgeleid dat de Rijkswet de verlening van het Nederlanderschap met waarborgen omringt om te voorkomen dat in het Koninkrijk ongewenste personen het Nederlanderschap verkrijgen. Algemene voorwaarden die in de Memorie van Toelichting worden genoemd zijn inburgering, geen bezwaar tegen langdurig verblijf in het Koninkrijk en geen gevaar voor de openbare orde, de openbare zedelijkheid en de veiligheid van het Koninkrijk. Er wordt blijkens de wetsgeschiedenis vooral gelet op hoe de betrokkene zich gedraagt en zich in de toekomst zal gaan gedragen.
7.2
Het beleid neergelegd in de Handleiding dient dat doel: het voorkomt dat in het Koninkrijk ongewenste personen het Nederlanderschap verkrijgen. Ook de in paragraaf 1 onder 3 van de toelichting op artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rijkswet genoemde norm dient dat doel. Iemand die een misdrijf pleegt en aan wie een sanctie als in die norm genoemd is opgelegd, komt behoudens bijzondere omstandigheden niet in aanmerking voor het Nederlanderschap.
7.3
Eiseres heeft de avondklok in Corona-tijd overtreden. De avondklok was onderdeel van een pakket tijdelijke maatregelen in het kader van bestrijding van de Corona-pandemie. Met deze maatregelen werd beoogd de volksgezondheid op Curaçao te beschermen. Vaststaat dat eiseres de avondklok eenmalig heeft overtreden. Bovendien moet bij deze overtreding betrokken worden dat die plaatsvond in een wereldwijd ongewone en onzekere situatie, waarin steeds wisselende, tijdelijke maatregelen werden ingevoerd. Onder deze omstandigheden kan niet volgehouden worden dat eiseres door overtreding van de avondklok een bedreiging vormt voor de openbare orde en een ongewenste persoon in het Koninkrijk is als bedoeld in de Rijkswet. De norm zoals geformuleerd in de Handleiding in paragraaf 1 onder 3 van de toelichting op artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rijkswet moet daarom in dit geval voor eiseres vanwege strijd met artikel 6, eerste lid, en onder f, van de Rijkswet buiten toepassing worden gelaten. Concreet gaat het om de norm dat in de periode vier jaar direct voorafgaande aan het verzoek/afleggen van de optieverklaring of de beslissing daarop een sanctie ter zake van een misdrijf is opgelegd of ten uitvoer is gelegd.
7.4
Steun voor dit oordeel vindt het Gerecht in het gegeven dat in bepaalde delen van het Koninkrijk, te weten Europees Nederland en Aruba, het overtreden van de avondklok als onderdeel van de Corona-maatregelen niet een misdrijf maar een overtreding is. Het is voor het Gerecht niet duidelijk geworden waarom de wet- en regelgever van het land Curaçao daarin anders heeft gehandeld. In ieder geval staat vast dat als overtreding van de avondklok ook in Curaçao enkel als overtreding zou worden gekwalificeerd in het geval van eiseres de bevestiging van de optieverklaring niet zou zijn geweigerd.
8. Uit het voorgaande volgt dat het beroep van eiseres gegrond is. De bestreden beschikking moet worden vernietigd. Het Gerecht zal verweerder opdragen om met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beschikking te nemen op het bezwaar van eiseres.
9. Het Gerecht veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten tot een bedrag van NAf 1.400,- (1 punt voor het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, waarde per punt NAf 700,-) voor verleende rechtsbijstand. Verder zal het Gerecht bepalen dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht aan haar vergoedt.

Beslissing

Het Gerecht:
  • verklaarthet beroep tegen de bestreden beschikking van 7 maart 2022
    gegrond;
  • vernietigtde bestreden beschikking;
  • draagtverweerder op om binnen een maand na verzending van deze uitspraak een nieuwe beschikking op het bezwaar te geven;
  • veroordeeltverweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van
    NAf 1.400,-;
  • bepaaltdat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van NAf 150,- aan haar vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. drs. S. Lanshage, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2022, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing staat hoger beroep open binnen
zes wekenna de dag van kennisgeving van de uitspraak.