Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
handelend namens het krijgsmachtsdeel de KONINKLIJKE MARINE,
1.Het procesverloop
- het inleidend verzoekschrift met producties, op 23 augustus 2021 ter griffie ingediend;
- de conclusie van antwoord van 7 februari 2022;
- de conclusie van antwoord in reconventie van Brakkeput;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitaantekeningen van de Koninklijke Marine.
2.De feiten
Koninklijke Marine] geeft aan Bruiklener [
Brakkeput] in bruikleen het in de considerans omschreven Object en goederen voor de duur van 10 jaren, ingaand 25 juli 2006, derhalve eindigend op 24 juli 2016. Op 1 juli 2015 zal Ingebruikgever aangeven of zij de intentie heeft de uitbesteding van de exploitatie opnieuw onder de alsdan geldende condities te verlengen met eenzelfde periode, of dat Ingebruikgever de uitbesteding gaat beëindigen. Beëindiging kan slechts plaatsvinden op redelijke gronden of voor dwingend eigen gebruik.
Doelgroep
Prijzen doelgroep
Brakkeput] er stellig van overtuigd dat de eigenlijke reden van de door KM {
Koninklijke Marine] gewenste beëindiging van de overeenkomst ligt in de dreiging van de door SJB [
de stichting] geëntameerde gerechtelijke procedure. Zulks kan onder de omstandigheden van het geval evenwel niet gelden als een redelijke grond voor beëindiging. EMB kan dan ook onder geen beding akkoord gaan met de (plotseling) door u gewenste voorbehoudloze beëindiging van de overeenkomst tussen partijen, zoals aangezegd in uw brief van 27 juni 2013.
voor de doelgroep, als vermeld in bijlage 1 van het amendement] dient te worden aangemerkt als tegenprestatie in de zin van art. 7:201 lid 1 BW (…).
“Marine Watersport en Recreatiecentrum”gelegen te Brakkeput met Exploitatie Maatschappij Brakkeput N.V. te beëindigen per
1 december 2018.
Koninklijke Marine] eigenaar is van de percelen en bij uitsluiting bevoegd om te bepalen wat op die percelen gebeurt en onder welke voorwaarden. (…)
Brakkeput] is het gegeven dat zij korting verlenen aan KM personeel te beschouwen als een tegenprestatie. KM ziet dat anders. Het Gerecht overweegt als volgt. De korting was een voorwaarde voor de exploitatie. De uitgangspositie was immers dat Brakkeput werd gefaciliteerd door KM zélf, voor eigen personeel. Slechts restcapaciteit c.q. overcapaciteit kon worden geëxploiteerd ten behoeve van gasten buiten de primaire doelgroep. De exploitatie werd onder die voorwaarde uit handen gegeven. EMB is met die basis begonnen aan de exploitatie van de Boathouse. (…) Van een tegenprestatie in de zin van korting kan daarom niet worden gesproken. EMB lijkt te beredeneren dat commerciële uitbating het startpunt is, waar dan tegenover staat dat er korting moet worden gegeven, zodat als het ware wordt ingeleverd op de winst. Maar dit strookt niet met de wijze waarop partijen met elkaar in zee zijn gegaan. Dat opnieuw met EMB is onderhandeld nadat KM werd geconfronteerd met de aandelenoverdracht en er toen een hogere korting is overeengekomen doet niets af aan het voorgaande. Onder die omstandigheden en tegen die achtergrond kan de korting dus niet worden aangemerkt als een tegenprestatie in de zin van artikel 7: 201 BW.
Koninklijke Marine] niet de bevoegdheid de huurovereenkomst op te zeggen dan wel per 24 juli 2016 (het einde van de tweede, verlengde, huurtermijn) de huurovereenkomst niet te verlengen. Zij had voor de opzegging immers op grond van de dwingendrechtelijke bepalingen van artikelen 7:248 lid 2 jo 7:274 lid 1 BW toestemming nodig van de huurcommissie. De toestemming die de huurcommissie heeft gegeven bij beschikking van 5 juli 2018 is vernietigd door het Gerecht. Deze vernietiging is weliswaar gegrond op het oordeel van het Gerecht in het bestreden vonnis dat geen sprake is van een huurovereenkomst maar dat laat onverlet dat door de vernietiging de beschikking waarbij de toestemming door de huurcommissie is verleend met terugwerkende kracht wordt geacht nimmer te hebben bestaan. De grieven slagen in zoverre. Opmerking verdient dat een en ander niet uitsluit dat wanneer KM — met inachtneming van dit Hof vonnis — wederom toestemming vraagt voor het beëindigen van de huurovereenkomst deze toestemming alsnog zal worden verleend.