In deze zaak heeft de naamloze vennootschap SHANDAN PROJECTS N.V. een vordering ingesteld tegen twee gedaagden in verband met achterstallige huur en herstelkosten na beëindiging van een huurovereenkomst. De huurovereenkomst betrof een pand in Curaçao, dat van 1 november 2019 tot en met 31 oktober 2021 was verhuurd. Eiseres vorderde een bedrag van NAf 6.630, vermeerderd met omzetbelasting, incassokosten en wettelijke rente, omdat gedaagden naar haar mening niet alle huurpenningen hadden voldaan en het pand niet in de oorspronkelijke staat hadden opgeleverd.
De mondelinge behandeling vond plaats op 22 september 2022, waarbij partijen hun standpunten hebben toegelicht. Eiseres stelde dat gedaagden een borg van NAf 4.000 hadden betaald, maar dat er nog een openstaand bedrag van NAf 5.880 aan huurpenningen resteerde. Gedaagden voerden aan dat zij alle huurpenningen hadden voldaan, met uitzondering van de laatste twee maanden, die zij met de borg hadden verrekend. Het gerecht oordeelde dat gedaagden onvoldoende bewijs hadden geleverd voor hun stelling dat zij aan hun betalingsverplichtingen hadden voldaan.
Het gerecht heeft vastgesteld dat gedaagden het pand niet in de originele staat hebben opgeleverd, wat resulteerde in herstelkosten voor eiseres. De vordering van eiseres werd gedeeltelijk toegewezen, waarbij het gerecht oordeelde dat gedaagden hoofdelijk moesten betalen voor de achterstallige huur en de herstelkosten, verminderd met de borg. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf de datum van verzuim, en gedaagden werden ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 24 oktober 2022.