ECLI:NL:OGEAC:2022:318

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
29 november 2022
Publicatiedatum
15 december 2022
Zaaknummer
CUR202203510
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.C.B. Hubben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over ontruiming van gehuurd appartement en betaling huurachterstand

In deze zaak heeft Dideka Holding N.V. op 14 september 2022 een verzoekschrift ingediend voor een kort geding tegen gedaagden, die niet verschenen zijn. De mondelinge behandeling vond plaats op 22 november 2022, waarbij Dideka vertegenwoordigd was door haar gemachtigde. De gedaagden zijn, ondanks behoorlijke oproeping, niet verschenen, waardoor verstek is verleend. Dideka heeft een huurovereenkomst gesloten met de gedaagden voor een appartement in Curaçao, met een huurprijs van NAf 800 per maand. De huur is aangegaan voor een jaar, maar de gedaagden hebben geruime tijd niet aan hun betalingsverplichtingen voldaan, wat heeft geleid tot een huurachterstand van NAf 3.600 per 20 augustus 2022.

Dideka vordert in het kort geding de ontruiming van het appartement en betaling van de huurachterstand, vermeerderd met rente en incassokosten. De rechter oordeelt dat de vordering van Dideka niet betwist is door de gedaagden en dat deze voldoende gemotiveerd is. De rechter wijst de vordering toe en veroordeelt de gedaagden tot ontruiming van het appartement vóór 15 december 2022, alsook tot betaling van de huurachterstand en bijkomende kosten. De rechter verleent toestemming voor de inzet van de sterke arm indien de gedaagden niet aan de veroordeling voldoen. De proceskosten worden ook aan de gedaagden opgelegd.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202203510
Vonnis in kort geding d.d. 29 november 2022
inzake
de naamloze vennootschap
DIDEKA HOLDING N.V.,
gevestigd in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. O. Lodowica,
tegen

1.[GEDAAGDE SUB 1],

2.
[GEDAAGDE SUB 2]
beiden wonende in Curaçao,
gedaagden,
niet verschenen.
Eiseres zal hierna Dideka en gedaagden zullen hierna gezamenlijk [gedaagden] c.s. worden genoemd.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Dideka heeft op 14 september 2022 een verzoekschrift ingediend. Vervolgens heeft op 22 november 2022 de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Dideka is verschenen, vertegenwoordigd door [naam 1], en bijgestaan door haar gemachtigde die pleitaantekeningen heeft overgelegd. [gedaagden] c.s. zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, zonder berichtgeving omtrent de reden van hun afwezigheid niet verschenen. Tegen [gedaagden] c.s. is verstek verleend.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben op 15 februari 2022 een huurovereenkomst (hierna: de huurovereenkomst) gesloten, met ingangsdatum 20 februari 2022, uit hoofde waarvan Dideka aan [gedaagden] c.s. een appartement verhuurt gelegen aan de [adres] te Curaçao.
2.2.
De huur is aangegaan voor een jaar. De bij vooruitbetaling uiterlijk op de dertigste dag van elke maand verschuldigde huurprijs bedraagt NAf 800. In geval van niet tijdige betaling zijn [gedaagden] c.s. ingevolge de huurovereenkomst
1,5% maandelijkse rente verschuldigd aan Dideka over het uitstaande bedrag.
2.3. [
gedaagden] c.s. hebben geruime tijd niet voldaan aan hun betalingsverplichting. Er is een huurachterstand ontstaan van NAf 3.600 per 20 augustus 2022. Voor de maanden september en oktober 2022 is evenmin huur betaald.

3.De vordering

3.1.
Dideka heeft op de in het verzoekschrift aangevoerde gronden, bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad – zakelijk weergegeven – de ontruiming van het gehuurde (met machtiging om dit te bewerkstelligen indien geen gevolg wordt gegeven aan dit vonnis, met behulp van de sterke arm) en betaling van de huurachterstand ten bedrage van NAf 3.600 gevorderd te vermeerderen met de overeengekomen rente vanaf de dag der verschuldigdheid van de huurpenningen althans de datum van indiening van het verzoekschrift, alsmede een bedrag van 15% aan incassokosten, en een bedrag van NAf 800 per maand totdat [gedaagden] c.s. het gehuurde hebben ontruimd, met veroordeling van [gedaagden] c.s. in de proceskosten, waaronder begrepen de nakosten.
3.2.
Dideka legt aan zijn vordering ten grondslag dat [gedaagden] c.s. tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de huurovereenkomst door de huur onbetaald te laten, waardoor ontruiming van het gehuurde gerechtvaardigd is.

4.De beoordeling

4.1.
De vordering van Dideka is door [gedaagden] c.s. niet betwist en komt het gerecht niet onrechtmatig of ongegrond voor nu deze voldoende gemotiveerd en onderbouwd is. De vordering is derhalve toewijsbaar.
4.2.
De vordering wegens buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen nu voldoende is gesteld dat daadwerkelijk en in redelijkheid buitengerechtelijke incassokosten zijn gemaakt. Deze zullen echter worden vastgesteld conform het Procesreglement.
4.3.
Als de in het ongelijk gestelde partij zullen [gedaagden] c.s. worden veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van Dideka begroot op NAf 750 aan gemachtigdensalaris, NAf 954,82 aan explootkosten en NAf 450,00 aan griffierecht.

5.Beslissing

Het gerecht:
Recht doende in kort geding:
5.1.
veroordeelt [gedaagden] c.s. om het appartement gelegen aan de [adres] vóór 15 december 2022 met alle personen en zaken die zich van de kant van [gedaagden] c.s. in en om het gehuurde bevinden, te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Dideka te stellen;
5.2.
verstaat dat, indien [gedaagden] c.s. niet vóór 15 december 2022 aan deze veroordeling voldoen, de deurwaarder, door wie de gedwongen ontruiming zal dienen te geschieden, op grond van de wet- en regelgeving (artikel 555 e.v. Rv) bevoegd is de sterke arm van politie en justitie in te roepen, en verleent alvast toestemming voor de vertegenwoordiging als bedoeld in artikel 557 jo. 444 lid 2 Rv;
5.3.
veroordeelt [gedaagden] c.s. tot betaling aan Dideka van NAf 3.600 ter zake van achterstallige huurpenningen, te vermeerderen met de overeengekomen maandelijkse rente van 1,5 % vanaf 14 september 2022 tot de dag van algehele voldoening;
5.4.
veroordeelt [gedaagden] c.s. tot betaling aan Dideka van NAf 800 aan huurpenningen voor iedere ingegane maand vanaf 20 augustus 2022 tot het tijdstip van ontruiming;
5.5.
veroordeelt [gedaagden] c.s. om aan Dideka te voldoen de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van NAf 375;
5.6.
veroordeelt [gedaagden] c.s. tot betaling van de proceskosten van Dideka, tot op heden begroot op NAf 2.154,82;
5.7.
veroordeelt [gedaagden] c.s. in de na dit vonnis ontstane kosten, aan de zijde van Dideka begroot op NAf 250 zonder betekening en NAf 400 in geval van betekening;
5.8.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C.B. Hubben, rechter, en op 29 november 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.