ECLI:NL:OGEAC:2022:57

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
10 maart 2022
Publicatiedatum
12 april 2022
Zaaknummer
CUR202103790
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een assistent financial controller wegens reorganisatie en disfunctioneren

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 10 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Visser Trading Çuracao B.V. en [verweerster]. De verzoekster, Visser Trading, heeft de ontbinding aangevraagd op basis van gewichtige redenen, waaronder een reorganisatie die heeft geleid tot het vervallen van de functie van [verweerster] en haar disfunctioneren. De [verweerster] was sinds 1 december 2008 in dienst bij Visser Trading en had een salaris van NAf 4.140,- bruto per maand. Visser Trading heeft in juni 2021 aan [verweerster] meegedeeld dat haar functie was komen te vervallen door een reorganisatie en dat er geen gelijkwaardige vervangende functie beschikbaar was. [Verweerster] heeft dit aanbod tot beëindiging van het dienstverband niet aanvaard en heeft de nietigheid van het ontslag ingeroepen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 11 januari 2022 heeft Visser Trading haar verzoek verder toegelicht, waarbij zij heeft gesteld dat [verweerster] in haar werkzaamheden heeft gefaald en dat er geen vertrouwen meer is in een vruchtbare samenwerking. [Verweerster] heeft gemotiveerd verweer gevoerd en betwist dat haar functie is vervallen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de reorganisatie van Visser Trading de ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan dragen, maar ook dat er onvoldoende bewijs is dat het disfunctioneren van [verweerster] de reden voor de ontbinding was. Uiteindelijk heeft het Gerecht besloten de arbeidsovereenkomst per 15 maart 2022 te ontbinden en heeft het [verweerster] een billijke vergoeding van NAf 45.000,- bruto toegekend, naast haar salaris en vakantietegoed tot de datum van ontbinding.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Zaaknummer: CUR202103790
Beschikking d.d. 10 maart 2022
Inzake
de besloten vennootschap
VISSER TRADING ÇURACAO B.V.,
gevestigd op Curaçao,
verzoekster,
gemachtigden: mrs. L.S. Davelaar en K. Saleh,
tegen
[VERWEERSTER],
wonende op Curaçao,
verweerster,
gemachtigde: mr. R.E. Martis
Partijen zullen hierna Visser Trading en [verweerster] worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 3 februari 2021;
- de mondelinge behandeling op 11 januari 2022 alwaar zijn verschenen namens Visser Trading mw. [naam 1], mw. [naam 2] en mw. [naam 3], bijgestaan door haar gemachtigden en alwaar is verschenen [verweerster], bijgestaan door haar gemachtigde. Genoemde mw. [naam 1], mw. [naam 2] en mw. [naam 3] waren aanwezig op Aruba en via een videoverbinding verbonden met de rechtszaal op Curaçao, waar de overige aanwezigen zich bevonden. Die mw. [naam 1], mw. [naam 2] en mw. [naam 3] en [verweerster] alsmede de gemachtigden hebben het woord gevoerd, de gemachtigden van Visser Trading aan de hand van spreekaantekeningen en de gemachtigde van [verweerster] aan de hand van het ter zitting ingediende verweerschrift;
- de akte van Visser Trading met producties, ingediend op 27 januari 2022;
- de antwoordakte van [verweerster], ingediend op 10 februari 2022.
1.2.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

2.1 [
Verweerster] is per 1 december 2008 voor onbepaalde tijd in dienst getreden van Visser Trading in de functie van Assistent Financial Controller. Haar salaris is thans NAf 4.140,- bruto per maand.
2.2
Bij brief van 21 juni 2021 heeft de Human Resource Director van Visser Trading het volgende aan [verweerster] geschreven:

Re: beëindiging dienstbetrekking met wederzijds goedvinden
(…)
De redenen
De redenen komen, kort samengevat, op het volgende neer. Visser Pharma Group heeft de administraties van alle haar groepsvennootschappen gevestigd te Curaçao en St. Maarten gecentraliseerd op Aruba. Als gevolg van deze reorganisatie is uw functie komen te vervallen. Visser heeft thans geen gelijkwaardige vervangende functie binnen haar organisatie om u aan te bieden.
Beëindiging van de dienstbetrekking
De beslissing van Visser tot de beëindiging van de dienstbetrekking met u is finaal. Echter, er is voor beide partijen veel aan gelegen om de beëindiging minnelijk te regelen middels de in deze brief voorgestelde beëindiging met wederzijds goedvinden ingaande
1 juli 2021. Visser gaat er niet aan voorbij dat de beëindiging van de dienstbetrekking financiële gevolgen voor u zal hebben. Ter compensatie van deze negatieve financiële gevolgen wordt u een financiële tegemoetkoming aangeboden, zoals omschreven en gespecificeerd op de aan deze brief gehechte bijlage.
Verlening van betaald verlof
Aan u wordt ingaande heden tot nader orde betaald verlof verleend (…)”
2.3 [
Verweerster] heeft dit aanbod tot een beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden niet aanvaard.
2.4 [
Verweerster] heeft bij brief van 16 september 2021 aan Visser Trading “de nietigheid van het door u gegeven ontslag wegens het ontbreken van een dringende reden en het ontbreken van een ontslagvergunning” ingeroepen.

3.Het geschil

3.1
Visser Trading verzoekt bij beschikking, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de arbeidsovereenkomst tussen Visser Trading en [verweerster] per direct, althans op een door het gerecht in goede justitie te bepalen datum, te ontbinden op grond van gewichtige redenen, zonder toekenning van enige vergoeding aan [verweerster], met veroordeling van [verweerster] in de proceskosten.
3.2
In het licht van de feiten legt Visser Trading aan dit verzoek – samengevat en zakelijk weergegeven – het volgende ten grondslag. Visser Trading heeft de administraties van haar groepsvennootschappen die in Curaçao en Sint Maarten zijn gevestigd, geconcentreerd op Aruba. Door deze reorganisatie van Visser Trading is de functie van [verweerster] vervallen en een gelijkwaardige vervangende functie is niet beschikbaar.
Daarnaast heeft Visser Trading geen vertrouwen meer in een vruchtbare samenwerking met [verweerster]. [Verweerster] heeft in allerlei opzichten gedisfunctioneerd, zowel in het verrichten van haar werkzaamheden als in de samenwerking met collega’s.
Dit alles maakt dat sprake is van gewichtige redenen bestaande uit dringende redenen dan wel veranderingen van de omstandigheden die moeten leiden tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerster].
3.3 [
Verweerster] voert gemotiveerd verweer en concludeert dat het gerecht het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal afwijzen althans dat in het geval het gerecht van oordeel is dat de arbeidsovereenkomst dient te worden ontbonden, Visser Trading zal worden veroordeeld tot betaling van het salaris van [verweerster] inclusief emolumenten tot de dag van ontbinding van de arbeidsovereenkomst, van de wettelijke cessantia van NAf 16.755,61, van vakantietegoed van NAf 16.775,61 en van een billijke vergoeding van NAf 137.189,- althans een in goede justitie te bepalen bedrag, kosten rechtens.
3.4
Op de stellingen en verweren van partijen wordt hierna, voor zover voor de te nemen beslissing van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
Met betrekking tot de door Visser Trading aangevoerde gewichtige redenen bestaande uit dringende redenen dan wel veranderingen van de omstandigheden is tijdens de mondelinge behandeling namens haar toegelicht dat de grondslag primair is gewichtige redenen bestaande uit een verandering in de omstandigheden en subsidiair een dringende reden.
4.2
Deze stelling heeft Visser Trading in haar inleidend verzoekschrift feitelijk onderbouwd en in haar akte uitgebreid nader onderbouwd.
De verandering in de omstandigheden komt er – kort gezegd – op neer dat als gevolg van de reorganisatie van Visser Trading de functie van [verweerster] is vervallen en voorts dat zij disfunctioneert.
4.3
De directe aanleiding voor de indiening van het onderhavige ontbindingsverzoek door Visser Trading en de belangrijkste grond is kennelijk haar reorganisatie. Dit kan met name worden afgeleid uit de in r.ov. 2.2 geciteerde brief van 21 juni 2021. Daarin wordt namelijk als enige grond voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst genoemd de reorganisatie, als gevolg waarvan de functie van [verweerster] is komen te vervallen en het feit dat Visser Trading geen gelijkwaardige vervangende functie aan [verweerster] kan aanbieden. In onderhavige procedure ligt de nadruk veel meer op het gestelde disfunctioneren van [verweerster]. Dat disfunctioneren van [verweerster] wordt echter in de genoemde brief van 21 juni 2021 in het geheel niet genoemd. Uit dat laatste leidt het gerecht af dat toentertijd óf van disfunctioneren geen sprake was óf, indien daarvan wel sprake was, dat disfunctioneren niet zodanig was dat dat in de ogen van Visser Trading op dat moment tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst diende te leiden. Voorts is minst genomen opvallend, in het licht van het thans gestelde ernstige disfunctioneren van [verweerster], dat in die brief van 21 juni 2021 aan haar een financiële tegemoetkoming van in totaal NAf 40.378,75 wordt aangeboden.
4.4 [
verweerster] erkent dat Visser Trading een reorganisatie heeft doorgevoerd. Zij betwist dat haar functie is vervallen, waartoe zij aanvoert dat zij op internet twee advertenties van Visser Trading heeft gezien, waarin zij op zoek is naar een assistent financial controller en een administrative assistent in Aruba. Daaruit blijkt volgens [verweerster] dat haar functie niet is vervallen, maar dat Visser Trading haar werk heeft overgeheveld naar Aruba en haar had kunnen vragen het werk te blijven doen.
4.5
Daaromtrent wordt overwogen dat het aan Visser Trading is haar bedrijf te organiseren en de daarmee samenhangende keuzes te maken, dus ook de keuze haar administratie in Aruba te concentreren en geen functionarissen “op afstand”, bijvoorbeeld vanuit Curaçao, te laten werken. Wat betreft de keuze [verweerster] haar werk niet op Aruba te laten doen, geldt dat dat, gezien de wijze waarop en de mate waarin [verweerster] in de visie van Visser Trading disfunctioneert, niet van Visser Trading kan worden gevergd.
4.6
Dit betekent dat de reorganisatie van Visser Trading de verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan dragen.
4.7
Indien [verweerster], zoals zij aanvoert, in juni 2021 “out of the blue” van Visser Trading het bericht kreeg dat haar functie door de reorganisatie kwam te vervallen en dat er geen gelijkwaardige vervangende functie zou zijn, wordt dat niet anders.
4.8
Het gestelde disfunctioneren van [verweerster] heeft Visser Trading – samengevat – als volgt onderbouwd:
- [ verweerster] heeft laatstelijk tijdens haar dienstverband herhaaldelijk geweigerd redelijke opdrachten uit te voeren en de haar opgedragen taken naar behoren te vervullen (verzoekschrift, randnummer 1.5 en akte, randnummer 2.62 e.v.)
- de productiviteit van [verweerster] is zeer laag (verzoekschrift, randnummer 2.4)
- de productiviteit van [verweerster] is erg laag, ook in vergelijking met die van haar collega’s in Aruba die vergelijkbare werkzaamheden verrichten (verzoekschrift, randnummer 2.4)
- belastingaanslagen (naar het gerecht begrijpt: belastingaangiften) zijn niet altijd tijdig en correct ingediend door [verweerster], waardoor Visser Trading naheffingsaanslagen dan wel boetes opgelegd heeft gekregen (verzoekschrift, randnummer 2.4 en akte, randnummer 2.55 e.v.)
- [ verweerster] heeft haar werkzaamheden met betrekking tot de jaarafsluiting niet naar behoren verricht (verzoekschrift, randnummer 2.5)
- [ verweerster] heeft herhaaldelijk geweigerd de administratie van de Retail Group Curaçao (RGC) bij te houden, meer specifiek om de opgaaf betaalde bedragen aan derden van Visser Trading en RGC op tijd aan de belastingdienst aan te leveren (verzoekschrift, randnummer 2.6)
- de leidinggevenden van [verweerster] hebben haar verzocht de administratie van de apotheken van de RGC op orde te brengen, maar zij heeft dat geweigerd (verzoekschrift, randnummer 2.9)
- het behoorde tot de taak van [verweerster] lokale en internationale crediteuren te betalen en dat heeft zij niet naar behoren gedaan (verzoekschrift, randnummer 2.10)
- [ verweerster] toonde geen respect jegens haar collega’s en leidinggevenden en ook niet jegens klanten van Visser Trading (verzoekschrift, randnummer 2.12)
- [ verweerster] haalde deadlines, die gelden voor de door haar te verrichten taken, stelselmatig niet (akte, randnummer 2.17 e.v. en 2.70 e.v.)
4.9
Dit leidt Visser Trading tot de conclusie dat [verweerster] haar werkzaamheden als assistent controller niet naar behoren (heeft) verricht (verzoekschrift, randnummer 2.3).
4.10 [
Verweerster] betwist gemotiveerd de stellingen van Visser Trading met betrekking tot haar gedrag en functioneren. Daarbij wijst zij erop dat in de genoemde brief van Visser Trading van 21 juni 2021 dergelijke verwijten jegens haar niet zijn opgenomen, zoals ook reeds is overwogen in r.ov 4.3.
4.11 [
Verweerster] heeft de overtuiging, zo voert zij aan, dat haar initiatief tot aansluiting van werknemers van Visser Trading bij vakbond ABVO sterk heeft bijgedragen aan de negatieve houding van Visser Trading jegens haar althans tot de opbouw van het dossier (verweerschrift, randnummer 28). Aan dat verweer van [verweerster] wordt voorbijgegaan omdat het in hoge mate speculatief is en voldoende concrete onderbouwing ontbeert.
4.12
Met betrekking tot het gestelde disfunctioneren van [verweerster] vraagt het gerecht zich enerzijds in gemoede af, gezien het overwogene in r.ov. 4.3, in hoeverre daarvan feitelijk sprake is. Anderzijds heeft Visser Trading haar stellingen dienaangaande uitgebreid met schriftelijke stukken onderbouwd. Die schriftelijke stukken zijn weliswaar grotendeels afkomstig vanuit haar eigen organisatie, bijvoorbeeld van eigen werknemers van haar, maar wel van een aantal verschillende werknemers en zij bestrijken een geruime tijd en een grote diversiteit aan werkzaamheden van [verweerster].
4.13
De verwijten van Visser Trading jegens [verweerster] met betrekking tot haar wijze van functioneren zijn zodanig dat Visser Trading geen enkele vertrouwen heeft in een verdere vruchtbare samenwerking zodat de arbeidsverhouding tussen partijen is verstoord en dat deze verstoring ook een duurzaam karakter heeft. Onder deze omstandigheden getuigt het niet van veel realiteitszin om te verwachten dat het dienstverband nog kan worden voortgezet, nu daarmee geen redelijk doel meer is gediend. Het verzoek tot ontbinding op grond van verandering in de omstandigheden zal daarom worden toegewezen. De arbeidsovereenkomst zal per 15 maart 2022 door het gerecht worden ontbonden.
4.14
Hetgeen [verweerster] verder in dit verband heeft aangevoerd en hieronder wordt besproken, kan niet tot een andere beslissing leiden.
4.15
Dat [verweerster], zoals zij aanvoert, nimmer een negatieve beoordeling heeft gekregen of is gewaarschuwd voor werkweigering of onvoldoende werk, wordt gelogenstraft door vele producties die Visser Trading ter onderbouwing van haar verwijten aan het adres van [verweerster] in het geding heeft gebracht en is dus onjuist. Het verslag van juni 2018 van een evaluatiegesprek, dat Visser Trading in het geding heeft gebracht, kan niet anders dan als een negatieve beoordeling worden gekwalificeerd, nu daarin immers alle onderdelen zijn beoordeeld met een score 1 of 2 op een schaal van 1 (laag) tot 4 (hoog).
[Verweerster] was dus op de hoogte althans moet op de hoogte zijn geweest van de kritiek van haar leidinggevenden (en van haar collega’s) op haar functioneren.
4.16
Visser Trading kan worden aangerekend dat zij nimmer (planmatig) heeft getracht het functioneren van [verweerster] te doen verbeteren, althans gesteld noch gebleken is dat zij dat heeft gedaan. Dit had bijvoorbeeld kunnen en moeten geschieden door intensieve begeleiding, cursussen en/of structurele feedback.
4.17
De stelling van [verweerster] dat in de loop der tijd haar takenpakket zodanig is uitgebreid dat dit te omvangrijk is geworden, waardoor zij problemen had alle werkzaamheden tijdig en naar behoren te verrichten, die zij uitgebreid heeft toegelicht, is door Visser Trading weersproken. Visser Trading heeft dat echter maar zeer beperkt onderbouwd. In het bijzonder ontbreken objectieve, verifieerbare gegevens als een werklastmeting of een vergelijking van de werklast van [verweerster] met die van haar collega’s in Aruba die vergelijkbare werkzaamheden verrichten. Het lag op de weg van Visser Trading als de werkgever dergelijke gegevens te verschaffen ter onderbouwing van haar standpunt dat de werklast van [verweerster] niet te hoog was. Overigens heeft [verweerster] niet gesteld en is evenmin gebleken dat [verweerster] het probleem betreffende haar werklast voldoende (duidelijk) onder de aandacht heeft gebracht van Visser Trading.
4.18
Volgens [verweerster] heeft Visser Trading geen werkbare structuur en ontvangt zij daardoor opdrachten van meerdere leidinggevenden die dat van elkaar niet weten en dus ook geen inzicht hebben in de werklast van [verweerster]. Wat daarvan ook zij, ook ten aanzien van dit onderwerp geldt dat niet is gesteld of gebleken dat [verweerster] het voldoende (duidelijk) onder de aandacht heeft gebracht van Visser Trading.
4.19
Visser Trading heeft aan [verweerster] betaald verlof verleend. Visser Trading dient aan [verweerster] haar salaris inclusief emolumenten te betalen totdat de arbeidsovereenkomst zal zijn ontbonden. Ook het verzoek tot betaling van het vakantietegoed, waarvan de Visser Trading de omvang niet heeft weersproken, is toewijsbaar. Gezien al het bovenstaande staat onvoldoende vast dat de ontbinding in overwegende mate is te wijten aan [verweerster] en zijn ook de cessantia toewijsbaar als verzocht.
4.2
De vraag of [verweerster] een vergoeding toekomt, beantwoordt het gerecht op grond van al het bovenstaande bevestigend. Het is de beslissing van Visser Trading geweest aan [verweerster] betaald verlof te verlenen; daardoor heeft [verweerster] aanspraak gehouden op het salaris c.a. dat haar ingevolge de arbeidsovereenkomst toekomt. Het feit dat Visser Trading dat aan haar gedurende de periode van betaald verlof heeft betaald c.q. moet betalen, kan dan ook niet afdoen aan de aanspraak van [verweerster] op een vergoeding. Gezien de door Visser Trading aangevoerde gronden en hetgeen daaromtrent is overwogen, komt het gerecht, alle omstandigheden van het geval in aanmerking genomen, de toekenning aan [verweerster] van een vergoeding van NAf 45.000,- bruto billijk voor. Hierbij heeft het gerecht, naast de onder de beoordeling genoemde omstandigheden, de leeftijd van [verweerster], het aantal dienstjaren en de hoogte van haar loon, meegewogen, alsmede dat aannemelijk is dat de beëindiging van het dienstverband voor [verweerster] ernstige financiële gevolgen zal hebben. Aannemelijk is immers dat [verweerster], gezien de huidige arbeidsmarkt, niet gemakkelijk een andere gelijkwaardige functie zal kunnen vinden.
4.21
Nu aan de ontbinding een billijke vergoeding wordt verbonden, zal Visser Trading gelet op artikel 7A:1615w lid 6 Burgerlijk Wetboek in de gelegenheid worden gesteld om het verzoek in te trekken binnen de hierna genoemde termijn.
4.22
Gezien de omstandigheden van het geval zullen de proceskosten worden gecompenseerd als hierna te melden.

5.De beslissing

Het Gerecht:
5.1
steltpartijen in kennis van haar voornemen de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 15 maart 2022 te ontbinden wegens veranderingen in de omstandigheden, onder toekenning van na te melden billijke vergoeding ten laste van Visser Trading;
5.2
steltVisser Trading in de gelegenheid vóór 14 maart 2022 gebruik te maken van haar bevoegdheid het verzoek in te trekken;
5.3
compenseertde proceskosten in die zin, dat partijen de eigen kosten dragen;
en, voor het geval dat Visser Trading niet vóór 14 maart 2022 tot intrekking van het ontbindingsverzoek zal overgaan:
5.4
ontbindtde tussen Visser Trading en [verweerster] bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 15 maart 2022;
5.5
veroordeeltVisser Trading tot betaling aan [verweerster] van haar salaris inclusief emolumenten tot 15 maart 2022, van de wettelijke cessantia van NAf 16.755,61 en van het vakantietegoed van NAf 12.039,77;
5.6
kentter zake van die ontbinding aan [verweerster] ten laste van Visser Trading een vergoeding toe van NAf 45.000,- bruto;
5.7
compenseertde proceskosten in die zin, dat partijen de eigen kosten dragen;
5.8
verklaartdeze beschikking wat betreft 5.5 en 5.6 uitvoerbaar bij voorraad;
5.9
wijstaf het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. O. Nijhuis, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en op 10 maart 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.