Uitspraak
ENNIA CARIBE SCHADE N.V.,
1.Het procesverloop
2.De feiten
Artikel 2 Dekking bij aan- en/of verbouw en bij leegstand
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft eiser, eigenaar van een onroerend goed op Curaçao, een vordering ingesteld tegen Ennia Caribe Schade N.V. naar aanleiding van schade door brand die op 30 mei 2015 in zijn woning is ontstaan. De woning was ten tijde van de brand in verbouwing en stond leeg. Eiser had de woning verzekerd bij Ennia met een Woonhuis Flexibel verzekering. Na de brand heeft eiser een arbitrageprocedure gevoerd, waarbij Ennia werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van NAf 269.227,77, wat ook is voldaan. Eiser vordert nu aanvullende schadevergoeding van Ennia, waaronder huurderving en kosten voor vervangende woonruimte, maar Ennia heeft verweer gevoerd en stelt dat de vordering is verjaard.
Het gerecht heeft de vordering van eiser beoordeeld aan de hand van de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek en de verzekeringsvoorwaarden. Het gerecht oordeelt dat de verjaringstermijn van drie jaren is aangevangen op 10 mei 2016, toen Ennia een definitief standpunt innam over de schadevergoeding. Eiser heeft niet tijdig de verjaring gestuit, waardoor zijn vorderingen op basis van de verzekeringsovereenkomst niet-ontvankelijk worden verklaard. Daarnaast is de vordering op basis van onrechtmatige daad afgewezen, omdat deze niet onafhankelijk van de contractuele verplichtingen kan worden beoordeeld. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van Ennia.