Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De verdere beoordeling
3.De beslissing
4 juli 2022voor akte na deskundigenbericht door beide partijen, waarbij de man zich tevens zal kunnen uitlaten als bedoeld in r.ov. 2.8;
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, betreft het een geschil tussen een vrouw en een man over de verdeling van hun huwelijksgoederengemeenschap. De vrouw, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.T.J. Cicilia, heeft een vordering ingediend tegen de man, die in persoon procedeert. De zaak is voortgekomen uit een eerder tussenvonnis van 13 december 2021, waarin het gerecht heeft overwogen dat er een nieuwe taxatie van de woning moet plaatsvinden, tenzij partijen overeenstemming bereiken over de waarde. De man heeft op 7 februari 2022 een dwangschrift ingediend, maar heeft geen verdere producties ingediend. De vrouw heeft op 21 februari 2022 een akte uitlating met producties ingediend.
Het gerecht heeft in het vonnis van 4 april 2022 bevestigd dat het volhardt bij het tussenvonnis en heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de benoeming van een deskundige voor de taxatie van de woning. De vrouw heeft voorgesteld dat het gerecht een deskundige benoemt, en het gerecht heeft besloten om de heer Ricardo Egberts van Brouwer Taxaties N.V. als deskundige aan te stellen. De deskundige is gevraagd om de onderhandse verkoopwaarde van het onroerend goed per 3 november 2020 vast te stellen. De kosten van de deskundige zullen door beide partijen gelijkelijk worden gedragen.
Het gerecht heeft verder overwogen dat de vrouw aanspraak maakt op een vergoeding van de kosten voor de echtelijke woning en het appartement waar de man verblijft, maar dat deze vergoeding niet kan worden opgevat als een gebruiksvergoeding in de gebruikelijke zin. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling na het deskundigenbericht, waarbij de man zich ook kan uitlaten over de waarde van de inboedel. Het vonnis is uitgesproken door rechter mr. O. Nijhuis.