ECLI:NL:OGEAC:2022:70

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
9 februari 2022
Publicatiedatum
14 april 2022
Zaaknummer
CUR202200139
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstrekking van bankgegevens door Maduro & Curiels Bank N.V. aan curator in faillissement

In deze zaak heeft de curator, Rolf Pohlmann Q.Q., een kort geding aangespannen tegen Maduro & Curiels Bank N.V. (MCB) om gegevens te verkrijgen over transacties die zijn verricht door de failliete vennootschappen. De curator heeft op 20 januari 2022 een verzoekschrift ingediend, waarna op 8 februari 2022 de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. De curator vordert dat MCB binnen vijf dagen na het vonnis afschriften verstrekt van diverse bescheiden, waaronder documentatie over bankrekeningen en overmakingen. MCB heeft verweer gevoerd en stelt dat zij een geheimhoudingsplicht heeft ten opzichte van haar klanten. De rechter heeft geoordeeld dat de curator een rechtmatig belang heeft bij de gevraagde informatie en dat MCB niet kan weigeren deze te verstrekken op basis van haar geheimhoudingsplicht. Het gerecht heeft de vordering van de curator toegewezen en MCB bevolen om de gevraagde documenten te verstrekken, met de verklaring dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202200139
Vonnis in kort geding d.d. 9 februari 2022
inzake
Rolf POHLMANN Q.Q.,
handelende in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de te Duitsland gevestigde rechtspersonen
EURO GRUNDINVEST AG, EURO GRUNDINVEST DEUTSCHLAND 17 GMBH&CO, EURO GRUNDINVEST DEUTSCHLAND 18 GMBH&CO, EURO GRUNDINVEST 20 GMBH&CO en SELFMADE CAPITAL 8 GMBH&CO,
wonend en kantoorhoudend in Duitsland,
eiser,
gemachtigde: mr. Th. Aardenburg,
tegen
de naamloze vennootschap MADURO & CURIELS BANK N.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gevolmachtigde: mr. Z. Metry.
Partijen zullen hierna de curator en MCB worden genoemd.

1.Verloop van de procedure

1.1.
De curator heeft op 20 januari 2022 een verzoekschrift ingediend. Vervolgens heeft op 8 februari 2022 de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij de gemachtigden zijn verschenen en het woord hebben gevoerd, mede aan de hand van door hen overgelegde pleitaantekeningen.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Bij verstekvonnis van dit gerecht van 25 januari 2021 zijn de vennootschappen UNO Funds STC B.V. en Solartaic Ltd. (hierna: de vennootschappen) hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan de curator van
NAf 12.589.018,22, te vermeerderen met rente en kosten. Tevens zijn de vennootschappen bevolen tot het overleggen van bankafschriften waaruit blijkt welke overmakingen van de verkoopopbrengst van Mallorcaanse vastgoedprojecten op de rekeningen van de vennootschappen bij First Caribbean Bank Curacao (FCIB) en MCB zijn gestort en hoe deze bedragen vervolgens door de vennootschappen van deze rekeningen zijn overgemaakt naar elkaar of naar derden.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen het vonnis is verzet aangetekend. Deze zaak staat voor vonnis.
2.2.
De achterliggers van de vennootschappen zijn de heer […] (voorheen […]) en zijn echtgenote […]. Tegen hen loopt in Zwitserland een strafrechtelijk onderzoek naar witwassen en strafrechtelijke bestuurdersaansprakelijkheid.
2.3.
De vennootschappen hebben niet voldaan aan het bevel tot overlegging van bankafschriften. Bij kortgedingvonnis van dit gerecht van 5 oktober 2021 (ECLI:NL:OGEAC:2021:173) is de curator gemachtigd om de bankafschriften zelf bij FCIB en MCB op te vragen. Bij kortgedingvonnis van dit gerecht van 3 december 2021 is MCB bevolen om aan de curator bankafschriften te verstrekken van de rekeningen die Solartaic bij MCB aanhoudt over de periode juli 2017 tot en met december 2017.
2.4.
FCIB en MCB hebben voldaan aan het bevel tot verstrekking van de bankafschriften. Uit de bankafschriften (en de door […] in de Zwitserse strafzaak afgelegde verklaringen) volgt dat een bedrag van ongeveer
€ 3 miljoen vanuit de bij MCB aangehouden rekening van Solartaic naar buitenlandse entiteiten is gegaan.
2.5.
Per e-mail van 20 december 2021 heeft de curator aan MCB verzocht onderliggende informatie aan te leveren waaruit blijkt naar welke bank en op welke bankrekening de betalingen zijn gedaan. Aan dat verzoek heeft MCB niet voldaan.

3.Het geschil

3.1.
De curator vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, MCB te veroordelen om aan de curator binnen vijf (5) dagen na het te wijzen vonnis, althans binnen een door het gerecht te bepalen termijn, afschrift te verstrekken van de volgende bescheiden:
documentatie waaruit blijkt van naam- en adresgegevens van de banken naar wie de bedragen zijn overgemaakt zoals gespecificeerd in het als productie 9 bij het verzoekschrift ingebrachte overzicht;
swift transfer documentatie met betrekking tot vorenbedoelde overmakingen en documentatie waaruit blijkt van de bankrekening-, IBAN en BIC nummers/codes;
documentatie waaruit blijkt van de adresgegevens van de begunstigden van de vorenbedoelde bankrekeningen;
overige bij de MCB beschikbare (onderliggende) bescheiden met betrekking tot de gedane overmakingen;
op straffe van een direct opeisbare dwangsom van NAf 5.000 per dag of dagdeel dat MCB niet aan de veroordeling van het gerecht zal voldoen en met veroordeling van MCB in de kosten van de procedure.
3.2.
MCB voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang voor de beoordeling, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De curator stelt dat hij een spoedeisend belang heeft bij het verkrijgen van de onderliggende informatie over de betalingen die zijn gedaan vanuit de rekening van Solartaic bij MCB, zodat de curator deze gelden waar mogelijk nog kan veiligstellen voor de failliete boedels. Er is voldaan aan de voorwaarden van artikel 843a Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), aldus de curator. De bank is bovendien geen geheimhouder, zodat ook geen sprake is van gewichtige redenen om niet aan het verzoek te voldoen.
4.2.
MCB stelt dat zij ten opzichte van haar klanten een contractuele geheimhoudingsplicht heeft. Klanten van de bank moeten er op kunnen vertrouwen dat de bank haar gegevens niet op eerste verzoek van derden vrijgeeft. MCB voert verder aan dat het aan de curator is om de benodigde informatie op te (laten) vragen bij […] en/of via openbare bronnen te achterhalen naar welke bedrijven de bedragen zijn overgemaakt.
4.3.
Gelet op het bepaalde in artikel 843a lid 1 Rv is de vordering tot overlegging van stukken toewijsbaar indien de curator een rechtmatig belang heeft bij de vordering, indien sprake is van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin de curator of zijn rechtsvoorgangers partij zijn en indien MCB deze bescheiden tot haar beschikking of onder haar berusting heeft. De vordering wordt op grond van artikel 843a lid 4 Rv afgewezen indien niet is voldaan aan voornoemde voorwaarden dan wel indien sprake is van stukken die verplichten tot geheimhouding, er gewichtige redenen zijn om geen inzage, afschrift of uittreksel te verstrekken of indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van die gegevens is gewaarborgd.
4.4.
De curator heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij een rechtmatig belang heeft bij de vordering. Op grond van het vonnis van 25 januari 2021 dienen de vennootschappen een bedrag van ruim NAf 12 miljoen te voldoen. Het staat inmiddels vast dat een gedeelte van dit bedrag terecht is gekomen op de rekening van Solartaic bij MCB en dat vanuit deze rekening voor een bedrag van ruim € 3 miljoen bedragen zijn overgemaakt naar diverse (buitenlandse) rekeningen. De curator heeft de verzochte bescheiden voldoende gespecificeerd en MCB heeft ter zitting bevestigd dat zij de curator de verzochte bescheiden kan verstrekken. op zichzelf is tussen partijen niet in geschil dat aan de voorwaarden van artikel 843a lid 1 Rv is voldaan. Gelet op het verweer van MCB is met name de vraag aan de orde of er desondanks aanleiding bestaat de vordering af te wijzen op een van de gronden van artikel 843a lid 4 Rv. MCB benoemt in dat verband haar contractuele geheimhoudingsplicht en stelt dat zij weliswaar geen geheimhouder is in de zin van artikel 843a lid 3 Rv, maar desondanks als bank niet op ieder verzoek, zonder onderliggend vonnis, informatie aan derden kan en wil verstrekken. De door MCB gestelde contractuele geheimhoudingsplicht kan er in deze situatie, waarin de vennootschappen bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis zijn veroordeeld tot betaling, en waarin in opvolgende vonnissen is beslist dat MCB, bij gebreke aan medewerking door de achterliggers van de vennootschappen, bankafschriften dient te verstrekken, echter niet aan in de weg staan dat zij de door de curator verzochte (nadere) informatie verstrekt. Verder heeft de curator voldoende aannemelijk gemaakt dat van de achterliggers van de vennootschappen geen medewerking is verkregen en ook geen medewerking (meer) te verwachten is. Ook heeft de curator onbetwist naar voren gebracht dat het redelijkerwijs niet mogelijk is (gebleken) om op een andere wijze aan de verzochte informatie te komen.
4.5.
Gelet op het voorgaande zal de vordering van de curator worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal worden afgewezen, nu MCB heeft toegezegd vrijwillig te zullen voldoen aan een veroordelend vonnis.
4.6.
Het gerecht ziet, in het gegeven dat MCB verweer heeft gevoerd uit het oogpunt van zorgvuldigheid en in het belang van derden, aanleiding om de proceskosten te compenseren.

5.De beslissing

Het Gerecht:
rechtdoende in kort geding:
5.1.
beveelt MCB om binnen vijf dagen na dit vonnis afschrift te verstrekken van de volgende bescheiden:
documentatie waaruit blijkt van naam- en adresgegevens van de banken naar wie de bedragen zijn overgemaakt zoals gespecificeerd in het als productie 9 bij het verzoekschrift ingebrachte overzicht;
swift transfer documentatie met betrekking tot vorenbedoelde overmakingen en documentatie waaruit blijkt van de bankrekening-, IBAN en BIC nummers/codes;
documentatie waaruit blijkt van de adresgegevens van de begunstigden van de vorenbedoelde bankrekeningen;
overige bij de MCB beschikbare (onderliggende) bescheiden met betrekking tot de gedane overmakingen;
5.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
wijst het meer of anders gevorderde af;
5.4.
compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt;.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock, rechter, en op 9 februari 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.