Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.[GEDAAGDE sub 1] ,
[GEDAAGDE sub 2] ,
[GEDAAGDE sub 3] ,
[GEDAAGDE sub 4]en
[GEDAAGDE sub 5] ,
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, gaat het om een erfrechtelijk geschil na het overlijden van erflater [naam 1] op 27 oktober 1982. De eiser, die zich heeft aangemeld als zoon van erflater, vordert onder andere de vernietiging van notariële aktes die betrekking hebben op de verdeling van de nalatenschap. De gedaagden, die familie zijn van erflater, hebben zich op verjaring en rechtsverwerking beroepen, maar het gerecht heeft geoordeeld dat eiser als enige erfgenaam moet worden beschouwd, nu zijn vaderschap gerechtelijk is vastgesteld. Het gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagden wisten dat eiser de zoon van erflater was en dat hij recht heeft op rekening en verantwoording over de nalatenschap. De vorderingen van eiser zijn toegewezen, inclusief de verplichting voor gedaagden om de koopsom van een verkocht perceel grond aan eiser te betalen en om rekening en verantwoording af te leggen over de nalatenschap. Tevens is eiser toegestaan om kosteloos te procederen, en zijn de gedaagden veroordeeld in de proceskosten.