Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
CIMS VASTGOED B.V.,
1.Het procesverloop
- het op 18 augustus 2022 ter griffie ingediende verzoekschrift met producties, geregistreerd onder nummer CUR202203214;
- het tussen partijen gewezen verstekvonnis van 17 oktober 2022, met zaaknummer CUR202203214;
- het op 10 november 2022 ter griffie ingediende verzetschrift;
- de conclusie van antwoord in de verzetzaak van 16 januari 2023;
- de conclusie van repliek in verzet van 13 maart 2023;
- de akte uitlating producties van CIMS van 17 april 2023.
2.De vordering en het verweer
3.De beoordeling
voicemessagestussen haar en de beheerder van het gehuurde, de heer […].
voicemessagesdie [opposante] heeft overgelegd in dit verband, onderbouwen dit standpunt niet, maar bevestigen slechts dat [opposante] aan de beheerder van het gehuurde kenbaar heeft gemaakt dat zij de vele bezichtigingen als vervelend ervaart en dat zij daarom aan CIMS heeft voorgesteld de woning eerder te verlaten. [opposante] geeft daarbij zelf aan dat CIMS niet wilde instemmen met een vroegtijdige beëindiging van de huur. Zo zegt zij in haar
voicemessagevan 18 april 2022 aan de beheerder, over de reactie van CIMS ([…]) op het voorstel om het gehuurde eerder te verlaten: “
ta pesei ma bisa […] bia pasa, lagami sali, pero no, e tabata reluctant(…)”. Verder blijkt ook dat [opposante] meermaals heeft aangekondigd aan CIMS en ook de beheerder van het gehuurde dat zij naar de huurcommissie toe zal stappen, zo begrijpt het gerecht, omdat CIMS juist niet wilde instemmen met een vroegtijdige beëindiging van de huur. [opposante] heeft verder aangevoerd dat de aanmaningsbrief van 19 april 2022 van CIMS niet de maanden mei en juni 2022 bevatten, maar zij gaat voorbij aan het feit dat die aanmaning betrekking had op de huurachterstand die [opposante] “
tot heden” (dus tot april 2022) had opgebouwd.