In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de werkgever, DIOLÉ N.V., voor een ongeval dat plaatsvond op 2 september 2018, waarbij de werkneemster, [eiseres], van de trap viel in het restaurant waar zij werkzaam was. De werkneemster was sinds 4 juni 2018 in dienst als kok en viel van de onderste treden van de trap terwijl zij naar beneden liep. Na het ongeval werd zij arbeidsongeschikt verklaard en ontving zij ongevallengeld van de SVB. De werkneemster stelde de werkgever aansprakelijk voor de schade die zij had geleden, stellende dat de werkgever zijn zorgplicht had geschonden door onvoldoende verlichting op de trap te bieden.
De werkgever betwistte de aansprakelijkheid en voerde aan dat er voldoende licht was op de trap en dat de val het gevolg was van een ongelukkige misstap van de werkneemster. De Inspectie Arbeidsveiligheid concludeerde in een rapport dat de trap niet ondeugdelijk was en dat de werkneemster zelf verantwoordelijk was voor haar val. Het gerecht oordeelde dat er geen sprake was van onzorgvuldig handelen van de werkgever, aangezien de trap veilig was en de werkneemster zelf had kunnen zorgen voor voldoende verlichting.
Het gerecht wees de vorderingen van de werkneemster af en veroordeelde haar in de proceskosten, maar verleende haar wel toestemming om kosteloos te procederen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers en werknemers in het kader van arbeidsomstandigheden en aansprakelijkheid.