In deze zaak vorderen eisers, [eiser sub 1] en [eiser sub 2], betaling van AGENCIA FUNERARIA SEÑORIAL N.V. (AFS) op basis van een mondelinge overeenkomst voor werkzaamheden die zij hebben verricht bij de realisatie van een Drive-Thru faciliteit. De eisers stellen dat zij met AFS een overeenkomst hebben gesloten waarbij zij AFS zouden begeleiden bij het realiseren van de Drive-Thru, en dat zij recht hebben op een vergoeding van NAf 350 per uitvaart, na terugverdienen van de investeringskosten van NAf 11.000. AFS betwist het bestaan van een overeenkomst en stelt dat de werkzaamheden van [eiser sub 1] slechts een vriendendienst waren, terwijl [eiser sub 2] geen werkzaamheden heeft verricht.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de stelplicht en bewijslast bij de eisers ligt. De eisers hebben hun vordering onderbouwd met verklaringen van betrokkenen en een audio-opname van een gesprek met de directrice van AFS, [naam 1]. Het gerecht oordeelt dat AFS onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat er een overeenkomst van aanneming van werk tot stand is gekomen. De door AFS ingebrachte facturen ondersteunen de stellingen van de eisers dat zij als aannemers hebben gefunctioneerd. Het gerecht concludeert dat AFS de eisers moet betalen voor hun werkzaamheden, na aftrek van de investeringskosten, en wijst de vordering toe tot een bedrag van NAf 10.132,78, vermeerderd met wettelijke rente.