Uitspraak
Uitspraak
[Eiser],
de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP),
Inleiding
Beoordeling door het Gerecht
Conclusie en gevolgen
Beslissing
verklaartzich
onbevoegd.
zes wekenna de dag van kennisgeving van de uitspraak.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze uitspraak beoordeelt het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao het beroep van eiser tegen de beslissing van de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP) om zijn taxivergunning in te trekken. De intrekking vond plaats op 29 april 2022, toen eiser 85 jaar oud was. Eiser heeft op 5 december 2022 beroep ingesteld tegen deze intrekking. Tijdens de zitting op 19 april 2023 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigden, terwijl de verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde en een collega van het ministerie van VVRP.
Het Gerecht heeft eerst zijn bevoegdheid beoordeeld en geconcludeerd dat de brief van 29 april 2022 geen beschikking is in de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Volgens artikel 3, eerste lid, van de Lar is een beschikking een schriftelijk besluit van een bestuursorgaan dat een publiekrechtelijke rechtshandeling inhoudt die niet van algemene strekking is. Het Gerecht oordeelt dat de intrekking van de taxivergunning voortvloeit uit de wet, namelijk de gewijzigde Eilandsverordening personenvervoer, die bepaalt dat een vergunning van rechtswege vervalt wanneer de vergunninghouder de leeftijd van 65 jaar bereikt.
Het Gerecht concludeert dat er geen rechtsgevolg is van de brief van 29 april 2022, omdat de vergunning al van rechtswege was vervallen. Hierdoor is het Gerecht onbevoegd om het beroep van eiser inhoudelijk te beoordelen. De omstandigheid dat verweerder in de brief schrijft dat de vergunning wordt ingetrokken, verandert hier niets aan. Het Gerecht volgt ook het kader van de Raad van State met betrekking tot gedoogbeschikkingen, wat betekent dat zelfs als de eerdere vergunningen als gedoogbeschikkingen worden aangemerkt, de intrekking daarvan geen beschikking is in de zin van de Lar. Het Gerecht verklaart zich derhalve onbevoegd en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.