In deze zaak, die voortvloeit uit een ongeval tijdens de Marcha di Despedida op 4 maart 2014, heeft eiseres letselschade geleden door het instorten van een muur langs de carnavalsroute. Eiseres, die blijvend verlamd is geraakt, heeft het Land Curaçao aansprakelijk gesteld. In eerdere tussenvonnissen is vastgesteld dat het Land onrechtmatig heeft gehandeld, omdat het op de hoogte was van de instortingsgevaar van de muur. In het eindvonnis van 23 oktober 2023 heeft het gerecht de schade van eiseres vastgesteld op NAf 2.379.467, met inachtneming van eerder toegewezen voorschotten. De schadevergoeding omvat zowel materiële als immateriële schade, en de wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de datum van het ongeval en de indiening van het verzoekschrift. Het gerecht heeft ook de proceskosten aan de zijde van eiseres toegewezen, waarbij het Land als de in het ongelijk gestelde partij wordt aangemerkt. In de vrijwaringszaak tegen de gedaagde in vrijwaring heeft het gerecht de vordering van het Land afgewezen, met veroordeling van het Land in de kosten. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door rechter P.E. de Kort.