Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
eiseres,
gemachtigde: mr. M.A. van den Berg,
de naamloze vennootschap
hierna te noemen: Bala,
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft [eiseres], een administratieve kracht die sinds 3 juli 1995 in dienst is bij BALA PRODUCTIONS N.V., een kort geding aangespannen tegen haar werkgever vanwege het niet ontvangen van salaris. Sinds juli 2023 heeft [eiseres] geen salaris meer ontvangen, ondanks herhaalde verzoeken om betaling. BALA heeft erkend dat [eiseres] in dienst is, maar heeft aangevoerd dat de financiële situatie van het bedrijf zo precair is dat zij niet in staat zijn om het salaris te betalen. De werkgever heeft aangegeven dat zij overweegt om een ontslagvergunning aan te vragen of mogelijk faillissement aan te vragen.
De rechter heeft vastgesteld dat er een arbeidsovereenkomst bestaat en dat BALA verplicht is om het salaris van [eiseres] te betalen. De financiële problemen van BALA ontslaan hen niet van hun verplichtingen zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt. De rechter heeft de vordering van [eiseres] toegewezen, waarbij BALA werd veroordeeld om het achterstallige loon te betalen, evenals de wettelijke verhoging en rente. Daarnaast is BALA veroordeeld in de proceskosten van [eiseres].
Het vonnis is uitgesproken op 3 november 2023 door mr. M.E.B. de Haseth, en de rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [eiseres] recht heeft op onmiddellijke betaling van het verschuldigde loon.