ECLI:NL:OGEAC:2023:293

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
12 september 2023
Publicatiedatum
24 november 2023
Zaaknummer
CUR202300696
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding met nevenbeslissingen en zorgregeling voor minderjarigen

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao op 12 september 2023 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die op 16 april 2004 in Rotterdam zijn gehuwd. De vrouw, vertegenwoordigd door mr. B.J. Rollings, heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken en diverse nevenbeslissingen te treffen, waaronder de hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen en alimentatie. De man, vertegenwoordigd door mr. J.H. Schmitz, heeft verweer gevoerd. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 juni 2023 en de voortzetting op 31 augustus 2023 zijn beide partijen in persoon verschenen.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam ontwricht is en heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen. Tevens is bepaald dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de vrouw zal zijn, en is een zorgregeling vastgesteld waarbij de kinderen om de week bij de man verblijven. De man heeft ingestemd met het verzoek van de vrouw om de echtelijke woning te blijven gebruiken en heeft ook ingestemd met de alimentatieverplichtingen. De vrouw heeft verzocht om een bijdrage van NAf 650 per kind per maand en NAf 1.325 per maand voor haar levensonderhoud. De man heeft recent zijn baan in Aruba opgezegd en is naar Curaçao verhuisd, wat invloed heeft op zijn financiële situatie. De zaak is naar de rol verwezen voor verdere behandeling van de alimentatieverzoeken.

De beschikking is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummers: CUR202300696
Beschikking van 12 september 2023
Inzake:
[DE VROUW],
wonende in Curaçao,
verzoekster, hierna ook te noemen de vrouw,
gemachtigde: mr. B.J. Rollings,
tegen
[DE MAN],
wonende in Curaçao,
verweerder, hierna ook te noemen de man,
gemachtigde: mr. J.H. Schmitz.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, op 8 maart 2023 ter griffie ingediend;
  • de mondelinge behandeling op 13 juni 2023, waarbij de vrouw en de man in persoon zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde voornoemd, en voortzetting van de behandeling op 31 augustus 2023 is aangezegd,
  • de voortzetting van de mondelinge behandeling op 31 augustus 2023, waarbij de vrouw en de man in persoon zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde voornoemd, alsmede een medewerker van de voogdijraad;
  • de gemachtigde van de man heeft ter zitting een pleitnota ingediend.
1.2.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op 16 april 2004 te Rotterdam in Nederland binnen algehele gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. Uit het huwelijk van partijen zijn twee nu nog minderjarige kinderen geboren genaamd:
-
[kind 1],geboren op [geboortedatum] 2006 te Vlaardingen in Nederland;
-
[kind 2],geboren op [geboortedatum] 2010 te Schiedam in Nederland (hierna: de minderjarigen).
2.2.
Het huwelijk van partijen is duurzaam ontwricht.

3.Het verzoek en het verweer

3.1
De vrouw verzoekt het gerecht bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. de echtscheiding van partijen uit te spreken,
b. te bepalen dat de vrouw tegenover de man bevoegd is de bewoning en het gebruik van de bij die woning en tot de inboedel daarvan behorende zaken voort te zetten totdat de woning in het kader van de verkoop is overgedragen aan de koper; c. te bepalen dat de kinderen van partijen na de echtscheiding hun gewone verblijfplaats bij de vrouw zullen hebben;
d. met ingang van dagtekening van de beschikking de volgende zorgregeling tussen de kinderen van partijen en de man vast te stellen:
- dat het de man is toegestaan om dagelijks telefonisch of via videobellen contact met de minderjarigen heeft;
-dat de minderjarigen omgang met de man hebben als ho op Curacao verblijft;
-dat de minderjarigen gedurende de kerst-, paas- en groot schoolvakanties bij ieder der ouders gelijkelijk zullen verblijven;
-dat partijen van vorengaande regeling kunnen afwijken, ingeval zulks in onderling overleg geschiedt.
e. te bepalen dat de man zal bijdragen in de kosten van opvoeding en levensonderhoud van de kinderen met NAf 650,00 per kind per maand, bij vooruitbetaling aan de vrouw te voldoen, met ingang van de datum van indiening van dit verzoekschrift, althans met ingang van de dagtekening van de beschikking;
f. te bepalen dat de man zal bijdragen in het levensonderhoud van de vrouw met NAf 1.325,- netto per maand, bij vooruitbetaling per maand aan haar te voldoen, met ingang van de datum van indiening van dit verzoekschrift, althans met ingang van de dagtekening van de beschikking;
g. de verdeling van de tussen partijen bestaande/bestaan hebbende gemeenschap van goederen vast te stellen;
h. te bepalen dat de vrouw wordt gemachtigd om ex artikel 3:174 BW de echtelijke woning te aan de [adres] te gelde te maken, waarbij ook wordt bepaald dat de beschikking van het gerecht in de plaats komt van de voor de eigendomsoverdracht en levering van de woning noodzakelijke toestemming en/of handtekening van de man.
3.2.
De man heeft verweer gevoerd.
3.3.
Op de stellingen en verweren van partijen zal hierna, voor zover van belang voor de beoordeling, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

Echtscheiding en verdeling gemeenschap
4.1.
Het verzoek tot echtscheiding kan als onweersproken en op de wet gegrond worden toegewezen, evenals het verzoek tot het geven van een bevel tot verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap, met benoeming van een notaris en onzijdige personen.
Gebruik en machtiging echtelijke woning
4.2.
De man heeft ingestemd met het verzoek van de vrouw om de echtelijke woning te blijven gebruiken. Gelet hierop, komt het verzoek onder b. voor toewijzing in aanmerking. Ten aanzien van het verzoek onder h. overweegt het gerecht als volgt. Ter zitting hebben partijen te kennen gegeven dat de man de vrouw inmiddels heeft gemachtigd ter zake van de verkoop van de echtelijke woning. De vrouw heeft hiertoe een makelaar in de arm genomen en het huis is op de markt gebracht. De man heeft ermee ingestemd dat het proces verder via de vrouw zal verlopen, maar heeft verzocht dat de vrouw hem op de hoogte brengt ingeval een bod wordt uitgebracht dan wel een uitgebracht bod niet wordt geaccepteerd. De vrouw heeft hiermee ingestemd. Partijen hebben uitgesproken dat het in hun beider belang is om de woning zo goed mogelijk te verkopen. Partijen wensen op korte termijn tot een verdeling van de gemeenschap te komen, ervan uitgaande dat de woning te gelde wordt gemaakt.
Onder deze omstandigheden, en nu de vrouw voor het overige niet anderszins heeft aangevoerd, wordt het verzoek onder h. wegens het ontbreken van belang daarbij afgewezen.
Hoofverblijf minderjarigen
4.3.
De vrouw heeft verzocht te bepalen dat de feitelijke verblijfplaats van de minderjarigen bij de vrouw is. De man gaat hiermee akkoord.
Het gerecht zal het verzoek van de vrouw met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen toewijzen.
Zorgregeling
4.4.
Nadat partijen hun standpunten naar voren hebben gebracht omtrent vaststelling van een zorgregeling zijn partijen het volgende overeengekomen:
- dat de minderjarigen om de week het weekeinde bij de man verblijven; de man haalt de minderjarigen op vrijdag om 18:00 uur op, tot zondag tot 18:00 uur;
- dat het de man is toegestaan om dagelijks telefonisch of via videobellen contact met de minderjarigen te hebben;
- dat de minderjarigen gedurende de kerst-, paas- en grote schoolvakanties bij ieder der ouders gelijkelijk zullen verblijven;
- dat partijen van vorengaande regeling kunnen afwijken, ingeval zulks in onderling overleg geschiedt, waarbij flexibiliteit over en weer het uitgangspunt is.
Kinder- en partneralimentatie
4.5.
De vrouw heeft het gerecht verzocht te bepalen dat de man aan haar een bedrag van NAf 650 per minderjarige per maand betaalt als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen. Voorts heeft de vrouw het gerecht verzocht te bepalen dat de man aan haar een bedrag van NAf 1.325 betaalt ter voorziening in haar levensonderhoud.
Ter onderbouwing van deze verzoeken heeft de vrouw stukken betreffende haar draagkracht en de behoefte van de minderjarigen overgelegd. Bij deze verzoeken is de vrouw uitgegaan van de situatie dat de man in Aruba woont en daar een goedbetaalde baan heeft.
4.6.
Inmiddels heeft de man zijn baan in Aruba opgezegd, is naar Curaçao verhuisd en heeft alhier een nieuwe baan gevonden, met een beduidend lager salaris. De man heeft eerst ter zitting een berekening overgelegd, uitgaande van zijn huidige situatie. Op haar verzoek wordt de vrouw in de gelegenheid gesteld om bij akte hierop te reageren. De zaak wordt daartoe naar de rol verwezen.
4.7
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

Het gerecht:
5.1.
spreekt de echtscheiding uit tussen partijen van het op 16 april 2004 te Rotterdam in Nederland gesloten huwelijk;
5.2.
beveelt partijen na inschrijving van deze beschikking in de registers van de burgerlijke stand met elkaar over te gaan tot verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap waarin partijen zijn gehuwd;
5.3.
benoemt voor het geval dat partijen niet binnen een maand na deze uitspraak omtrent de keuze van een notaris overeenstemming hebben bereikt tot notaris ten overstaan van wie de werkzaamheden der verdeling zullen plaatsvinden: mr. A. Chatlein notaris ter standplaats Curaçao of een van diens plaatsvervangers;
5.4.
benoemt tot onzijdige personen in geval van weigerachtigheid en/of nalatigheid van de man en/of de vrouw tot medewerking aan de werkzaamheden der verdeling, de deurwaarders: C.L. Villanueva en P. Kirindongo
,beiden wonende in Curaçao, ter vertegenwoordiging van respectievelijk de man en de vrouw;
5.5.
bepaalt dat de vrouw tot aan een overdracht bevoegd is de woning te gebruiken;
5.6.
bepaalt de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de vrouw;
5.7.
stelt de zorgregeling vast tussen de man en de minderjarigen als omschreven onder 4.4 en bepaalt dat deze ingaat op 1 september 2023;
5.8.
verwijst de zaak naar de rolzitting familiezaken van
3 oktober 2023 om 08.30 uurvoor akte zijdens de vrouw conform het overwogene onder 4.6;
5.9.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.10.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, bijgestaan door B. Nucatia, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 september 2023 in aanwezigheid van de griffier.