ECLI:NL:OGEAC:2023:303
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Adoptie van een minderjarige door een stiefouder ondanks het ontbreken van een positief advies van de Voogdijraad
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 5 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot adoptie van de minderjarige [kind 1] door verzoeker, die in persoon procedeerde. De minderjarige is geboren uit de relatie tussen de moeder en [naam 1], die op 22 september 2020 is overleden. Verzoeker is op 25 mei 2018 in Venezuela met de moeder van de minderjarige getrouwd en samen hebben zij ook een ander kind, [kind 2], dat op 4 juni 2019 in Curaçao is geboren. Sinds 2019 wonen verzoeker, de moeder en beide kinderen samen in Curaçao.
Het procesverloop omvatte onder andere een verzoekschrift dat op 5 juli 2023 is ingediend, een beschikking van 26 juli 2023 waarin de Voogdijraad tot bijzondere curator is benoemd, en een rapport van de Voogdijraad van 6 september 2023. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 september 2023 waren verzoeker, de moeder en een medewerker van de Voogdijraad aanwezig. De Voogdijraad concludeerde dat het in het belang van de minderjarige is dat hij door verzoeker wordt geadopteerd, maar gaf geen positief advies omdat verzoeker nog niet had voldaan aan bepaalde formaliteiten.
Het Gerecht oordeelde dat, ondanks het ontbreken van een positief advies van de Voogdijraad, de adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige is. Het Gerecht volgde de conclusie van de Voogdijraad dat er een stabiele en veilige omgeving is voor de minderjarige en dat hij een hechte band met verzoeker heeft. Het Gerecht hechtte ook waarde aan de instemming van de moeder met het verzoek tot adoptie. Uiteindelijk werd het verzoek tot adoptie toegewezen, en werd de adoptie van de minderjarige door verzoeker uitgesproken, met de bepaling dat de geadopteerde de geslachtsnaam van verzoeker en de moeder zal dragen.