ECLI:NL:OGEAC:2023:311

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
29 november 2023
Zaaknummer
CUR201100115 / CUR201100032
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging plaatsing van minderjarigen in justitiële instellingen

Op 20 september 2023 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wijziging van de plaatsing van twee minderjarigen, zussen van elkaar, die onder toezicht staan. [kind 1] staat sinds 26 oktober 2011 onder toezicht en is eerder geplaatst in de Justitiële Jeugd Inrichting Curaçao (JJIC). [kind 2] staat eveneens onder toezicht en is recent geplaatst in Huize Rose Pelletier. De gezinsvoogd heeft geadviseerd om de plaatsing van [kind 2] in Huize Rose Pelletier op te heffen en haar te plaatsen in JJIC, terwijl [kind 1] van JJIC naar Huize Rose Pelletier zou moeten worden overgeplaatst. Tijdens de zitting op 6 september 2023 is het gedrag van [kind 2] in Huize Rose Pelletier besproken, waaruit bleek dat haar gedrag onhoudbaar was geworden, met incidenten van agressie en oppositioneel gedrag. De gezinsvoogd heeft benadrukt dat [kind 2] meer structuur nodig heeft, wat in JJIC geboden kan worden. De vader van de kinderen heeft geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek van de gezinsvoogd. Het Gerecht heeft uiteindelijk besloten om de plaatsing van [kind 2] in Huize Rose Pelletier op te heffen en haar te plaatsen in JJIC, terwijl de plaatsing van [kind 1] in JJIC gehandhaafd blijft, gezien haar vooruitgang en de vertrouwensband met haar mentor. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR201100115/CUR201100032
Beschikking wijziging plaatsing d.d. 20 september 2023
Inzake de minderjarigen
:
[kind 1],geboren op [geboortedatum] [geboortejaar] te Curaçao,
[kind 2],geboren op [geboortedatum] [geboortejaar] in Curaçao,
Belanghebbenden:
[de moeder],de moeder van de minderjarigen,
[de vader],de vader van de minderjarigen.

1.De procedure en het verzoek

1.1
De minderjarigen zijn zussen van elkaar.
1.2 [
kind 1] staat sinds 26 oktober 2011 onder toezicht. De ondertoezichtstelling is bij beschikking van 12 oktober 2022 verlengd met een jaar, ingaande 26 oktober 2022, met handhaving van de plaatsing bij mevrouw [naam 1]. Bij beschikking van 30 november 2022 heeft het gerecht de plaatsing bij mevrouw [naam 1] met ingang van 24 november 2022 opgeheven en met ingang van die datum de plaatsing bevolen van [kind 1] in de Justitiële Jeugd Inrichting Curaçao (hierna: JJIC).
1.3 [
kind 2] staat sinds 26 oktober 2011 onder toezicht. De ondertoezichtstelling is bij beschikking van 12 oktober 2022 verlengd met een jaar, ingaande 26 oktober 2022 met handhaving van de plaatsing bij mevrouw [naam 2]. Bij stempelbeschikking van 22 mei 2023 heeft het gerecht de plaatsing bij mevrouw [naam 2] opgeheven, met plaatsing van [kind 2] in Huize Rose Pelletier.
1.4
Op 25 augustus 2023 is ingekomen een rapportage omtrent de huidige situatie van de
minderjarigen. Bij schriftelijk advies 25 augustus 2023 heeft de gezinsvoogd geadviseerd:
- om de plaatsing van [kind 2] in Huize Rose Pelletier op te heffen en haar te plaatsen in JJIC;
- om de plaatsing van [kind 1] in JJIC op te heffen en haar in Huize Rose Pelletier te plaatsen.
1.4.
Bij de bespreking van 6 september 2023 zijn verschenen [kind 1], [kind 2], de gezinsvoogd [naam 3] en [naam 4], de vader, mevrouw [naam 5] en mevrouw [naam 6], van Huize Rose Pelletier, en mevrouw [naam 7] en mevrouw [naam 8] van JJIC. [kind 1] en [kind 2] zijn apart gehoord. De moeder was wel op de hoogte van de zitting, maar is niet verschenen.
1.5
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
Ter zitting is het volgende besproken. De gezinsvoogd heeft ter toelichting van haar verzoek aangevoerd dat het gedrag van [kind 2] in Huize Rose Pelletier onhoudbaar is geworden. [kind 2] vertoont zowel tegen het personeel van Huize Rose Pelletier als tegen de medebewoners hevig oppositioneel gedrag en is fysiek en verbaal agressief tegen personeel en medebewoners. Ook zijdens Huize Rose Pelletier is ter zitting bevestigd dat het gedrag van [kind 2] bij Huize Rose Pelletier niet langer houdbaar is, in het bijzonder niet nadat een incident met een mes heeft plaatsgevonden. Zij staan achter het verzoek van de gezinsvoogd tot overplaatsing van [kind 2] naar JJIC. Volgens de gezinsvoogd kan aan [kind 2] in JJIC meer structuur geboden worden hetgeen zij nodig heeft om haar gedrag onder controle te krijgen. Ten aanzien van [kind 1] adviseert de gezinsvoogd om haar plaatsing in JJIC op te heffen en haar in Huize Rose Pelletier te plaatsen, ondanks dat JJIC niet openstaat voor een “ruil”.
2.2.
De vader heeft geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek van de gezinsvoogd.
2.3.
Het gerecht is van oordeel dat, gelet op hetgeen in de rapportage is vermeld en hetgeen door alle betrokkene ter zitting naar voren is gebracht, plaatsing van [kind 2] in JJIC aangewezen is. Van de zijde van JJIC is ter zitting naar voren gebracht dat plaatsing van [kind 2] in JJIC onwenselijk is, omdat een andere zus, [naam 9], daar onlangs is geplaatst en beide zussen een naar buiten gericht en explosief karakter hebben, en zij elkaar daarin zullen versterken. Het gerecht heeft begrip voor de uitdagingen in de feitelijke uitvoering van gerechtelijke beschikkingen waar instanties als JJIC mee te maken hebben, en ziet ook zeker de uitdagingen in dit specifieke geval. Daar staat tegenover dat het in het belang van de opvoeding en verzorging van [kind 2] noodzakelijk is, dat zij geplaatst wordt in JJIC. Alternatieven zijn, gelet op de omstandigheid dat [kind 2] sinds het incident in Huize Rose Pelletier in huis bij haar vader en drie halfbroers verblijft, de ongeschikte thuissituatie van [kind 2], de eerdere plaatsingen elders, en de problematiek waar zij mee te maken heeft, hier te lande niet voorhanden.
2.4
Het gerecht ziet geen aanleiding om de plaatsing van [kind 1] bij JJIC op te heffen. Naar het oordeel van het gerecht is het in het belang van de opvoeding en verzorging van [kind 1] noodzakelijk dat zij geplaatst blijft in JJIC. Daarbij neemt het gerecht in aanmerking de uitdrukkelijke wens van [kind 1], zoals zij dat bij haar gehoor heeft verwoord, en de toelichting van de zijde van de medewerkers van JJIC over de behandeling van [kind 1]. In het bijzonder hecht het gerecht belang aan de vooruitgang die [kind 1] gedurende haar behandeling in JJIC heeft geboekt, de vertrouwensband die zij heeft opgebouwd met haar mentor aldaar, en de prognoses voor een verdere behandeling in JJIC. Voortijdige opheffing van deze plaatsing acht het gerecht dan ook niet in het belang van [kind 1]. Overigens overweegt het gerecht nog dat van de zijde van JJIC desgevraagd is bevestigd, dat de handhaving van de plaatsing van [kind 1] in JJIC niet in de weg staat aan plaatsing van [kind 2] in JJIC.

3.De beslissing

Het Gerecht:
3.1
heft op de plaatsing van [kind 2] in Huize Rose Pelletier met ingang van 20 september 2023;
3.2
beveelt de plaatsing van [kind 2] in JJIC met ingang van 20 september 2023;
3.3
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
3.4
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.B de Haseth, rechter, en uitgesproken ter zitting van
20 september 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.