In deze zaak, die voorligt bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, vordert de besloten vennootschap BearingPoint Information Technology B.V. (hierna: BearingPoint) schadevergoeding van de naamloze vennootschap CX System Integrators N.V. en de besloten vennootschap Acsion B.V. (hierna gezamenlijk: CX/Acsion) wegens onrechtmatig handelen. De vordering is gebaseerd op het eindvonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van 26 mei 2020, waarin is vastgesteld dat CX/Acsion onrechtmatig heeft gehandeld jegens BearingPoint door gebruik te maken van de diensten van twee voormalige werknemers van BearingPoint, terwijl deze werknemers nog in dienst waren bij BearingPoint. Dit onrechtmatig handelen heeft geleid tot de gunning van een aanbesteding aan CX/Acsion, waar BearingPoint ook op had ingeschreven.
Het procesverloop omvat onder andere een inleidend verzoekschrift, conclusies van antwoord, repliek en dupliek, en een comparitie van partijen. De feiten van de zaak zijn dat het Nederlandse Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in 2010 een aanbestedingsprocedure heeft gestart voor een project in de zorgsector, waarbij zowel BearingPoint als CX/Acsion hebben ingeschreven. Het project is uiteindelijk gegund aan CX/Acsion, wat aanleiding heeft gegeven tot het geschil.
BearingPoint stelt dat het onrechtmatig handelen van CX/Acsion heeft geleid tot gederfde winst van EUR 1.031.488,-. CX/Acsion betwist de vordering en voert verweer. Het gerecht heeft in deze tussenvonnis geoordeeld dat de vordering van BearingPoint toewijsbaar kan zijn, maar dat verdere instructie nodig is. De zaak is verwezen naar de rol voor akte uitlating door BearingPoint, waarna CX/Acsion een antwoordakte zal mogen nemen. Het gerecht houdt iedere verdere beslissing aan.