Uitspraak
1.[EISERES SUB 1]en
[EISERES SUB 2],
1.[GEDAAGDE SUB 1]en
[GEDAAGDE SUB 2],
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die op 23 februari 2023 door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, hebben eiseressen, [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2], vorderingen ingediend in kort geding tegen gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], vanwege ernstige overlast die zij ervaren van gedaagde sub 2. De eiseressen, beiden wonend in Curaçao, hebben gesteld dat gedaagde sub 1 zonder toestemming van de andere erfgenamen de woning van erflaatster heeft verhuurd aan gedaagde sub 2, die voor aanzienlijke overlast zorgt. De eiseressen hebben verzocht om een ontruimingsprocedure tegen gedaagde sub 2 en om gedaagde sub 1 te veroordelen tot het niet meer verhuren van de woning zonder instemming van de erfgenamen.
Tijdens de behandeling op 9 februari 2023 is gedaagde sub 1 verschenen, terwijl gedaagde sub 2 verstek heeft laten gaan. De rechter heeft vastgesteld dat de vorderingen van eiseressen niet toewijsbaar zijn. De rechter oordeelde dat niet is komen vast te staan dat gedaagde sub 1 de verhuurster is van gedaagde sub 2, en dat de vorderingen om gedaagde sub 1 te veroordelen tot het starten van een ontruimingsprocedure en om zich te onthouden van onrechtmatig handelen niet voldoende concreet zijn geformuleerd. De rechter heeft de vorderingen van eiseressen afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op nihil.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke en onderbouwde vorderingen in kort geding procedures, vooral wanneer het gaat om claims van overlast en onrechtmatig handelen. De rechter heeft eiseressen kosteloos laten procederen, maar hen ook in de kosten van het geding veroordeeld, wat aangeeft dat de rechter de vorderingen als ongegrond heeft beoordeeld.