ECLI:NL:OGEAC:2023:6

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
16 januari 2023
Publicatiedatum
27 januari 2023
Zaaknummer
CUR202202663
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.C.B. Hubben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van koopovereenkomst en terugbetaling van vertragingsschade in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de eiseres, Caribbean Medical University (CMU) B.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde, MM Steel Solutions, met betrekking tot de ontbinding van een koopovereenkomst en de terugbetaling van vertragingsschade. De eiseres heeft op 7 juli 2022 een inleidend verzoekschrift ingediend, waarop de gedaagde heeft gereageerd door de vordering te erkennen en een beroep op verrekening te doen. De mondelinge behandeling vond plaats op 20 december 2022, waarbij de eiseres vertegenwoordigd was door haar gemachtigde, mr. M.A. van den Berg. De gedaagde is echter niet verschenen op de zitting zonder enige kennisgeving.

De rechter heeft vastgesteld dat de vordering voor toewijzing gereed ligt, tenzij het beroep van de gedaagde op verrekening slaagt. Dit beroep is gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde slechts een deel van de vordering kan verrekenen met door hem geleverde arbeid, tot een bedrag van NAf 2.500. De gedaagde heeft ook een vordering op de eiseres geclaimd, maar deze is niet nader onderbouwd en is daarom afgewezen.

Het gerecht heeft de gevorderde vertragingsschade toegewezen, maar beperkt in tijd tot de datum van het vonnis. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op NAf 3.542,50, en in de buitengerechtelijke incassokosten, die zijn vastgesteld op NAf 1.875. Het vonnis is uitgesproken door mr. M.C.B. Hubben op 16 januari 2023, en de veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202202663
Vonnis d.d. 16 januari 2023
inzake
de besloten vennootschap
CARIBBEAN MEDICAL UNIVERSITY (CMU) B.V.,
gevestigd in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.A. van den Berg,
tegen
[Gedaagde], handelend onder de naam
MM STEEL SOLUTIONS,
wonend en gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
procederend in persoon.

1.Het procesverloop

1.1.
Eiseres heeft bij inleidend verzoekschrift, op 7 juli 2022 ter griffie ingediend, gesteld en gevorderd als is vermeld in dat verzoekschrift. Gedaagde is in de procedure verschenen en heeft de vordering bij conclusie van antwoord erkend en een beroep op verrekening gedaan. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 20 december 2022. Daar is eiseres verschenen tezamen met haar gemachtigde die het woord heeft gevoerd. Gedaagde is, zonder berichtgeving omtrent de reden van zijn afwezigheid, niet ter terechtzitting verschenen.
Eiseres heeft het gerecht verzocht de gevorderde vertragingsschade naar redelijkheid te beperken in tijd.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
De vordering ligt gelet op de erkenning door gedaagde van het bestaan en de omvang ervan voor toewijzing gereed, tenzij het beroep van gedaagde op verrekening slaagt. Dit beroep slaagt gedeeltelijk.
2.2.
Gedaagde heeft gesteld dat een deel van de vordering (te weten de posten voor de niet geleverde ‘Sandwich Panel for Roof’ en ‘Purling Support’, in totaal ten bedrage van NAf 13.188,58) verrekend moet worden met door gedaagde aan eiseres geleverde arbeid. Eiseres heeft erkend dat partijen hebben afgesproken dat voornoemd deel van de vordering verrekend zou worden met door gedaagde te leveren arbeid aan eiseres. Echter, zo stelt eiseres, heeft gedaagde slechts tot een bedrag van NAf 2.500 arbeid geleverd aan eiseres, zodat slechts dit bedrag met haar vordering kan worden verrekend. Gedaagde heeft zijn stelling dat verrekend kan worden tot een hoger bedrag, te weten NAf 13.188,58, niet nader onderbouwd, immers gedaagde is niet ter terechtzitting verschenen, zodat aan die stelling voorbij zal worden gegaan. Het beroep op verrekening slaagt tot een bedrag van NAf 2.500.
2.3.
Gedaagde heeft voorts gesteld dat hij een vordering heeft op eiseres in verband met het te laat betalen van containers. Ook die vordering zou verrekend moeten worden met de onderhavige vordering van eiseres. Dit beroep faalt reeds omdat gedaagde deze vermeende vordering niet nader heeft gespecificeerd of onderbouwd.
2.4.
De gevorderde vertragingsschade zal worden toegewezen maar worden beperkt in tijd. Het gerecht volgt eiseres in haar voorstel dit te beperken tot aan de datum waarop dit vonnis wordt gewezen.
2.5.
Gedaagde zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op:
explootkosten NAf 292,50
griffierecht NAf 750
salaris gemachtigde
NAf 2.500 (2 pnt x tarief 5) +
totaal: NAf 3.542,50
2.6.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden toegewezen nu deze niet zijn betwist, voldoende is komen vast te staan dat daadwerkelijk en in redelijkheid kosten zijn gemaakt ter incasso en het gevorderde tarief in lijn is met het procesreglement.

3.De beslissing

Het gerecht:
3.1.
verklaart voor recht dat dat de koopovereenkomst van 10 februari 2021 (invoice 1005) tussen eiseres en gedaagde is ontbonden voor het gedeelte waarvoor geen levering heeft plaatsgevonden, te weten:
  • Windows and Doors 21 stuks;
  • EPS Sandwich Panel for Roof 105 m2
  • Purling Support 8 stuks
in totaal ten bedrage van NAf 44.688,58;
3.2.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te voldoen NAf 42.188,58
(NAf 44.688,58 – NAf 2.500), vermeerderd met de wettelijke rente over
NAf 42.188,58 vanaf 1 juli 2022 tot aan de dag van algehele voldoening;
3.3.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te voldoen de vertragingsschade van NAf 400 per dag over de periode van 1 juli 2022 tot 19 januari 2023, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2022 tot aan de dag van algehele voldoening;
3.4.
veroordeelt gedaagde om de kosten van deze procedure te voldoen, aan de zijde van eiseres tot aan deze uitspraak begroot op NAf 3.542,50;
3.5.
veroordeelt gedaagde in de buitengerechtelijke incassokosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op NAf 1.875;
3.6.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C.B. Hubben, rechter, en op 16 januari 2023 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.