ECLI:NL:OGEAC:2023:7

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
16 januari 2023
Publicatiedatum
27 januari 2023
Zaaknummer
CUR202201492
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.C.B. Hubben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een huurovereenkomst en afdracht van huurpenningen

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde P.E. Kirindongo, een vordering ingesteld tegen TAM Consultants, een naamloze vennootschap, en [gedaagde], de directeur van TAM Consultants. De vordering betreft de nakoming van een huurovereenkomst die op 13 mei 2014 werd getekend, waarbij TAM Consultants namens eiseres een woning verhuurde aan een derde partij. Eiseres vordert een bedrag van NAf 17.250, vermeerderd met incassokosten en wettelijke rente, omdat zij stelt dat dit bedrag aan huurpenningen niet aan haar is afgedragen door TAM Consultants.

Het procesverloop laat zien dat eiseres en haar gemachtigde niet verschenen op de zitting, ondanks dat zij op de hoogte waren van de zittingsdatum. TAM Consultants en [gedaagde] verschenen wel en voerden verweer tegen de vordering. Zij stelden dat zij aan hun afdrachtverplichting hebben voldaan, met uitzondering van een bedrag van NAf 5.776,87, dat zij niet konden afdragen vanwege het onder curatele stellen van de Girobank en het ontbreken van een rekeningnummer van eiseres.

De rechter oordeelde dat de verweren van TAM Consultants en [gedaagde] slagen, omdat eiseres haar vordering niet voldoende heeft onderbouwd en niet ter zitting is verschenen om de verweren te betwisten. De vordering van eiseres werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van TAM Consultants en [gedaagde] tot op heden zijn begroot op NAf 2.000. Dit vonnis is uitgesproken op 16 januari 2023 door mr. M.C.B. Hubben, rechter, bijgestaan door griffier D. Windster.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202201492
Vonnis d.d. 16 januari 2023
inzake
[EISERES],
wonende in Nederland,
eiseres,
gemachtigde: P.E. Kirindongo,
tegen

1.de naamloze vennootschap MARTIN & MOONEN N.V.,

handelend onder de naam TAM CONSULTANTS,
gevestigd in Curaçao,
en
2.
[GEDAAGDE],
in zijn hoedanigheid van directeur van MARTIN & MOONEN N.V.,
wonende in Curaçao,
gedaagden,
gemachtigde: mr. A.C. Small.
Partijen worden hierna aangeduid met [eiseres], TAM Consultants en [gedaagde].

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het inleidend verzoekschrift met producties, op 13 april 2022 ter griffie ingediend;
  • de conclusie van antwoord met producties;
  • de mondelinge behandeling op 22 december 2022.
1.2. [
Eiseres] en haar gemachtigde zijn, hoewel behoorlijk in kennis gesteld van de zittingsdatum, zonder berichtgeving omtrent de reden van hun afwezigheid niet verschenen. Wel verschenen zijn TAM Consultants en [gedaagde] tezamen met hun gemachtigde, die het woord heeft gevoerd.
1.3.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Op 13 mei 2014 heeft TAM consultants, vertegenwoordigd door [gedaagde], namens [eiseres] een huurovereenkomst getekend ter zake het woonhuis aan het adres [adres] te Curaçao, dat bij die overeenkomst voor de duur van drie jaar werd verhuurd aan een derde voor het bedrag van NAf 350 per maand.
2.2.
In de huurovereenkomst is onder meer opgenomen dat de huurprijs telkens bij vooruitbetaling via een girale overboeking moet worden voldaan aan TAM Consultants.
2.3.
Op 16 april 2013 heeft [eiseres] aan TAM Consultants en/of [gedaagde] machtiging verleend om alle handelingen ‘inzake inning huur etc. etc.’ te verrichten met betrekking tot de woning te [adres].

3.Het geschil

3.1. [
Eiseres] vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van (naar het gerecht afleidt uit het in het petitum gebezigde woord ‘gedaagde’)
TAM Consultants tot betaling van NAf 17.250, vermeerderd met 15% incassokosten, alsmede met de wettelijke rente vanaf 9 april 2022, met veroordeling van TAM Consultants in de proceskosten.
3.2. [
Eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat een bedrag van
NAf 17.250 aan door TAM Consultants tussen 2014 en 2017 namens haar geïnde huurpenningen niet aan haar is afgedragen.
3.3.
TAM Consultants en [gedaagde] hebben gemotiveerd verweer tegen de vordering gevoerd. Daarop wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
TAM Consultants en [gedaagde] hebben zich op het standpunt gesteld dat zij niet gehouden zijn het gevorderde bedrag aan huurpenningen aan [eiseres] af te dragen, nu zij aan hun afdrachtverplichting hebben voldaan, met uitzondering van een bedrag van NAf 5.776,87. De huurpenningen die zij over de bedoelde jaren hebben geïnd, hebben zij aan [eiseres] afgedragen. Het bedrag aan geïnde huurpenningen dat nog niet is afgedragen, NAf 5.776,87, hebben zij bij herhaling getracht aan [eiseres] te voldoen, maar dit is tot op heden niet gelukt omdat na het onder curatele stellen van de Girobank geen afdracht meer kon plaatsvinden aan [eiseres] op de overeengekomen wijze en zij van [eiseres], ondanks herhaalde verzoeken daartoe, geen rekeningnummer hebben ontvangen om dit bedrag op af te dragen. Ook is voorgesteld aan de gemachtigde van [eiseres] om het bedrag aan hem te voldoen doch daarop hebben TAM Consultants en [gedaagde] geen reactie van [eiseres] of haar gemachtigde mogen ontvangen. Er is dus voor wat betreft dit bedrag nog steeds sprake van schuldeisersverzuim, aldus TAM Consultants en [gedaagde], zodat nakoming voor wat betreft dit gedeelte van het gevorderde bedrag evenmin in rechte gevorderd kan worden.
4.2.
De verweren van TAM Consultants en [gedaagde] – er is reeds nagekomen en voor het overige gedeelte is sprake van schuldeisersverzuim – betreffen bevrijdende verweren waarvan de stelplicht en, zo nodig bij betwisting, de bewijslast ligt bij TAM Consultants en [gedaagde].
4.3.
Ter onderbouwing van het eerste verweer hebben TAM Consultants en [gedaagde] overzichten met de jaarlijks geïnde huurpenningen, alsmede daarbij behorende overzichten van betalingsafdrachten aan eiseres overgelegd. Daarmee hebben zij voldaan aan hun stelplicht. Datzelfde geldt voor het tweede verweer. TAM Consultants en [gedaagde] hebben in de conclusie van antwoord en ter terechtzitting voldoende gemotiveerd uiteengezet dat zij steeds bereid waren en zijn het genoemde bedrag van NAf 5.776,87, desnoods via de gemachtigde van [eiseres] te voldoen, maar dat zij hierbij steeds nul op het rekest, namelijk geen enkele reactie kregen.
4.4.
Het lag vervolgens op de weg van [eiseres] deze verweren voldoende gemotiveerd te betwisten, echter zij heeft ervoor gekozen niet ter terechtzitting te verschijnen en de verweren daarmee onbetwist gelaten. Dit betekent dat de verweren slagen en de vordering moet worden afgewezen.
4.5. [
Eiseres] zal als de (grotendeels) in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van TAM Consultants en [gedaagde] tot op heden begroot op NAf 2.000 aan gemachtigdensalaris.

5.De beslissing

Het gerecht:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van TAM Consultants en [gedaagde] tot op heden begroot op NAf 2.000.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C.B. Hubben, rechter, bijgestaan door
D. Windster, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2023.