In deze uitspraak beoordeelt het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao het beroep van eiseres tegen de beslissing van de Sociale Verzekerings Bank (SVB) om niet alle kosten te vergoeden van de medische behandeling die eiseres in Nederland heeft ondergaan. Eiseres had verzocht om volledige vergoeding van de zorgkosten, maar de SVB had in de primaire beschikking bepaald dat alleen een gedeeltelijke vergoeding zou plaatsvinden, conform het SVB-tarief. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Op 27 maart 2023 heeft eiseres beroep ingesteld tegen deze beslissing, waarna de SVB op 17 juli 2023 een verweerschrift indiende. De zitting vond plaats op 23 november 2023, waar eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde en de SVB door mr. M. Bonafasia.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de situatie van eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor een medische uitzending zoals vastgelegd in de relevante wet- en regelgeving. Eiseres had geen verwijzing van een medisch specialist in Curaçao en had ook geen voorafgaande toestemming van de SVB voor de medische behandeling in Nederland. De SVB had weliswaar uit coulance 50% van de kosten vergoed, maar het Gerecht oordeelt dat de SVB terecht geen volledige vergoeding heeft toegekend. Eiseres heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die rechtvaardigen dat de wettelijke voorwaarden voor een medische uitzending niet aan haar mogen worden tegengeworpen. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en de beslissing van de SVB blijft in stand.
De uitspraak benadrukt het belang van de wettelijke voorwaarden voor medische uitzendingen, die zijn ingesteld om ervoor te zorgen dat medische behandelingen die in Curaçao beschikbaar zijn, ook daar worden uitgevoerd. Dit is van belang voor de kostenbeheersing en de investeringen in de lokale gezondheidszorg.