In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 8 juli 2024 uitspraak gedaan op het verzoek van CREDENDO – SHORT-TERM NON-EU RISKS S.A., gevestigd in Brussel, België, om verlof te verlenen voor de tenuitvoerlegging van een arbitrale uitspraak van het International Court of Arbitration te Parijs. De arbitrale uitspraak, gedaan op 13 mei 2019, veroordeelde Bariven S.A., gevestigd in Caracas, Venezuela, tot betaling van USD 14.625.753,20 aan verzoekster, vermeerderd met rente en juridische kosten. Het verzoek werd ingediend op 7 mei 2024, en de mondelinge behandeling vond plaats op 5 juli 2024, waarbij de gemachtigde van verzoekster, mr. R.F. van den Heuvel, aanwezig was. Bariven is niet verschenen en heeft geen verweer gevoerd.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de vordering van verzoekster, inclusief rente, inmiddels ongeveer USD 25 miljoen bedraagt. Het verzoek tot erkenning en tenuitvoerlegging van de arbitrale uitspraak is gebaseerd op het Verdrag van New York van 10 juni 1958, dat de erkenning en tenuitvoerlegging van in het buitenland gewezen scheidsrechtelijke uitspraken regelt. Gezien het feit dat Bariven niet is verschenen en er geen verweer is gevoerd, heeft het Gerecht geoordeeld dat er geen weigeringsgronden zijn voor de erkenning van de arbitrale uitspraak. Het verzoek is toegewezen, en het Gerecht heeft de arbitrale uitspraak erkend en verlof verleend voor de tenuitvoerlegging ervan.
Daarnaast is Bariven veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op NAf 450 aan griffierecht, NAf 309 aan deurwaarderskosten en NAf 1.500 voor gemachtigdensalaris. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter, en in het openbaar uitgesproken.