ECLI:NL:OGEAC:2024:130

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
29 april 2024
Publicatiedatum
15 juli 2024
Zaaknummer
CUR202400039
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van onverschuldigde betaling door zorginstelling

In deze zaak heeft eiseres, wonend in Curaçao, een vordering ingesteld tegen Diamond Nurses, een zorginstelling, voor de terugbetaling van een bedrag van NAf 2.041,38 dat onverschuldigd aan haar is betaald. Eiseres verbleef van 23 tot en met 29 juli 2023 bij Diamond Nurses, maar heeft na enkele dagen aangegeven niet langer te willen blijven. De betaling van het AOV-pensioen door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) aan Diamond Nurses vond plaats, ondanks het verzoek van eiseres en haar dochter om deze betaling te staken en terug te draaien. Eiseres heeft herhaaldelijk verzocht om terugbetaling van het bedrag, maar Diamond Nurses heeft hieraan geen gehoor gegeven.

Het gerecht heeft vastgesteld dat er geen geldige overeenkomst tot stand is gekomen tussen eiseres en Diamond Nurses ingaande 1 augustus 2023, zoals Diamond Nurses heeft betoogd. Eiseres heeft gemotiveerd betwist dat zij een overeenkomst heeft ondertekend en heeft aangetoond dat zij voor de dagen dat zij op basis van dagopnames verbleef, heeft betaald. Het gerecht concludeert dat het bedrag van NAf 2.041,38 onverschuldigd aan Diamond Nurses is betaald, en dat de vordering van eiseres zal worden toegewezen. Diamond Nurses wordt veroordeeld tot betaling van het bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

De beslissing van het gerecht houdt in dat Diamond Nurses als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten wordt veroordeeld, en dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard. Het vonnis is uitgesproken door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en mr. C.L. Navarro, griffier, op 29 april 2024.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202400039
Vonnis van 29 april 2024
in de zaak van
[EISERES],
wonend in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. S.S. Vierbergen,
tegen
de besloten vennootschap
DISTRICT AND RESIDENTIAL CARE DIAMOND NURSES CURAÇAO B.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
vertegenwoordigd door haar bestuurder L.U. [naam bestuurder].
Partijen worden hierna [eiseres] en Diamond Nurses genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Dit is een ‘small claim’-procedure als geregeld in de artikelen 66b tot en met 66d Procesreglement Civiele Zaken 2023, ingeleid met het op de website van het hof ter beschikking gestelde modelverzoekschrift.
1.2.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het ‘small claim’-verzoekschrift van 4 januari 2024,
  • de mondelinge behandeling van 25 maart 2024.
1.3.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Diamond Nurses heeft blijkens een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel als handelsnaam District and Residential Care Diamond Nurses Curaçao, Zuster Diamante. Diamond Nurses is de rechtsopvolger van de eenmanszaak Zuster Diamante. Diamond Nurses drijft een onderneming ten behoeve van ouderen op het gebied van verzorging, medische zorg en begeleid wonen. [naam bestuurder] voornoemd is bestuurder van Diamond Nurses, die, zoals hiervoor is vermeld, de rechtsopvolger is van de eenmanszaak van [naam bestuurder], Zuster Diamante.
2.2. [
eiseres] heeft van 23 juli 2023 tot en met 29 juli 2023 bij Zuster Diamante dan wel Diamond Nurses verbleven. De bedoeling was dat zij hier permanent zou gaan verblijven, maar al na enige dagen gaf [eiseres] te kennen dat zij niet wilde blijven.
2.3.
Het verblijf van [eiseres] bij Diamond Nurses na 1 augustus 2023 zou deels door het AOV-pensioen van [eiseres] bij de Sociale Verzekeringsbank (hierna: SVB) worden vergoed, via rechtstreekse overmaking door de SVB op de rekening van Diamond Nurses.
2.4.
De dochter van [eiseres], [dochter eiseres], heeft per brief van 26 juli 2023 de SVB verzocht het uitbetalen van de AOV-uitkering aan Diamond Nurses terug te draaien en de maandelijkse AOV-uitkering van [eiseres] vanaf eind juli 2023 wederom te storten op de bankrekening van [eiseres]. Het voorgaande is per brief van 27 juli 2023 door Diamond Nurses aan SVB bevestigd.
2.5.
Het pensioen van [eiseres] over de maanden augustus 2023 en september 2023 ten bedrage van NAf 2.041,38 is door de SVB op de rekening van Diamond Nurses gestort.
2.6. [
eiseres] heeft Diamond Nurses herhaaldelijk verzocht het bedrag van NAf 2.041,38 aan haar te retourneren. Diamond Nurses heeft hieraan geen gevolg gegeven.

3.Het geschil

3.1. [
eiseres] vordert, samengevat, dat het gerecht Diamond Nurses veroordeelt tot betaling van NAf 2.041,38, vermeerderd met rente en proceskosten.
3.2. [
eiseres] legt aan de vordering ten grondslag dat Diamond Nurses ten onrechte het bedrag van haar AOV-pensioen over de maanden augustus 2023 en september 2023 niet aan haar heeft geretourneerd, nu dit bedrag onverschuldigd aan haar is betaald.
3.3.
Diamond Nurses heeft gemotiveerd verweer gevoerd en concludeert tot niet-ontvankelijk verklaring van [eiseres] in haar vordering, dan wel tot afwijzing van haar vordering.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is in geschil of Diamond Nurses het bedrag van NAf 2.041,38 aan [eiseres] dient te retourneren.
4.2. [
eiseres] stelt dat dat bedrag als onverschuldigd aan Diamond Nurses betaald aan haar dient te worden geretourneerd. Ter onderbouwing hiervan stelt [eiseres] dat zij tijdig aan Diamond Nurses te kennen heeft gegeven dat zij niet langer daar wenst te verblijven en ook tijdig aan SVB heeft doorgegeven dat het pensioen op haar eigen rekening dient te worden overgemaakt. SVB heeft erkend het bedrag van NAf 2.041,38 op de rekening van Diamond Nurses te hebben gestort en Diamond Nurses heeft aan [eiseres] toegezegd dat zij dit bedrag op haar rekening zal storten. Diamond Nurses dient haar toezegging dan ook na te komen, aldus [eiseres].
4.3.
Diamond Nurses heeft daartegenover gesteld dat [eiseres] ingaande 1 augustus 2023 met Zuster Diamante een overeenkomst met een opzegtermijn van één maand heeft gesloten en dat [eiseres] zich daaraan diende te houden. Bovendien heeft [eiseres] niet het volledig verschuldigde maandbedrag van NAf 3.100 betaald.
4.4.
Daartegenover heeft [eiseres] op haar beurt ter zitting verklaard dat de zorgovereenkomst bewust niet door haar is ondertekend, omdat zij nog enkele vragen had, en dat zij alleen de documenten die van belang waren voor haar opname in de zorginstelling heeft ondertekend. Van enige overeenkomst met ingang van 1 augustus 2023 tussen [eiseres] en Zuster Diamante dan wel Diamond Nurses is dan ook geen sprake, aldus [eiseres]. Voor de dagen dat [eiseres] op basis van dag opnames bij Diamond Nurses heeft verbleven, gedurende de periode 23 tot en met 29 juli 2023, heeft zij een bedrag van NAf 1.250 aan Diamond Nurses betaald, berekend naar het dagtarief.
4.5.
Het gerecht verwerpt het verweer van Diamond Nurses en overweegt daartoe als volgt. Diamond Nurses verweert zich tegen de vordering van [eiseres] met een beroep op het bestaan van een overeenkomst ingaande 1 augustus 2023. [eiseres] heeft het bestaan van deze overeenkomst gemotiveerd betwist door te stellen dat zij (i) de overeenkomst bewust niet heeft ondertekend, (ii) met Diamond Nurses is afgesproken dat zij in juli 2023 op dagbasis daar zou verbleven en ook voor die dagen heeft betaald en (iii) zij al voor augustus 2023 aan Diamond Nurses te kennen heeft gegeven dat zij daar niet gaat blijven en dit door Diamond Nurses ook aan SVB is doorgegeven. Naar het oordeel van het gerecht heeft Diamond Nurses daartegenover, gelet op de gemotiveerde betwisting van de overeenkomst zijdens [eiseres], onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld die de conclusie kunnen dragen dat enige overeenkomst tot stand is gekomen. Nu het bestaan van enige overeenkomst ingaande 1 augustus 2023 niet is komen vast te staan en [eiseres] voor de dagen dat zij in juli 2023 aldaar heeft verbleven heeft betaald, komt het gerecht tot de conclusie dat het bedrag van de maanden augustus en september 2023 onverschuldigd aan Diamond Nurses is betaald. Dit betekent dat de vordering van [eiseres] zal worden toegewezen.
4.6.
Het voorgaande leidt er ook toe dat het ontvankelijkheidsverweer van Diamond Nurses wordt verworpen. Diamond Nurses voert in dit verband immers aan dat [eiseres] de gelden betaald heeft uit hoofde van een overeenkomst met Zuster Diamante, en daarom Zuster Diamante in rechte had moeten betrekken. Echter, niet is vast komen te staan dat deze overeenkomst tot stand is gekomen. Wel staat vast dat [eiseres] door tussenkomst van de SVB een bedrag van in totaal NAf 2.041,38 aan Diamond Nurses heeft betaald, zonder dat daartoe enige grondslag bestond. Overigens heeft Diamond Nurses ook ter zitting geen duidelijkheid kunnen geven over de twee ondernemingen, die bovendien vrijwel gelijkluidende namen hebben, zoals wanneer de overgang van de een op de ander precies heeft plaatsgevonden. Duidelijk is wel geworden dat Diamond Nurses de rechtsopvolger is van Zuster Diamante en dat Zuster Diamante niet meer bestaat. Uit de overgelegde stukken ten slotte valt nog af te leiden dat gedurende dezelfde periode beide namen werden gebruikt in correspondentie ten aanzien van [eiseres].
4.7.
De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen zoals hierna in de beslissing vermeld.
4.8.
Diamond Nurses zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten van [eiseres] worden tot aan deze uitspraak begroot op NAf 50 aan griffierecht en NAf 250 aan gemachtigdensalaris.

5.De beslissing

Het gerecht:
5.1.
veroordeelt Diamond Nurses tot betaling aan [eiseres] van NAf 2.041,38, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 januari 2024 tot aan de dag van betaling;
5.2.. veroordeelt Diamond Nurses in de proceskosten van [eiseres] van NAf 300;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, bijgestaan door mr. C.L. Navarro, griffier, en in het openbaar uitgesproken.