ECLI:NL:OGEAC:2024:133

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
10 juni 2024
Publicatiedatum
15 juli 2024
Zaaknummer
CUR202302187
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.C.B. Hubben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst en tekortkoming in nakoming van verplichtingen

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, gaat het om de ontbinding van een koopovereenkomst tussen [eiser] c.s. en [gedaagde]. De koopovereenkomst, gesloten op 13 november 2021, betrof de verkoop van een woning die [gedaagde] eerder had gewonnen in een loterij. De woning was op 8 mei 2019 geleverd aan [gedaagde], maar de akte van levering bleek een ongeldige titel te bevatten, waardoor [gedaagde] niet bevoegd was om de woning te verkopen aan [eiser] c.s. De eisers vorderden onder andere de terugbetaling van de waarborgsom en een boete van 10% van de koopprijs, omdat [gedaagde] in verzuim was geraakt door de niet-nakoming van haar verplichtingen uit de koopovereenkomst. Het Gerecht oordeelde dat de koopovereenkomst rechtsgeldig was ontbonden en dat [gedaagde] de waarborgsom en de boete moest terugbetalen. De vorderingen van [gedaagde] in reconventie werden afgewezen, omdat zij niet in staat was de woning te leveren en dus niet gerechtigd was om de overeenkomst te ontbinden. Het vonnis werd uitgesproken op 10 juni 2024.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202302187
Vonnis van 10 juni 2024
in de zaak van

1.[eiser 1],

2. [eiser 2],wonend in Nederland,
eisers in conventie, gedaagden in reconventie,
gemachtigde: mr. C.J. Koster,
tegen
[GEDAAGDE],
wonende in Curaçao,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. A.C. van Hoof.
Eisers worden hierna [eiser] c.s. genoemd en gedaagde [gedaagde].

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 18 juli 2023,
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie,
  • de conclusie van antwoord in reconventie,
  • de op 20 mei 2024 ingediende producties van [gedaagde],
  • de mondelinge behandeling van 21 mei 2024,
  • de pleitnotities van de gemachtigde van [eiser] c.s.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
In 2019 heeft [gedaagde] een perceel grond met het daarop gebouwde, plaatselijk bekend als [adres woning], (hierna: de woning) gewonnen in een loterij, georganiseerd door Smart Homes Realty B.V. (hierna: Smart Homes), waarvan [directeur smart homes] (hierna: [directeur smart homes]) directeur is.
2.2.
De woning is op 8 mei 2019 ten overstaan van de notaris mr. J. Kleinmoedig (hierna: Kleinmoedig) aan [gedaagde] geleverd. In de akte van verkoop, koop en levering is, voor zover van belang, opgenomen:

Heden (…) verschenen voor mij (…) Kleinmoedig (…) [directeur smart homes] (…), ten deze handelende in zijn hoedanigheid van directeur van (…) Smart Homes, hierna genoemd “de verkoper” (…) en [gedaagde] (…) hierna genoemd “de koopster” (…)
Verkoper heeft aan koopster verkocht en levert op grond daarvan aan koopster, die van verkoper heeft gekocht en bij deze aanvaardt: een perceel grond (…), met het daarop gebouwde, plaatselijk bekend als Kaya [adres woning].
(…)
KOOPPRIJS, VERREKENING DIVERSE BEDRAGEN
De koopprijs bedraagt DRIEHONDERD VIJF EN NEGENTIGDUIZEND GULDEN (f. 395.000,--), welk bedrag reeds onderling is verrekend.
(…)
KOOPOVEREENKOMST
Voor zover daarvan in deze akte niet is afgeweken, blijft tussen partijen gelden hetgeen in de koopovereenkomst en ook overigens tussen hen is overeengekomen.
(…)
De comparanten zijn mij, notaris, bekend (…) De zakelijke inhoud van de akte ia aan hen opgegeven en toegelicht. De comparanten hebben verklaard (…) tijdig voor het verlijden van de inhoud van de akte kennis te hebben genomen. Deze akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de comparanten en vervolgens door mij, notaris (…)”
2.3.
Op 13 november 2021 heeft [gedaagde], nadat zij de woning zelf enige tijd heeft bewoond, de woning aan [eiser] c.s. verkocht voor een bedrag van NAf 425.000. In de koopovereenkomst (hierna: de koopovereenkomst) is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
“(…)
Artikel 1 (…)
1.
De voor de overdracht vereiste akte van levering zal worden verleden ten overstaan van notariskantoor Chatlein (…)
Artikel 4 (…)
1.
Tot zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen is koper verplicht (…) als waarborgsom een bedrag te storten van tien procent van de koopprijs, te weten Nafl. 42.500,-
Artikel 10 (…)
1.
Verkoper garandeert (…):a. Verkoper is bevoegd tot verkoop en levering van het verkochte (…)
Artikel 13 (…)
2.
Indien één van de partijen, na bij deurwaardersexploot in gebreke te zijn gesteld, gedurende tien (10) dagen tekortschiet in de nakoming van één of meer van zijn verplichtingen, is deze partij in verzuim en heeft de wederpartij het recht om de koopovereenkomst te ontbinden en een boete te vorderen van 10 procent van de koopprijs, ofwel kan er een andere afspraak gemaakt worden met wederzijds goedkeuren.
3.
Betaalde of verschuldigde boete strekt in mindering op eventueel verschuldigde schadevergoeding met rente en kosten (…)”
2.4.
In november 2021 heeft [eiser] c.s. de waarborgsom aan [gedaagde] betaald en in december 2021 heeft hij de resterende 90% van de koopprijs aan notaris Chatlein (hierna: Chatlein) overgemaakt.
2.5.
Partijen hebben afgesproken dat het passeren van de akte van verkoop, koop en levering ten overstaan van Chatlein zou plaatsvinden op 31 december 2021.
2.6.
Op 9 januari 2022 is [eiser] c.s. vanuit Nederland naar Curaçao gevlogen met de bedoeling de woning klaar te maken voor de verhuur. Hem bleek bij aankomst dat de akte niet door Chatlein was gepasseerd.
2.7. [
eiser] c.s. heeft van [gedaagde] de sleutels van de woning gekregen op 13 januari 2022. [eiser] c.s. heeft vanaf toen de nutskosten voor de woning betaald.
2.8. [
gedaagde] heeft aan [eiser] c.s. eind juli 2022 een nieuwe koopovereenkomst met betrekking tot de woning voorgelegd waarin Smart Homes, in plaats van [gedaagde], als verkoper is aangemerkt en [eiser] c.s. als koper. Deze koopovereenkomst heeft [eiser] c.s. niet ondertekend.
2.9.
Op 9 oktober 2022 heeft [gedaagde] [eiser] c.s. aangeschreven, nadat zij hem eerder, bij deurwaardersexploot van 27 september 2022, in gebreke heeft gesteld. In deze brief staat, voor zover van belang:
“(…) U heeft ervoor gekozen de nieuw aangeboden overeenkomst zonder enige ondersteunende motivering niet voor de betreffende datum ondertekend terug te sturen. Aldus heeft de juridische levering van [adres woning] door uw toedoen niet kunnen plaatsvinden (…)
Als de benadeelde partij maak ik gebruik van het recht (…) de overeenkomst als ontbonden te beschouwen.
Ik vorder bij deze (…) een boete van 10% van de koopprijs omdat u heeft nagelaten de afspraken van de overeenkomst na te komen. Deze boete wordt (…) in mindering gebracht van de door u reeds betaalde waarborgsom (…)”
2.10.
Bij brief van 22 november 2022 heeft [eiser] c.s. [gedaagde] aangeschreven. In die brief staat, voor zover thans van belang:

Wij hebben voldaan aan de voorwaarden als koper en deze zijn:
- de 10% aanbetaling overgemaakt. Dit is gedaan via Edward.
- de overige 90% overgemaakt naar de door mevr. [gedaagde] aangewezen notaris.
- Edward gemachtigd om het koopcontract te ondertekenen.
Ons restte alleen het ondertekenen van het koopcontract bij notaris Chatlein (…) Met dit als gegeven, hebben wij een vliegreis geboekt om onze woning te bezichtigen, er tijdelijk te verblijven (vakantie te houden) en klaar te maken voor de verhuur aan derden, aangezien het proces voor de koop naar zijn einde liep (…) Tot op heden hebben wij nog steeds geen koopakte kunnen tekenen of een datum gekregen waarop wij deze kunnen tekenen. Op 13 januari 2022 hebben wij de sleutels ontvangen als tussenoplossing (…) Bij het ontvangen (…) werd mondeling afgesproken dat wij als kopers de kosten van Aqualectra op ons zouden nemen. Nogmaals, dit werd afgesproken in de veronderstelling dat de juridische overdracht op korte termijn zou plaatsvinden. Omdat de juridische overdracht nog steeds op zich laten wachten en zoals het blijkt niemand aan een concrete oplossing wil werken, besluiten wij om de sleutels terug te geven (…) Met het teruggeven (…) nemen wij ook afstand van de regeling dat wij de kosten van de woning op ons nemen (…)
Wij hebben eerder al aangegeven dat het bewust tekenen van een incorrecte koopakte geen overmacht is (…)
Mevrouw [gedaagde] is niet meer in gebreke wanneer wij een bevestiging krijgen van notariskantoor Chatlein dat er een datum is voor het tekenen van een koopakte (…) Dit houdt in dat mevrouw [gedaagde] tot uiterlijk 2 december 2022 de tijd heeft (…)
Blijft mevrouw [gedaagde] in gebreke dat volgt ook het terugbetalen van de aanbetaalde 10% (ANG. 42.500) en zal via het Hof gevraagd worden om de vko te ontbinden (…)”
2.11.
Op 3 maart 2023 heeft Chatlein de door [eiser] c.s. betaalde 90% van de koopprijs teruggestort aan [eiser] c.s.
2.12.
Op 17 mei 2023 heeft [eiser] c.s. bij gemachtigde een brief aan [gedaagde] geschreven, inhoudende, voor zover van belang:

(…) Vast staat dat u de koopovereenkomst van 13 november 2021 niet na kunt komen (…) Sinds de ingebrekestelling van 22 november 2022 zijn 10 dagen verstreken en u bent nog steeds niet in staat de overeenkomst na te komen. U bent dus in verzuim. Cliënten kunnen de koopovereenkomst ontbinden hetgeen zij bij dezen doen. Op basis van artikel 13 lid 2 ben u thans gehouden een boete van 10% van de koopprijs te betalen: NAfl 42.500. Daarnaast bent u verplicht om de waarborgsom van NAfl 42.500 aan cliënten terug te betalen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 november 2021.
Cliënten hebben bovendien door uw nalaten schade geleden, althans onverschuldigde betalingen verricht. Cliënten begroten de schade en onverschuldigde betalingen als volgt:
- onverschuldigde betalingen aan Aqualectra: NAfl 897,88
- gederfde huurinkomsten vanaf 1 januari 2022 tot en met heden: NAfl 21.250 (op basis van een netto maandelijkse huuropbrengst van NAfl 1.250
- vliegreis naar Curaçao die nodeloos is gebleken: NAfl 2.704,80
- advocaatkosten van NAfl 3.000 (…)”
2.13.
Bij notariële akte inhoudende nietigverklaring ener overdracht en tenaamstelling verleden op 4 april 2023 voor notaris mr. C.A.P. Baaten (hierna: Baaten) is de akte van 8 mei 2019 (genoemd in 2.2.) nietig verklaard en is de woning weer op naam gesteld van Smart Homes.
2.14.
Bij akte van verkoop, koop en levering verleden op 26 juli 2023 voor notaris mr. M.L. Alexander (hierna: Alexander) is de woning door Smart Homes overgedragen aan [naam 1] voor een koopprijs van NAf 470.000.

3.De vordering in conventie en reconventie

3.1. [
eiser] c.s. vordert – samengevat – dat het gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
  • voor recht verklaart dat de koopovereenkomst van 13 november 2021 bij brief van 17 mei 2023 rechtsgeldig ontbonden is, althans subsidiair, dat het gerecht dat koopovereenkomst ontbindt;
  • [gedaagde] veroordeelt tot betaling van NAf 42.500 ter zake van de waarborgsom te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 17 mei 2023;
  • [gedaagde] veroordeelt tot betaling van NAf 42.500 ter zake van de boete als bedoeld in artikel 13 lid 2 van de koopovereenkomst, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 13 november 2021;
  • [gedaagde] veroordeelt tot betaling van NAf 897,88 ter zake van (onverschuldigde) betalingen aan Aqualectra te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 1 januari 2022;
  • [gedaagde] veroordeelt tot betaling van NAf 21.250 ter zake van gederfde huurinkomsten vanaf 1 januari 2022 tot en met 17 mei 2023;
  • [gedaagde] veroordeelt tot betaling van NAf 2.704,80 ter zake van de vliegreis naar Curaçao te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 1 januari 2022;
  • [gedaagde] veroordeelt tot betaling van NAf 16.477,92 aan buitengerechtelijke incassokosten (zijnde 15% van de hoofdvorderingen);
  • [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf veertien dagen na het vonnis.
3.2. [
eiser] c.s. legt aan de vordering ten grondslag dat hij voldaan heeft aan alle verplichtingen die voor hem voortvloeiden uit de koopovereenkomst. [gedaagde] daarentegen niet. Naast een aantal andere verplichtingen, is zij haar meest fundamentele prestatie, het leveren van het eigendomsrecht op de woning, niet nagekomen. De termijn die daarvoor gold was een fatale termijn: 31 december 2021. Haar is de gelegenheid gegeven bij brief van 22 november 2022 om alsnog na te komen, maar ook toen is nakoming uitgebleven, zodat zij in elk geval op 2 december 2022 in verzuim is geraakt. [gedaagde] kón ook niet nakomen, want er was sprake van een gebrek in de leveringsakte van 8 mei 2019. De gevolgen daarvan komen voor haar risico. [eiser] c.s. was daarom bevoegd de koopovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden op 17 mei 2023. Als gevolg hiervan is [gedaagde] gehouden de betaalde waarborgsom van NAf 42.500 aan [eiser] c.s. terug te betalen. Tevens is [eiser] gerechtigd tot de boete van NAf 42.500 op grond van artikel 13 lid 2 van de koopovereenkomst. Als schadevergoeding in verband met de ontbinding vordert [eiser] c.s. de kosten van Aqualectra die hij heeft gemaakt in verband met het onderhoud van de tuin van de woning over een periode van tien maanden. Daarnaast heeft hij winst gederfd doordat hij de woning niet conform plan heeft kunnen verhuren over de periode januari 2021 tot en met 17 mei 2023. De huur die hij had kunnen genereren bedraagt NAf 1.250 per maand. Tenslotte vordert [eiser] c.s. als schade de kosten van het, achteraf gebleken nodeloos, naar Curaçao afreizen om de akte te passeren bij Chatlein.
3.3. [
gedaagde] heeft aan haar verweer en reconventionele eis ten grondslag gelegd dat het feit dat zij de woning niet aan [eiser] c.s. kon leveren als gevolg van een door Chatlein geconstateerd gebrek in de akte van 8 mei 2019 een situatie van overmacht opleverde. Bovendien was zij daarna in staat de woning te leveren, maar kón zij de woning niet leveren doordat [eiser] c.s. weigerde een nieuwe koopovereenkomst - met daarin Smart Homes in plaats van [gedaagde] als verkoper- te ondertekenen, terwijl dat onderdeel was van de door Alexander aan [gedaagde] voorgestelde oplossing voor het gerezen probleem. [gedaagde] is dus nooit in verzuim geraakt. [eiser] c.s. wel. [gedaagde] heeft de koopovereenkomst bij brief van 9 oktober 2022 bevoegdelijk buitengerechtelijk ontbonden nadat zij [eiser] c.s. in gebreke heeft gesteld. Als gevolg hiervan is [eiser] c.s. op grond van artikel 13 lid 2 van de koopovereenkomst aan [gedaagde] een boete van NAf 42.500 verschuldigd geworden. Deze heeft [gedaagde] verrekend met de waarborgsom die zij nog onder zich had. Tevens vordert [gedaagde] een gebruiksvergoeding van NAf 3.500 per maand voor de periode dat [eiser] c.s. de woning onbelemmerd heeft kunnen gebruiken.
3.4. [
gedaagde] vordert in reconventie – samengevat – dat het gerecht, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • voor recht verklaart dat [gedaagde] de waarborgsom mocht verrekenen met de door [eiser] c.s. verbeurde boete;
  • [eiser] c.s. hoofdelijk veroordeelt tot betaling van NAf 56.000, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 17 mei 2023;
  • [eiser] c.s. hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten.

4.De beoordeling

In conventie en reconventie
4.1.
In dit geschil twisten partijen in de kern over de vraag wie gerechtigd is (was) de koopovereenkomst te ontbinden. Beide beroepen zich op het bevoegdelijk ontbinden van deze overeenkomst, gegrond op een tekortkoming aan de zijde van de andere partij die verband houdt met hetzelfde tussen hen vaststaande feit, namelijk dat in de notariële akte van levering van 8 mei 2019 een ongeldige titel bleek te zijn opgenomen, te weten verkoop en koop, terwijl in werkelijkheid sprake was van schenking. Volgens [eiser] c.s. komt dit gebrek voor rekening en risico van [gedaagde] en was hij niet gehouden mee te werken aan de door haar gepresenteerde oplossing: het tekenen van een nieuwe koopovereenkomst, maar dan met Smart Homes. Volgens [gedaagde] was hij hiertoe wel gehouden, immers was slechts sprake van een formeel gebrek in de akte, dat zij op deze manier kon herstellen. Het is onredelijk en verwijtbaar dat [eiser] c.s. niet mee heeft willen werken aan deze eenvoudige handeling van herstel, aldus nog steeds [gedaagde].
4.2.
De wet vereist in art. 3:84 lid 1 Burgerlijk Wetboek (hierna; BW) voor een geldige overdracht (i) een levering (ii) krachtens geldige titel, (iii) verricht door hem die bevoegd is over het goed te beschikken. De levering heeft de overdracht slechts tot gevolg indien ook aan de beide andere vereisten voor overdracht – titel en beschikkingsbevoegdheid – is voldaan. Voor de overdracht van een woning (een registergoed) is noodzakelijk dat op het tijdstip waarop de levering wordt voltooid – dat is op het moment van inschrijving van de in art. 3:89 lid 1 BW bedoelde akte – aan de bedoelde vereisten is voldaan. De akte moet nauwkeurig de titel van overdracht vermelden, zodat derden kunnen beoordelen of de overdracht geldig tot stand is gekomen. Dit alles brengt mee dat aan het titelvereiste dus moet zijn voldaan op het tijdstip waarop de akte wordt verleden bij de notaris.
4.3.
In de onderhavige casus was hieraan – zo staat overigens ook buiten discussie - niet voldaan. Immers, de notaris ging destijds in 2019, om in deze procedure onduidelijk gebleven redenen, uit van een verkoop in plaats van een schenking van de woning door Smart Homes aan [gedaagde] en heeft deze titel zo in de akte opgenomen. Dit betekent dat de akte, hoewel daarna ingeschreven in de registers, van meet af aan een ongeldige titel bevatte. Dit heeft tot gevolg dat de overdracht van de woning door Smart Homes aan [gedaagde] destijds niet rechtsgeldig tot stand is gekomen. [gedaagde] is dus geen eigenaar geworden van de woning in 2019 en was dus niet bevoegd de woning te verkopen aan [eiser] c.s. in 2021. Chatlein heeft dit kennelijk in 2021 in de aanloop naar de beoogde overdracht door [gedaagde] opgemerkt en om die reden aangegeven dat een overdracht niet door [gedaagde] kon plaatsvinden. Reden waarom Alexander uiteindelijk de notariële akte inhoudende nietigverklaring ener overdracht en tenaamstelling heeft opgemaakt op 4 april 2023, waarmee de overdracht destijds aan [gedaagde] werd teruggedraaid en de woning weer op naam van Smart Homes werd gesteld. Laatstgenoemde heeft uiteindelijk de woning verkocht aan een derde.
4.4.
Dat [gedaagde] onbevoegd bleek om de woning te verkopen en deze dus niet kón leveren aan [eiser] c.s. op de overeengekomen datum levert zonder meer een tekortkoming in de nakoming op van de koopovereenkomst die zij had gesloten. [eiser] c.s. was daarom gerechtigd de koopovereenkomst geheel te ontbinden op de voet van artikel 6:265 leden 1 en 2 BW. [gedaagde] was immers in verzuim geraakt en wel op 2 december 2002 door de ingebrekestelling van 22 november 2022. Voor zover zij heeft willen bepleiten dat dit verzuim niet is ingetreden vanwege schuldeisersverzuim aan de zijde van [eiser] c.s. omdat hij [gedaagde] verhinderde na te komen door zijn medewerking niet te verlenen aan het tekenen van een nieuwe koopovereenkomst, geldt dat dit verweer niet slaagt. Niet gesteld of gebleken is dat partijen waren overeengekomen dat [eiser] c.s in dit geval gehouden was een nieuwe koopovereenkomst met een derde te sluiten. Dat hij daartoe op enig moment bereidheid toonde, maakt dat niet anders. Voorts brengen de eisen van redelijkheid en billijkheid een dergelijke verplichting ook niet mee. Contractsvrijheid is een fundamenteel recht dat zich niet lichtvaardig laat inperken. Er zijn geen bijzondere omstandigheden gesteld of gebleken op grond waarvan geoordeeld moet worden dat [eiser] c.s. gehouden was een nieuwe koopovereenkomst te sluiten met een voor hem onbekende derde partij nog daargelaten dat tussen partijen discussie bestond over de vraag of de ‘nieuwe’ overeenkomst wel geheel gelijkluidend was aan de ‘oude’. Het voorgaande brengt mee dat geen sprake was van schuldeisersverzuim aan de zijde van [eiser] c.s. De ontbinding zijdens [gedaagde] op 9 oktober 2022 was dus niet rechtsgeldig. De algehele ontbinding op 17 mei 2023 door [eiser] c.s. was rechtsgeldig én gerechtvaardigd. Immers levering is een van de hoofdverplichtingen voortvloeiende uit een koopovereenkomst. Indien daar niet aan voldaan kan worden, is geen sprake van een tekortkoming van geringe betekenis, integendeel. De door [eiser] c.s. gevorderde verklaring voor recht kan dan ook worden toegewezen.
4.5.
Het voorgaande brengt mee dat [gedaagde] vanaf 17 mei 2023 gehouden was op grond van artikel 6:271 BW de door haar ontvangen waarborgsom aan [eiser] c.s. terug te betalen. Door ontbinding ontstaan namelijk voor partijen verbintenissen tot ongedaanmaking van hetgeen reeds op grond van de overeenkomst is nagekomen. [eiser] c.s. had de waarborgsom reeds betaald en [gedaagde] heeft die onder zich gehouden. Deze dient dus terugbetaald te worden. De vordering van [eiser] c.s. die hierop ziet zal worden toegewezen zoals verzocht.
4.6.
Ditzelfde geldt voor de vordering met betrekking tot de boete. Ingevolge artikel 13 lid 2 van de koopovereenkomst verbeurt [gedaagde] vanaf het moment van ontbinding een boete van 10% van de koopprijs. Deze strekt ingevolge het tweede lid van dit artikel in mindering op eventueel verschuldigde schadevergoeding, waarover hieronder meer. Dit betekent dat [gedaagde] aan [eiser] c.s. een boete verschuldigd is van NAf 42.500. De vordering zal worden toegewezen, met dien verstande dat de wettelijke rente over dit bedrag verschuldigd is vanaf de datum van het verstrijken van de termijn die [gedaagde] gegund is in de brief van 17 mei 2023, te weten 26 mei 2023.
4.7.
De schadevergoeding die [eiser] c.s. daarnaast vordert bestaat uit drie posten: kosten voor Aqualectra, gederfde huuropbrengsten en de kosten van een vliegreis. In het midden kan blijven of deze verschuldigd zijn geworden. Immers, zo deze al toewijsbaar zouden zijn, dient daarop vervolgens ingevolge artikel 13 lid 3 van de koopovereenkomst de verschuldigde boete in mindering te worden gebracht, welk bedrag het totaal van deze schadeposten ruimschoots overschrijdt. Er resteert ingeval van toewijzing, maar na deze verrekening, dus niets. Deze vorderingen van [eiser] c.s. worden reeds daarom afgewezen.
4.8.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vorderingen van [gedaagde] in reconventie moeten worden afgewezen. Nu zij de koopovereenkomst niet rechtsgeldig heeft kunnen ontbinden, komt haar niet de door haar gevorderde boete toe. Deze kan zij dus ook niet verrekenen met de door haar aan [eiser] c.s. verschuldigde waarborgsom. Voorts ziet het gerecht geen grondslag voor de door haar gevorderde gebruiksvergoeding voor de periode dat [eiser] c.s. de sleutels van de woning in zijn bezit had. Onbetwist is gesteld dat hij de woning in die periode niet heeft gebruikt en daarvoor wel de nutskosten heeft voldaan. In dat licht kan in redelijkheid geen gebruiksvergoeding worden toegewezen.
4.9.
Omdat [gedaagde] in het ongelijk wordt gesteld, wordt zij veroordeeld in de proceskosten. De kosten van [eiser] c.s. worden tot aan deze uitspraak begroot op NAf 1.260 aan griffierecht, NAf 441,45 aan oproepingskosten en NAf 4.500 (3 punten x tarief 6) aan gemachtigdensalaris.
4.10.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten acht het gerecht conform het Procesreglement toewijsbaar tot 1,5 punt van het toepasselijke liquidatietarief. Dit komt neer op een bedrag van NAf 2.250.
4.11.
De gevorderde wettelijke rente en de nakosten worden toegewezen zoals hierna onder de beslissing vermeld.
4.12.
De veroordelingen in deze uitspraak gaan meteen in en kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van de partijen deze beslissing voorlegt aan het Hof.

5.De beslissing

Het gerecht:
in conventie:
5.1.
verklaart voor recht dat de koopovereenkomst van 13 november 2021 bij brief van 17 mei 2023 rechtsgeldig is ontbonden;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] c.s. van een bedrag van NAf 42.500 ter zake van de waarborgsom te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 mei 2023 tot aan de dag van betaling;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] c.s. van een bedrag van NAf 42.500 ter zake van de boete te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2023 tot aan de dag van betaling;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] c.s. te voldoen NAf 2.250 aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.5.
wijst af wat verder is gevorderd;
in reconventie:
5.6.
wijst de vorderingen af;
in conventie en reconventie:
5.7.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van [eiser] c.s. van NAf 6.201,45, te vermeerderen met NAf 250 aan nakosten zonder betekening, verhoogd met NAf 150 in geval van betekening;
5.8.
bepaalt dat de proceskosten moeten worden betaald binnen veertien dagen en dat die kosten worden verhoogd met de wettelijke rente als niet op tijd wordt betaald;
5.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C.B. Hubben, rechter, bijgestaan door R. Sanchez, griffier, en in het openbaar uitgesproken.