Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.Het procesverloop
- het verzoekschrift van 26 september 2023,
- de conclusie van antwoord, houdende een eis in reconventie,
- de mondelinge behandeling van 19 maart 2024.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, heeft eiser, een lerares en interim-directeur, een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap Growin’Up Learning Center B.V. wegens het niet betalen van haar salaris over juni 2023. Eiser heeft op 25 augustus 2023 conservatoir derdenbeslag gelegd onder verschillende banken, waaronder Maduro & Curiel’s Bank N.V. en Banco di Caribe N.V. Growin’Up heeft erkend dat zij een bedrag van NAf 2.583,28 aan eiser verschuldigd is, maar betwist de rechtmatigheid van het beslag, stellende dat eiser niet aan de wettelijke vereisten heeft voldaan.
Tijdens de mondelinge behandeling op 19 maart 2024 is het procesverloop besproken, waarbij het Gerecht heeft vastgesteld dat het beslag van rechtswege is vervallen omdat eiser de eis in de hoofdzaak te laat heeft ingediend. Het Gerecht heeft geoordeeld dat het beslag niet zonder rechterlijk verlof is gelegd, maar dat de termijn voor het indienen van de eis niet in acht is genomen. Eiser heeft de eis pas op 26 september 2023 ingediend, terwijl de termijn op 25 september 2023 afliep.
Het Gerecht heeft in conventie de vordering van eiser toegewezen en Growin’Up veroordeeld tot betaling van het verschuldigde salaris, buitengerechtelijke kosten en proceskosten. In reconventie heeft het Gerecht vastgesteld dat de gelegde beslagen van rechtswege zijn vervallen en eiser veroordeeld in de proceskosten van Growin’Up. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere vorderingen zijn afgewezen.