In deze zaak heeft gedaagde sub 1 schade veroorzaakt aan de molen van eiser door als bestuurder van een auto daartegen aan te botsen. De auto stond op naam van gedaagde sub 2, met wiens medeweten en goedvinden gedaagde sub 1, die geen rijbewijs had, de auto heeft gebruikt. Gedaagden hebben beiden de aansprakelijkheid erkend voor de schade die eiser heeft geleden als gevolg van het ongeval, maar zijn in geschil over de hoogte van de schadevergoeding. Eiser vordert een bedrag van NAf 18.784,49, dat bestaat uit de kosten voor een nieuwe molen en de kosten voor demontage en montage. Het gerecht heeft vastgesteld dat de schadevergoeding toewijsbaar is, omdat gedaagden niet voldoende hebben onderbouwd dat de molen niet functioneerde ten tijde van het ongeval. Het gerecht heeft de vordering van eiser toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagden zijn veroordeeld in de proceskosten van eiser. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.