ECLI:NL:OGEAC:2024:143

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
25 maart 2024
Publicatiedatum
15 juli 2024
Zaaknummer
CUR202301619
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.C.B. Hubben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling na cessie en hoofdelijkheid in een civiele procedure

In deze civiele procedure vordert de Stichting Vermogensbeheer Arashi (SVA) betaling van Afl. 50.000 van Kwalitaz Group of Companies B.V. en [gedaagde 2], die hoofdelijk aansprakelijk zijn. De vordering is gebaseerd op een geldleningsovereenkomst tussen Kwalitaz en Triumph, waarbij Triumph de vordering op SVA heeft gecedeerd. Kwalitaz heeft niet voldaan aan haar betalingsverplichtingen, en SVA stelt dat zij rechthebbende is op de vordering door de cessie. Kwalitaz heeft verweer gevoerd, onder andere door te stellen dat de cessie niet correct is medegedeeld en dat er een separate overeenkomst bestaat die haar verplichtingen beïnvloedt. Het gerecht oordeelt dat de cessie geldig is medegedeeld en dat Kwalitaz hoofdelijk aansprakelijk is voor de terugbetaling van de lening. De rechter wijst de vordering van SVA toe en veroordeelt Kwalitaz en [gedaagde 2] tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en proceskosten.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Zaaknummer: CUR202301619
Vonnis d.d. 25 maart 2024
In de zaak van
de stichting
STICHTING VERMOGENSBEHEER ARASHI,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
gemachtigden: mrs. G. de Hoogd en H.W. Braam,
tegen

1.de besloten vennootschap

KWALITAZ GROUP OF COMPANIES B.V.,
2. [GEDAAGDE 2],
gevestigd respectievelijk wonend in Curaçao,
gedaagden,
gemachtigde: mr. D.M. Wildeman.
Partijen worden hierna afzonderlijk SVA, Kwalitaz en [gedaagde 2] en gedaagden gezamenlijk Kwalitaz c.s. genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het inleidend verzoekschrift met producties d.d. 25 mei 2023;
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, welke eis tijdens de mondelinge behandeling is ingetrokken;
  • de op voorhand gestuurde producties zijdens Kwalitaz c.s.;
  • de conclusie van antwoord in reconventie van 25 januari 2024;
  • de mondelinge behandeling gehouden op 25 januari 2024, alwaar mr. de Hoogd (als bestuurder en gemachtigde) namens SVA en [gedaagde 2] met zijn gemachtigde zijn verschenen. Tevens was aanwezig A. Domacassé, directeur van de hierna te noemen vennootschap Triumph, die als getuige ter terechtzitting is gehoord;
  • de pleitaantekeningen van de gemachtigden.
1.2.
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Op 16 mei 2019 hebben de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TP Triumph Properties VBA handelend onder de naam Triumph Technical Sales & Services (hierna: Triumph) en Kwalitaz c.s. een overeenkomst gesloten genaamd ‘Loan Agreement’ (hierna: de overeenkomst). In de overeenkomst zijn, voor zover hier relevant, de volgende bepalingen opgenomen:
“This Loan Agreement is made and will be effective on 16th day of May, 2019
between
Triumph Technical Sales & Services (…) (hereinafter: “Lender”),
and
Kwalitaz Group of Companies B.V. (…) or entity/entities appointed by Kwalitaz
Group of companies B.V. or by Gianno M.G. [gedaagde 2] (…) (hereinafter: “Borrower”)
(…)
1.
Promise to Pay:
Within 4 business days from today Lender promises to pay to Borrower Forty thousand Aruban Guilders (AWG 40,000.00).
2. Accountability:
Although this agreement may be signed below by more than one person, each of the undersigned understands that they are each as individuals responsible and jointly and severally liable for paying back the full amount.
3. Breakdown of Loan:
Borrower will pay:
Amount of Loan: AWG 40,000.00
Interest charge: AWG 10,000.00 (25% of Loan Amount)
Total of payments: AWG 50,000.00
4. Repayment:
Borrower will pay back in the following manner:
Borrower will repay the amount of this agreement under reference number TTS&S/KGOC-201905 L01, in six (6) equal continuous monthly instalments of AWG 8,333.00 each on the fifth (5th) day of each month preliminary on the fifth (5th) day of September, 2019 and ending on fifth (5th) February, 2020.
(…)
7. Default:
If for any reason Borrower not succeeds to make any payments on time, Borrower shall be in default. The Lender can then order instant payment of the entire remaining unpaid balance of this loan, without giving anyone further notices. If Borrower has not paid the full amount of the loan when the final payment is due, the Lender will charge Borrower interest on the unpaid balance at five percent (5%) per year.
8. Soft Collateral
- Contract/Purchase Order of $78,370.89 for Tank 951 and a long term agreement already in validity for the remaining asphalt tanks 952, 754 & 755 in Costa Rica with Recope Refinery.
- Commitment with Aerogel Insulation Corporate to be granted with the rights of sell & distribution in the jurisdiction of St. Croix, which already has a delivery commitment for a revenue of $1,000,000.00 for the coming 24 months. Agreement will be immediately activated after confirming establishment of Kwalitaz Industries in St. Croix. “
2.2.
Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst heeft Kwalitaz bij schrijven van 14 mei 2019 aan Triumph, onder meer het volgende bericht:
“Short Term Business Loan Request
(…)
The objective of this letter is to request a Business Loan of ANG 55.000.00 to initiate one specific project engagement with Hovensa St. Croix Refinery in U.S. Virgin Islands St. Croix and to proceed with an “already in progress” project with Recope Costa in Limon Cost Rica. If you have any additional questions or need further information to consider this proposal, please feel free to contact me at your convenience.
(…)
Amount: ANG 55,000.00
Return Rate on Investment: 20% (Twenty Percent) of the total amount of AWG 55,000.00 and/or ANG 11,000.00
Loan Period: 9 months
Payment Schedule: 1st Payment: ANG 11,000.00 – 3 months after complete loan is received
2nd Payment ANG 11,000.00 – 30 days after 1st payment, 3rd Payment ANG 11,000.00 – 30 days after 2nd payment, 4th Payment ANG 11,000.00 – 30 days after 3rd payment, 5th Payment ANG 11,000.00 – 30 days after 4th payment, 6th Payment ANG 11,000.00 – 30 days after 5th payment.Soft Collateral:
1. Contract/Purchase Order of $78,370.89 for Tank 951 and a long term agreement already in validity for the remaining asphalt tanks 952, 754 & 755 in Costa Rica with Recope Refinery.
2. Commitment with Aerogel Insulation Corporate to be granted with the rights of sell & distribution in the jurisdiction of St. Croix, which already has a delivery commitment for a revenue of $1,000,000.00 for the coming 24 months. Agreement will be immediately activated after confirming establishment of Kwalitaz Industries in St. Croix.
Please take a moment and review our proposal. If you feel that you can support our company in our latest endeavor, we would like to hear from you.”
2.3.
Op 23 oktober 2019 hebben Kwalitaz en Triumph een ‘Mutual Sales & Project Agreement’ ondertekend (hierna: de samenwerkingsovereenkomst), met als ingangsdatum 1 januari 2019, waarin onder andere is opgenomen:
“(…)
A.
Intermediary agreement
Kwalitaz and Triumph hereby enter into a Mutual Sales & Projects Agreement (…) Kwalitaz and Triumph shall act as distributor, service provider and/or facilitator for each other in order to:
Act on request as facilitator in business and commercial matters;
Make contact with the appropriate entities, persons and departments;
Set up the necessary meetings for each other;
Provide each other with the necessary information in order for clients to be able to enter into and conduct negotiations with the ultimate objective to enter into purchase/acquisition agreements for clients (…)
Fees and payments conditions
(…)
2.
Each project including the agreed percentage of commission and/or the agreed fixed amount and other dealings as remuneration for Kwalitaz and Triumph will be described in annexes to this agreement. (…)
2.4.
In de Annex bij de samenwerkingsovereenkomst is voor zover van belang opgenomen:
“Name/description of the project
(…) the purchase of “Fireproofing” products from Carboline International (…) for the Renaissance Hotel and Casino Curacao Parking Garage Project situated in Willemstad Curacao (…)
Fees to be paid
Fifty percent (50%) of Gross profit received by Kwalitaz in the execution of his business activities in connection with clients Required Services. Said Gross profit will be calculated in case of fireproofingproducts commitments, on a project by project basis and will be transferred by Kwalitaz within ten days in the following manner: Kwalitaz fifty percent of the one hundred percent Gross profit (50% x 100% Gross profit), Triumph fifty percent of the one hundred percent Gross profit (50% x 100% Gross profit).
(…)”
2.5.
Triumph heeft Afl. 40.000 aan Kwalitaz betaald.
2.6.
Op 5 augustus 2022 heeft Kwalitaz aan Triumph een brief getiteld ‘Update Letter’ geschreven en daarin staat onder meer het volgende:
“(…)
As requested by you during our last telephone Whatsapp call dated August 1, 2022 via this letter we hereby update you with the following:
Updates herein below are in connection with (…) Ref: TTS&S/KGOC-201905 L01 (…)
1.
Phase 2 of 5 for AC-30 tank in Costa Rica where your investment as described in said agreement has been utilized by us, is currently in the same status. Till date the re-activation plan to ‘jump-start’ activities post COVID-19 are still unknown.
2.
We have been invited to discuss this further in Costa Rica on how to proceed and/or require our already invested capital for this particular project. Said meeting in Costa Rica was projected in the month of April 2021, however did receive a major set-back again.(…)
Conclusion:
1.
Kwalitaz Industries in currently in a catch with this project seeing your investment is used since 2019, where also our client Recope constantly is changing schedule and momentum to ‘jump-start’.
2.
Kwalitaz Industries is not ptojecting to initiate a legal battle with its biggest client in Costa Rica based on the fact that Recope could cut his losses with Kwalitaz Industries where the possibility exists to see no return of investment to the complete project, including yours (…)
Please be informed that we are fully aware of the consequences this delay is causing to our commitment to you. At the moment Kwalitaz Industries is not in position to manage the cashing of your investment seeing that Kwalitaz Industries is using all its reserves to maintain itself in the developments as a strategic partner to Recope.
This letter is an official statement that the complete outstanding amount will be cancelled including the 5% delayed fees based per year, via a payment schedule to be provided by us after the concerned meeting planned for end of October 2022 is processed.
(…)”
2.7.
Bij brief van 30 december 2022 heeft Triumph Kwalitaz c.s. gesommeerd om uiterlijk op 6 januari 2023 over te gaan tot betaling van een bedrag van Afl. 50.000.
2.8.
Bij e-mailbericht van 6 maart 2023 heeft Kwalitaz onder meer het volgende aan mr. de Hoogd medegedeeld:
“ Zoals bij de uwe welbekend, is mijn services voor het project “Parkeer Garage” Renaissance ingeschakeld door de uwe omdat uw cliënt niet in staat was om de benodigde materialen voor de uitvoering van het project hier te lande aan te leveren.
(…)
In het licht van het voorgaande, heeft uw cliënte slechts een betaling verricht voor de werkzaamheden die zijn uitgevoerd tot aan 12 januari 2019 als voorbereidingen. Dit terwijl de eerste fase na oktober 2019 compleet was afgerond. Uit het voorgaande volgt dat uw cliënte nog de gewerkte uren aan mij persoon tot aan oktober 2019 verschuldigd is. Het betreft een totaalbedrag van NAf 85.058 (zie aangehecht).
Daarnaast heeft uw cliënte ook opbrengsten gemaakt, die volgens de samenwerkingsovereenkomst, bij helfte verdeeld moeten worden. Ook deze betaling heeft mijn persoon conform gemaakte overeenkomsten niet mogen ontvangen. Voor het kunnen uitvoeren van de eerste fase is immers in november 2018 een bestelling geplaatst voor de materialen, hetgeen door de engineer Thijsen Engineering & Consultancy N.V. (hierna: Thijsen) is betaald. Voor uitvoering van de eerste fase van het project (de bovenverdieping van de garage) heeft Thijsen een betaling van USD 208.523,28 aan de uwe voldaan. Kortom, is mijn persoon gerechtigd tot een bedrag van USD 29.298,47 (NAf 53.323).
Zoals aangegeven (…) is mijn persoon bereid de vorderingen die partijen over en weer op elkaar hebben tegen elkaar weg te strepen en dus een beroep te doen op verrekening.
Voor zover niet reeds gedaan wordt uw cliënte middels dit schrijven in gebreke gesteld en wordt zij verzocht en voor zover nodig gesommeerd over te gaan tot betaling. Zulks binnen tien (10) dagen na heden, derhalve uiterlijk 16 maart 2023, het bedrag aan hoofdsom van NAf 88.381 (NAf 138.381 minus NAf 50.000).
(…)
2.9.
Op 5 april 2023 heeft Triumph haar vordering voortvloeiende uit de overeenkomst middels een akte van cessie gecedeerd aan SVA, zijnde een stichting die zich bezig houdt met incassowerkzaamheden.

3.Het geschil

3.1.
SVA vordert dat het gerecht, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. Kwalitaz c.s. hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, zal veroordelen tot betaling aan SVA van Afl. 50.000 te vermeerderen met de contractuele rente van 5% per jaar over dit bedrag vanaf 6 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
2. Kwalitaz c.s. hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, zal veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente van 5% per jaar over dit bedrag met ingang van veertien (14) dagen na dagtekening van het vonnis, tot de dag van volledige betaling.
3.2.
SVA legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. Triumph heeft met Kwalitaz c.s. een geldleenovereenkomst gesloten. Kwalitaz c.s. heeft niet aan haar betalingsverplichting uit de overeenkomst voldaan. Het gaat om een bedrag van
Afl 50.000 inclusief rente. SVA is rechthebbende op de vordering geworden doordat Triumph de vordering aan haar heeft gecedeerd.
3.3.
Kwalitaz c.s. heeft gemotiveerd verweer gevoerd en heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijk verklaring van SVA dan wel afwijzing van haar vordering.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Ontvankelijkheid
4.1.
Kwalitaz c.s. heeft als meest verstrekkend verweer aangevoerd dat SVA niet-ontvankelijk dient te worden verklaard vanwege het niet aan hen mededelen van de akte van cessie conform artikel 3:94 lid 1 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). De als gevolg van dit verzuim ongeldige cessie brengt met zich dat SVA niet inningsbevoegd en dus niet-ontvankelijk is, aldus Kwalitaz c.s.
4.2.
SVA heeft dit weersproken. Naar de mening van SVA is de akte van cessie van 5 april 2023 op een juiste wijze medegedeeld, te weten via de betekening van het verzoekschrift in de onderhavige procedure.
4.3.
Het gerecht stelt voorop dat artikel 3:94 lid 1 BW geen bijzondere vereisten stelt aan de vorm van de voor een geldige cessie vereiste mededeling aan de schuldenaar. Ingevolge artikel 3:37 lid 1 BW kan deze mededeling in iedere vorm geschieden. Zij kan ook in een of meer gedragingen besloten liggen, bijvoorbeeld in de omstandigheid dat de cessionaris tot het innen van de vordering overgaat. Het verzoekschrift, dat aan Kwalitaz c.s. op 2 juni 2023 is betekend, kan dan ook als mededeling van de akte van cessie worden gezien. In het verzoekschrift staat dat de vordering van Triumph aan SVA is overgedragen en de akte van cessie is als productie bij het verzoekschrift gevoegd. Het voorgaande brengt met zich mee dat sprake is van een geldige mededeling van de cessie aan Kwalitaz c.s. zodat SVA over een vorderingsrecht beschikt en ontvankelijk is in de onderhavige procedure.
Hoofdelijkheid
4.4. [
gedaagde 2] heeft aangevoerd dat hem als bestuurder van Kwalitaz persoonlijk geen ernstig verwijt kan worden gemaakt voor het handelen van de vennootschap zodat hij niet aansprakelijk is voor de verbintenissen die voor de vennootschap voortvloeien uit de overeenkomst.
4.5.
Dit betoog slaagt niet, omdat het miskent dat de grondslag van de vordering jegens [gedaagde 2] geen bestuurdersaansprakelijkheid is, maar hoofdelijkheid. Deze hoofdelijkheid vloeit rechtstreeks voort uit artikel 2 van de overeenkomst, waarin staat dat ieder van de ondergetekenden – zoals [gedaagde 2] – ook als individu verantwoordelijk en hoofdelijk aansprakelijk is voor de terugbetaling van het geleende bedrag. Niet gesteld of gebleken is dat partijen een andere bedoeling hebben gehad bij dit artikel dan hetgeen daar ondubbelzinnig is opgenomen. Dit brengt mee dat [gedaagde 2] naast Kwalitaz hoofdelijk aansprakelijk is voor hetgeen Kwalitaz op grond van de overeenkomst aan SVA verschuldigd is.
Een andere overeenkomst
4.6.
Kwalitaz betwist dat zij het op grond van de overeenkomst van Triumph geleende geld moet terugbetalen. Zij heeft hiertoe gesteld dat destijds (ook) is afgesproken dat het geld dat Triumph beschikbaar stelde als investering zou worden gebruikt in een project van Kwalitaz in Costa Rica. Voor dit geld zou door Kwalitaz in het bedoelde project inventaris worden aangekocht en bij winstgevende resultaten, zou Triumph naast Kwalitaz delen in die winst. Zo ver is het echter niet gekomen omdat als gevolg van covid-19 het project niet van de grond is gekomen. Dit is een risico dat niet voor rekening komt van Kwalitaz, zodat zij niet gehouden is het beschikbaar gestelde geld terug te betalen, aldus nog steeds Kwalitaz. Ter onderbouwing van haar stelling verwijst Kwalitaz naar de samenwerkingsovereenkomst, de annex en de daarin opgenomen winstdelingsregeling.
4.7.
SVA heeft dit betwist. Zij heeft in dat verband bepleit dat de overeenkomst al op 16 mei 2019 is ondertekend terwijl de samenwerkingsovereenkomst pas op 23 oktober 2019 door Triump en Kwalitaz is ondertekend. Er is dus geen verband tussen die overeenkomsten, aldus SVA. Daarnaast heeft SVA erop gewezen dat het project in Costa Rica uitdrukkelijk niet onder de samenwerkingsovereenkomst valt zoals kan worden opgemaakt uit de annex waarin dit project niet wordt genoemd. Dat sprake was van een separate afspraak tot investering van Triumph’s gelden in Costa Rica waarvan Triumph de risico’s zou dragen, bestrijdt zij uitdrukkelijk. Dergelijke afspraken zijn nooit gemaakt. Kwalitaz heeft op haar eigen verzoek geld geleend (verwezen wordt naar het verzoek om een “business loan” van 14 mei 2019, vide r.o. 2.2.) en dat geld zal moeten worden terugbetaald zoals ook met zoveel woorden is opgenomen in de overeenkomst die aan duidelijkheid verder niets te wensen overlaat, aldus SVA. Tenslotte heeft SVA nog verwezen naar het schrijven van Kwalitaz van 5 augustus 2022 (vide r.o. 2.6.) waarin Kwalitaz volgens SVA haar terugbetalingsverplichting erkent.
4.8.
Het gerecht stelt voorop dat de stelplicht en bewijslast van het bestaan van de verbintenis tot terugbetaling van Kwalitaz en de overeenkomst van geldlening tussen Kwalitaz en Triumph waarop deze berust, bij SVA rust. Zij heeft aan haar stelplicht voldaan en ter onderbouwing de overeenkomst in de procedure ingebracht. Het verweer van Kwalitaz dat zij niet gehouden is de aan haar beschikbaar gestelde som van Afl. 40.000 terug te betalen, betreft een bevrijdend verweer. Immers, het bestaan van de leenovereenkomst waarop SVA zich beroept wordt niet betwist en ook de uitleg van die overeenkomst niet, maar, zo stelt Kwalitaz, er is sprake van een separate overeenkomst tussen haar en Triumph op basis waarvan Kwalitaz niet gehouden is het geleende geld terug te betalen. Zij voert daarmee een andere oorzaak aan met een eigen, zelfstandig rechtsgevolg waardoor toewijzing van de vordering alsnog zou worden geblokkeerd. De partij die zich op dat rechtsgevolg beroept, Kwalitaz, draagt daarvan dan de stelplicht en zonodig de bewijslast.
4.9.
SVA heeft het bestaan van die separate overeenkomst gemotiveerd betwist. Het lag vervolgens op de weg van Kwalitaz om haar stellingen in het licht van die betwisting nader te onderbouwen. Dat heeft zij nagelaten. Ter toelichting geldt het volgende.
4.10.
Tegenover het betoog van SVA dat in de annex van de samenwerkingsovereenkomst het project in Costa Rica niet wordt genoemd, heeft Kwalitaz aanvullend niets gesteld, doch slechts haar stelling herhaald dat dit project wel onder de samenwerkingsovereenkomst valt. Zonder nadere toelichting echter, die is uitgebleven valt niet in te zien waarom dat wel het geval zou zijn nu de annex (en ook de samenwerkingsovereenkomst) het betreffende project niet noemt. Voorts volgt uit het enkele feit dat het project Costa Rica als “soft collateral” (een vorm van zekerheidsstelling) wordt genoemd in de overeenkomst niet zonder meer dat daarmee het project ook valt onder de winstdelingsbepalingen in de samenwerkingsovereenkomst die van veel latere datum is.
Ook overigens heeft Kwalitaz niet gesteld waar, wanneer en tussen wie afgesproken zou zijn dat het door haar geleende geld een door Kwalitaz te beleggen investering betrof waarvan het volledige risico voor rekening van Triumph zou komen.
Tegenover het betoog dat de schuld door Kwalitaz is erkend in haar schrijven van 5 augustus 2022 heeft Kwalitaz evenmin iets te berde gebracht, terwijl uit dit schrijven aan Triumph ondubbelzinnig volgt dat Kwalitaz erkent dat op haar een terugbetalingsverplichting rust, die zij niet is nagekomen en waarvoor inmiddels vertragingsrente verschuldigd is. Zij noemt immers met zoveel woorden de verschuldigdheid van een totaal uitstaand bedrag alsook de daarover verschuldigde rente van 5% per jaar en verzoekt Triumph om een betalingsregeling. [gedaagde 2] heeft ter terechtzitting desgevraagd bevestigd dat zijn schrijven bedoeld was “om de terugbetalingsverplichting aan Triumph uit te stellen”. Dit laat zich zonder nadere uitleg die niet is gegeven niet verenigen met de stelling dat geen terugbetalingsverplichting (meer) bestaat op grond van de overeenkomst.
4.11.
Nu Kwalitaz haar stelling dat sprake is van een separate aanvullende overeenkomst met Triumph onvoldoende heeft onderbouwd, wordt aan bewijslevering niet toegekomen.
4.12.
Dit betekent dat Kwalitaz gehouden is haar uit de overeenkomst voortvloeiende terugbetalingsverplichting na te komen, tenzij haar beroep op (gedeeltelijke) ontbinding/wijziging van de overeenkomst dan wel verrekening slaagt.
Ontbinding of wijziging van de overeenkomst
4.13.
Kwalitaz heeft betoogd dat het project in Costa Rica als gevolg van de covid-19 pandemie is gestagneerd en uiteindelijk niet meer van de grond is gekomen, als gevolg waarvan nakoming van haar betalingsverplichting redelijkerwijs niet meer van haar kan worden gevergd.
4.14.
Zij beoogt kennelijk een beroep te doen op het door haar genoemde artikel 6:258 BW dat de rechter de bevoegdheid geeft op verlangen van een der partijen een overeenkomst te wijzigen of (deels) te ontbinden indien sprake is van onvoorziene omstandigheden die ertoe leiden dat naar maatstaven ven redelijkheid en billijkheid niet langer van een partij gevergd kan worden zich nog aan de ongewijzigde overeenkomst te houden.
4.15.
Kwalitaz heeft echter niet aan haar stelplicht voldaan. Het enkele noemen dat een zeker project in Costa Rica, zonder enige nadere toelichting over de aard en de omvang daarvan en de betrokkenheid van partijen daarbij, zou zijn gestagneerd dan wel niet van de grond gekomen als gevolg van covid-19, zonder enige tijdsaanduiding met betrekking tot het tot stand komen van dit project, en zonder beschrijving van de feitelijke gang van zaken over het stagneren dan wel teloorgaan van dit project, alsook de eventuele gevolgen daarvan voor partijen, is onvoldoende.
Verrekening
4.16.
Kwalitaz heeft verder naar voren gebracht dat zij een vordering heeft op Triumph met betrekking tot een project genaamd Parkeer Garage Renaissance Curaçao. Zij wenst deze vordering thans te verrekenen met de vordering van SVA.
4.17.
Ingevolge artikel 6:130 BW lid 1 is een schuldenaar, ook na cessie, bevoegd een tegenvordering op de oorspronkelijke schuldeiser in verrekening te brengen, mits deze tegenvordering uit dezelfde rechtsverhouding voortvloeit als de overgegane vordering of reeds vóór de overgang aan hem is opgekomen en opeisbaar geworden.
4.18.
Volgens Kwalitaz heeft zij (voorbereidende) werkzaamheden verricht voor verschillende fases van het genoemde project en het dagelijks projectmanagement uitgevoerd na de levering van de producten voor de eerste fase. Triumph heeft volgens Kwalitaz slechts één betaling verricht voor de werkzaamheden die zijn uitgevoerd tot aan 12 januari 2019. Dit terwijl de eerste fase pas na oktober 2019 was afgerond. Uit het voorgaande volgt dat Triumph nog de gewerkte uren tot aan oktober 2019 verschuldigd is. Dit betreft volgens Kwalitaz een totaalbedrag van NAf 85.058. Daarnaast stelt Kwalitaz recht te hebben op de helft van de opbrengsten die Triumph voor dit project heeft ingevolge de samenwerkingsovereenkomst en de annex. Dit betreft volgens Kwalitaz een bedrag van USD 39.709,97. Rekening houdend met eventuele kosten die gemaakt moesten worden, is Triumph in dit verband een bedrag van NAf 53.323 aan Kwalitaz verschuldigd. In totaal heeft Kwalitaz daarmee een tegenvordering van (NAf 85.058 + NAF 53.323) NAf 138.381 op Triumph.
4.19.
SVA heeft de tegenvordering betwist. Volgens SVA heeft Triumph Kwalitaz reeds in februari 2019 betaald voor de werkzaamheden die door haar in de eerste fase zijn verricht. Voor zover er na februari 2019 inspectie- of projectmanagement werkzaamheden door Kwalitaz zijn verricht, ontkent SVA dat zij Kwalitaz opdracht heeft gegeven om verdere diensten te verlenen. Verder betwist SVA dat Kwalitaz op basis van de samenwerkingsovereenkomst recht heeft op verdeling van de genoten opbrengsten in dit project. Daartoe heeft SVA aangevoerd dat de samenwerkingsovereenkomst pas in oktober 2019 door partijen is ondertekend terwijl de bestellingen van de aankopen waaruit de bedoelde opbrengsten zouden voortvloeien in november 2018 zijn geplaatst en betaald. Voorts heeft SVA betoogd dat de gegrondheid van dit verrekeningsverweer niet eenvoudig is vast te stellen, zodat het beroep op verrekening moet worden afgewezen, een en ander op de voet van artikel 6:136 BW.
4.20.
Het beroep op verrekening faalt reeds, omdat de opbouw van de tegenvordering voor het gerecht zonder nadere toelichting die is uitgebleven zodanig onnavolgbaar is dat niet aan de stelplicht is voldaan. Ter toelichting op de opbouw van de vordering is slechts verwezen naar het schrijven van Kwalitaz van 6 maart 2023 (vide r.o. 2.8.) waaruit geen duidelijke opbouw van de pretense tegenvordering volgt. Reeds om die reden wordt het verweer gepasseerd.
4.21.
Het voorgaande brengt mee dat Kwalitaz gehouden is haar terugbetalingsverplichting met betrekking tot het geleende bedrag van Afl. 40.000 en de daarover verschuldigde rente na te komen. [gedaagde 2] is hoofdelijk aansprakelijk. De vordering jegens hen beiden dient dan ook te worden toegewezen.
Proceskosten
4.22.
Kwalitaz en [gedaagde 2] zullen als de in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk worden veroordeeld in de proceskosten van SVA, daaronder begrepen de kosten die zij in reconventie heeft gemaakt.
4.23.
De proceskosten worden tot op heden begroot op:
Explootkosten: NAf 699,64
Gemachtigdensalaris: NAf 4.500 (3 punten x tarief 6)
Griffierecht: NAf 750
4.24.
De wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen als na te melden.
4.25.
De veroordelingen in deze uitspraak gaan meteen in en kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van de partijen deze beslissing voorlegt aan het Hof.

5.De beslissing

Het gerecht:
5.1.
veroordeelt Kwalitaz en [gedaagde 2] hoofdelijk tot betaling aan SVA van een bedrag van Afl. 50.000 te vermeerderen met de contractuele rente van 5% per jaar over dit bedrag vanaf 6 februari 2020 tot de dag der algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt Kwalitaz en [gedaagde 2] hoofdelijk in de proceskosten van SVA van NAf 5.949,64;
5.3.
bepaalt dat de proceskosten moeten worden betaald binnen veertien dagen en dat die kosten worden verhoogd met de wettelijke rente als niet op tijd wordt betaald;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C.B. Hubben, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.