In deze uitspraak beoordeelt het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao het beroep van eiser tegen de beschikking van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) van 13 maart 2024, waarin is besloten dat eiser geen recht heeft op tegemoetkomingen op grond van de Landsverordening Ongevallenverzekering (LvOv). De SVB heeft gesteld dat eiser het ongeval niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van een jaar heeft gemeld. Eiser heeft op 4 januari 2019 melding gemaakt van het ongeval, maar heeft niet tijdig een volledig ingevuld ongevallenmeldingsformulier ingediend. Het Gerecht oordeelt dat het op de weg van eiser lag om ervoor te zorgen dat dit formulier tijdig werd ingediend, en dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij aan deze verplichting heeft voldaan. Het Gerecht concludeert dat de SVB terecht ongevallengeld heeft geweigerd, omdat de melding van het ongeval niet binnen de vereiste termijn is gedaan. De beslissing van de SVB om eiser geen ongevallengeld toe te kennen blijft dan ook in stand. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd.