ECLI:NL:OGEAC:2024:206

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
19 augustus 2024
Publicatiedatum
31 maart 2025
Zaaknummer
CUR202204298
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van gedaagden voor schade AutoCity B.V. door onrechtmatige daad

In deze zaak heeft AutoCity B.V. een vordering ingesteld tegen verschillende gedaagden, waaronder WTC en Prudential, wegens onrechtmatige daad. AutoCity, een autoverkoop- en onderhoudsbedrijf, heeft in het verleden huurkoopovereenkomsten gesloten met Prudential voor de verkoop van meerdere voertuigen. Prudential heeft echter niet voldaan aan haar betalingsverplichtingen, wat leidde tot een schadeclaim van AutoCity. De gedaagden, WTC en Exor, hebben de voertuigen van Prudential overgenomen, wat AutoCity in een nadelige positie heeft gebracht. Het gerecht heeft vastgesteld dat de overdracht van de voertuigen door Prudential aan WTC onrechtmatig was, omdat dit de eigendom en verhaal van AutoCity heeft benadeeld. Het gerecht heeft de gedaagden aansprakelijk gesteld voor de schade die AutoCity heeft geleden als gevolg van deze onrechtmatige daad. De vordering van AutoCity is toegewezen, waarbij de gedaagden hoofdelijk zijn veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag aan schadevergoeding, inclusief proceskosten en wettelijke rente. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van partijen in huurkoopovereenkomsten en de gevolgen van onrechtmatige handelingen in het civiele recht.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202204298
Vonnis van 19 augustus 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap
AUTOCITY B.V.,
gevestigd in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. T. Aardenburg,
tegen

1.de naamloze vennootschapWORLD TRADE CENTER CURACAO N.V.,

2. de naamloze vennootschap
EXOR MANAGAMENT N.V.,
beiden gevestigd in Curaçao,
gedaagden,
gemachtigde: voorheen mr. H.W. Braam en thans mr. R.A. Diaz,

3.de besloten vennootschapPRUDENTIAL SECURITIES B.V.,

gevestigd in Curaçao,
4.
[gedaagde 4],
onbekende woon- en verblijfplaats,
gedaagden,
niet verschenen.
Partijen worden hierna afzonderlijk AutoCity, WTC, Exor, Prudential, en [gedaagde 4] genoemd. WTC en Exor worden hierna tezamen WTC c.s. genoemd. Prudential en [gedaagde 4] worden hierna tezamen Prudential c.s. genoemd. WTC c.s. en Prudential c.s. worden hierna gezamenlijk gedaagden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 10 november 2022, met producties,
  • de conclusie van antwoord van WTC c.s.,
  • de nadere producties van AutoCity,
  • de mondelinge behandeling van 15 april 2024,
  • de pleitnotitie van mr. Aardenburg voornoemd.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
AutoCity is een autoverkoop- en onderhoudsbedrijf en in Curaçao de officiële dealer van onder meer de merken Chevrolet, Honda en Isuzu.
2.2.
WTC exploiteert het World Trade Center in Curaçao. Exor is een conferentie- en hotelmanagementbedrijf, gevestigd en actief in het World Trade Center. WTC c.s. hebben dezelfde bestuurder, te weten de heer [bestuurder].
2.3.
Prudential is een autoverhuurbedrijf met [gedaagde 4] als haar bestuurder. [gedaagde 4] is tevens de bestuurder van de naamloze vennootschap BigFood N.V. (hierna: BigFood), die ruimtes van WTC heeft gehuurd.
2.4.
Bij huurkoopovereenkomst van 12 november 2019 heeft AutoCity tien nieuwe auto’s van het merk Chevrolet, model Spark in huurkoop aan Prudential gegeven. Prudential heeft een aanbetaling van NAf 65.419,38 gedaan. In de overeenkomst is bepaald dat Prudential het resterende bedrag van NAf 196.248,12 binnen twaalf maandelijkse termijnen dient te voldoen en dat AutoCity de onbetwiste en onbeperkte eigenaar van het verkochte blijft totdat de overeengekomen huurkoopprijs in zijn geheel door Prudential is voldaan.
2.5.
Bij huurkoopovereenkomsten van 15 januari 2020 heeft AutoCity drie nieuwe auto’s van de merken Chevrolet model Trax LT, Honda model Pilot en een Isuzu pick-up in huurkoop aan Prudential gegeven. Omdat Prudential niet de totale huurkoopprijs heeft voldaan, maar een aanbetaling heeft gedaan, is in deze overeenkomst hetzelfde eigendomsvoorbehoud opgenomen als in de hiervoor vermelde huurkoopovereenkomst van 12 november 2019. Op 17 maart 2021 heeft AutoCity nog één auto van het merk Chevrolet model Trax Premier aan Prudential verkocht, met voorbehoud van haar eigendom.
2.6.
Prudential heeft niet (volledig) aan haar betalingsverplichtingen onder voormelde huurkoopovereenkomsten voldaan.
2.7.
Op 22 juni 2020 heeft Prudential, ter voldoening van een huurschuld van NAf 198.000,00 van BigFood aan WTC, tenminste negen Chevrolets Spark die zij in huurkoop van AutoCity heeft verkregen, aan WTC overgedragen. WTC heeft deze auto’s, evenals de Isuzu pick-up, op naam van Exor gezet.
2.8.
Exor heeft de Isuzu pick-up verkocht en geleverd aan Economic Auto Center.
2.9.
Op 2 juni 2021 heeft AutoCity onder Exor conservatoir beslag gelegd op zes auto’s van het merk Chevrolet, model Spark.
2.10.
Bij in kracht van gewijsde gegaan vonnis in kort geding van 12 augustus 2021 in de gevoegde zaken van WTC c.s. tegen AutoCity en van AutoCity tegen Prudential, WTC c.s. en Economic Auto Center is – voor zover relevant – Exor veroordeeld om de zes op 2 juni 2021 in beslag genomen Chevrolets Spark met toebehoren aan AutoCity af te geven en is het op 4 juni 2021 ten laste van Economic Auto Center gelegde beslag op de Isuzu pick-up opgeheven en AutoCity verboden daarop opnieuw beslag te leggen.
2.11.
AutoCity heeft elf van de veertien aan Prudential in huurkoop verkochte en geleverde auto’s gerevindiceerd en doorverkocht.
2.12.
Bij vonnis van 4 juli 2022 [1] (hierna: het Vonnis) in gevoegde zaken van AutoCity tegen onder meer gedaagden heeft het gerecht het volgende overwogen en beslist, voor zover van belang:
“(…)
4.6.
Gelet op het vorenstaande en hetgeen het gerecht in 4.3. heeft overwogen, hebben WTC c.s. niet gemotiveerd weersproken dat zij op de hoogte waren van de financiële problemen waarin Prudential verkeerde, zodat dit is komen vast te staan. Met die wetenschap behoorde WTC, maar ook Exor nu zij dezelfde aandeelhouder en bestuurder hebben, te weten dat de overdracht van de auto’s door Prudential aan WTC die (bezien vanuit Prudential) onverplicht en om niet is geschied, benadeling van andere schuldeisers van Prudential tot gevolg zou hebben. Door in de gegeven omstandigheden daaraan mee te werken hebben WTC c.s. jegens AutoCity onrechtmatig gehandeld nu daarmee de auto’s aan haar eigendom en verhaal zijn onttrokken. WTC c.s. zijn daarom aansprakelijk voor de schade die AutoCity dientengevolge heeft geleden. AutoCity heeft ter zitting voldoende aannemelijk gemaakt dat zij als gevolg van de onrechtmatige daad schade heeft geleden, onder meer bestaande uit de waardevermindering wegens tijdsverloop van de auto’s die aan WTC c.s. zijn overgedragen en uit het verlies van verhaalsmogelijkheden als het gaat om onder andere de Isuzu pick-up die aan Economic Auto Center is doorverkocht. Het gerecht komt daarmee tot de conclusie dat de verklaring voor recht dat (onder meer) WTC c.s. jegens AutoCity onrechtmatig hebben gehandeld en uit dien hoofde aansprakelijk zijn voor de door AutoCity geleden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, zal worden toegewezen.
4.7.
Tegen Prudential c.s. is verstek verleend. Het door AutoCity gevorderde verklaring voor recht komt het gerecht gelet op het voorgaande niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom ook jegens Prudential c.s. worden toegewezen. (…)
(…)
4.16.
De slotsom is dat het beroep van [belanghebbende] op artikel 3:86, eerste lid BW slaagt. Nu niet in geschil is dat [belanghebbende] aan de overige voorwaarden van artikel 3:84 BW voldoet, is zij daarmee eigenaar van de Auto geworden. Dit leidt ertoe dat de vordering van AutoCity om [belanghebbende] te bevelen de Auto met alle toebehoren aan haar af te (doen) geven, zal worden afgewezen.
(…)
5. De beslissing
Het gerecht:
inzake CUR202101807
in conventie
5.1.
verklaart voor recht dat Prudential c.s. en WTC c.s. jegens AutoCity onrechtmatig hebben gehandeld en uit dien hoofde aansprakelijk zijn voor de door AutoCity geleden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet (…)”
2.13.
AutoCity heeft, na een daartoe ingediend verzoekschrift bij het gerecht, conservatoir derdenbeslag ten laste van WTC gelegd onder de naamloze vennootschap Maduro & Curiel’s Bank N.V. (hierna: MCB).
2.14.
Op 14 oktober 2022 heeft WTC ter opheffing van het hiervoor vermelde derdenbeslag middels een bankgarantie van MCB zekerheid gesteld aan AutoCity.

3.De vordering

3.1.
AutoCity vordert – samengevat – dat het gerecht gedaagden hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan AutoCity van NAf 178.787,98, te vermeerderen met de wettelijke rente, met veroordeling van gedaagden in de werkelijke proceskosten en nakosten, eveneens vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
Prudential c.s. zijn niet verschenen. WTC c.s. voeren gemotiveerd verweer.

4.De beoordeling

Inleidende overwegingen
4.1.
Bij Vonnis is onder meer voor recht verklaard dat gedaagden jegens AutoCity onrechtmatig hebben gehandeld en uit dien hoofde aansprakelijk zijn voor de door AutoCity geleden schade. Het gaat in deze zaak om de afwikkeling van de schade die AutoCity door dit onrechtmatig handelen stelt te hebben geleden.
4.2.
Het gerecht stelt vast dat Prudential c.s., hoewel behoorlijk opgeroepen, niet zijn verschenen. Tegen hen is verstek verleend. Nu WTC c.s. als medegedaagden zijn verschenen en verweer hebben gevoerd, wordt op grond van artikel 82, tweede lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) tussen partijen een vonnis gewezen dat als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd.
De vordering jegens Prudential c.s.
4.3.
De vordering van AutoCity jegens Prudential c.s. zal worden toegewezen, omdat deze niet is weersproken en het gerecht niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Dit geldt niet voor het gevorderde griffierecht en de zegel- en deurwaarderskosten, begroot op een bedrag van NAf 25.937,45, en voor de kosten van rechtsbijstand, tot aan de onderhavige procedure begroot op NAf 62.322,31.
4.4.
De gevorderde kosten, voor zover deze buitengerechtelijke incassokosten betreffen, worden gematigd tot 1,5 punt van het conform het Procesreglement toepasselijke liquidatietarief, omdat die het gerecht bovenmatig voorkomen. Dit komt neer op een bedrag van NAf 2.250 [2] . AutoCity heeft in dit verband niet gesteld, althans gespecificeerd dat (een deel van) de gevorderde kosten niet onder buitengerechtelijke incassokosten vallen, maar onder kosten als bedoeld in artikel 6:96, tweede lid aanhef en onder a of b van het Burgerlijk Wetboek.
4.5.
De in verband met deze procedure gemaakte kosten zullen gelet op artikel 63a Rv als (forfaitaire) proceskosten worden toegekend. Dit omdat een vordering tot betaling van de werkelijk gemaakte kosten slechts toewijsbaar is in geval van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen zoals bedoeld in het arrest van de Hoge Raad van 6 april 2012 [3] . AutoCity heeft niet gesteld dat daarvan sprake is. De kosten van AutoCity worden tot aan deze uitspraak conform artikel 61 Rv en het gebruikelijke liquidatietarief begroot op NAf 2.035,82 [4] aan oproepingskosten en
NAf 1.500 [5] aan gemachtigdensalaris.
4.6.
De gevorderde wettelijke rente en de nakosten worden toegewezen zoals hierna onder de beslissing vermeld.
De vordering jegens WTC c.s.
4.7.
AutoCity begroot haar schade op een bedrag van NAf 178.787,98. Zij heeft haar schade als volgt gespecificeerd:
  • onbetaald gebleven huurkoopsommen: NAf 336.280,47
  • onderhoudswerkzaamheden auto’s: NAf 3.404,49
  • reparatiewerkzaamheden auto’s: NAf 9.010,00
  • griffierecht, zegel- en deurwaarderskosten: NAf 25.937,45
  • kosten rechtsbijstand tot aan schadestaat: NAf 62.322,31
  • betaalde proceskostenveroordeling:
Subtotaal NAf 440.954,72
  • verkoopopbrengst teruggehaalde auto’s: NAf 245.073,37
  • geïncasseerde proceskostenveroordeling:
Totaal NAf 178.787,98
4.8.
Ter onderbouwing van haar schade stelt AutoCity dat WTC c.s. door de paulianeuze overdracht van de auto’s, deze aan het eigendom en het verhaal van AutoCity heeft onttrokken. De overdracht van de auto’s door Prudential aan WTC c.s. betekende het einde van de onderneming van Prudential, omdat zij haar verdiencapaciteit verloor en haar verplichtingen onder de huurkoopovereenkomsten jegens AutoCity niet meer kon nakomen. De door AutoCity geleden schade die op WTC c.s. kan worden verhaald kan aldus worden vastgesteld aan de hand van de niet-nakoming van de huurkoopovereenkomsten door Prudential. Daaruit volgt dat AutoCity recht heeft op vergoeding van het niet betaalde deel van de huurkoopsommen. De door AutoCity geleden schade is verder het gevolg van de eigendoms- en verhaalonttrekking van de drie auto’s die door WTC c.s. zijn doorverkocht en daarom niet door AutoCity gerevindiceerd konden worden, terwijl elf auto’s pas veel later en dus met waardedaling, alsook tegen aanzienlijke kosten gerevindiceerd konden worden. Aan tien auto’s dienden, nadat deze waren teruggehaald, noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden te worden verricht en aan vijf auto’s dienden reparatiewerkzaamheden te worden verricht wegens schade aan de carrosserie. Dit om een zo hoog mogelijke verkoopprijs op de tweedehands markt te kunnen verkrijgen en daarmee de schade van AutoCity zoveel mogelijk te beperken. Omdat WTC c.s. niet vrijwillig aan de sommaties van AutoCity voldeden, was AutoCity genoodzaakt hen in rechte te betrekken en conservatoire maatregelen te treffen. De daarmee noodzakelijk gepaard gaande kosten voor griffierecht, zegel- en deurwaarderskosten dienen WTC c.s. aan AutoCity te vergoeden. Verder heeft AutoCity aan tweetal partijen een proceskostenveroordeling moeten betalen die WTC c.s. valt aan te rekenen en derhalve ook voor vergoeding in aanmerking komt, aldus steeds AutoCity.
4.9.
WTC c.s. voeren daartegen aan dat AutoCity een contractuele relatie met Prudential had over de huurkoop van de auto’s. Er is volgens WTC c.s. geen (rechts)grond om de onbetaald gebleven huurkoopsommen op hen te verhalen. Het feit dat de auto’s aan WTC c.s. zijn overgedragen doet daar niet aan af. Indien deze auto’s immers niet aan WTC c.s. waren overgedragen, zouden de huurkoopsommen nog steeds verschuldigd zijn door Prudential. De overdracht van de auto’s aan WTC c.s. heeft slechts tot gevolg gehad dat AutoCity deze auto’s bij WTC c.s. heeft moeten revindiceren en niet bij Prudential. Daarnaast heeft AutoCity het volledig aan zichzelf te wijten dat zij de huurkoopsommen van Prudential niet volledig heeft weten te innen nu zij de auto’s in huurkoop aan Prudential heeft afgedragen terwijl Prudential al langere tijd in verzuim was. Voorts zijn WTC c.s. niet aansprakelijk voor de onderhouds- en reparatiekosten, omdat niet is gebleken dat de staat van de auto’s is verslechterd nadat WTC c.s. deze auto’s in bezit hadden genomen. De verder door AutoCity gevorderde kosten zijn of worden bij een proceskostenveroordeling meegenomen. Dat AutoCity in de proceskosten is veroordeeld, komt volgens WTC c.s. doordat de vordering van AutoCity is afgewezen.
4.10.
Het gerecht zal hierna beoordelen of, en zo ja, in welke mate AutoCity schade heeft geleden als gevolg van het onrechtmatig handelen van WTC c.s. zoals in het Vonnis is vastgesteld. Voor het antwoord op deze vraag moet een vergelijking worden gemaakt tussen de situatie waarin AutoCity zou zijn komen te verkeren indien WTC c.s. niet onrechtmatig hadden gehandeld, en die waarin zij daadwerkelijk is komen te verkeren. Aangezien de eerstbedoelde situatie een hypothetische is, zijn bepaalde aannames en veronderstellingen daarbij onvermijdelijk. Op AutoCity rust de stelplicht en bewijslast ter zake van het causaal verband en (de aannemelijkheid van) de door haar gestelde schade.
4.11.
Uitgaande van de hypothetische situatie dat WTC c.s. niet onrechtmatig had gehandeld, dient AutoCity voor de haar gestelde schade aan onbetaald gebleven huurkoopsommen van in totaal NAf 336.280,47 onder meer aannemelijk te maken dat Prudential c.s. de (huur)koopsommen (volledig) had betaald. Het gerecht is gelet op de vastgestelde feiten van oordeel dat AutoCity onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Prudential voormelde betalingsverplichting (volledig) zou zijn nagekomen indien WTC c.s. niet onrechtmatig hadden gehandeld. Dit omdat niet is gebleken dat Prudential na het doen van een aanbetaling, maar voor het overdragen van de auto’s aan WTC c.s. (een deel van de) huurkoopsommen heeft betaald en het onrechtmatig handelen van WTC c.s. ertoe heeft geleid dat Prudential haar verplichtingen onder de huurkoopovereenkomsten niet meer kon nakomen.
4.12.
Niettegenstaande het voorgaande is het gerecht van oordeel dat het onrechtmatig handelen van WTC c.s. tot gevolg heeft gehad dat AutoCity niet alle veertien auto’s heeft kunnen revindiceren. Immers, WTC c.s. heeft drie auto’s aan derden doorverkocht waarmee zij (wegens derdenbescherming) eigenaar van die auto’s zijn geworden. Deze drie auto’s zijn aldus aan het eigendom en verhaal van AutoCity onttrokken als gevolg van het onrechtmatig handelen van WTC c.s. zoals vastgesteld in het Vonnis. Gelet op de stellingen van partijen ter zitting over de marktwaarde van deze auto’s, begroot het gerecht de schade die AutoCity heeft geleden op een bedrag van in totaal NAf 60.000 [6] . Dit leidt ertoe dat deze schadepost tot een bedrag van NAf 60.000 toewijsbaar is.
4.13.
Ten aanzien van de gevorderde kosten aan onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de auto’s overweegt het gerecht dat AutoCity voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij deze noodzakelijke werkzaamheden heeft verricht om de gerevindiceerde auto’s verkoop klaar te kunnen maken. Het enkele tijdsverloop tussen de overdracht van de auto’s aan WTC c.s. en de revindicatie daarvan door AutoCity maakt naar het oordeel van het gerecht dat deze kosten, door AutoCity begroot op een totaalbedrag van NAf 12.414,49, voldoende verband houden met het onrechtmatig handelen van WTC c.s. en derhalve voor toewijzing in aanmerking komen.
4.14.
Voor wat betreft het door AutoCity gevorderde bedrag van NAf 4.000 aan betaalde proceskostenveroordeling, stelt het gerecht vast dat deze schadepost het gevolg is van de afwijzing van de vorderingen van AutoCity jegens andere procespartijen en niet in een zodanig verband staat met het onrechtmatig handelen van WTC c.s. dat het als een gevolg daarvan aan hen kan worden toegerekend. Deze schadepost zal daarom worden afgewezen.
4.15.
Met betrekking tot het gevorderde griffierecht en de zegel- en deurwaarderskosten, begroot op een bedrag van NAf 25.937,45, en voor de kosten rechtsbijstand, tot aan de onderhavige procedure begroot op NAf 62.322,31 is het gerecht onder verwijzing naar rechtsoverweging 4.4. en 4.5. van oordeel dat deze kosten, voor zover het buitengerechtelijke incassokosten betreffen zullen worden gematigd tot 1,5 punt van het conform het Procesreglement toepasselijke liquidatietarief. De buitengerechtelijke incassokosten komen daarmee neer op een bedrag van NAf 2.250 [7] . Voor zover de gevorderde kosten verband houden met deze procedure, zullen deze hierna als (forfaitaire) proceskosten worden toegekend.
4.16.
WTC c.s. zal als de (grotendeels) in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten worden aan de zijde van AutoCity tot aan deze uitspraak begroot op NAf 733,28 [8] aan oproepingskosten, NAf 2.411,58 [9] aan beslagkosten en NAf 3.000 [10] aan gemachtigdensalaris.
4.17.
De gevorderde wettelijke rente en de nakosten worden toegewezen zoals hierna onder de beslissing vermeld.
Conclusie
4.18.
De slotsom is dat de vordering van AutoCity jegens Prudential c.s. zal worden toegewezen tot een bedrag van NAf 90.528,22 en jegens WTC c.s. tot een bedrag van NAf 72.414,49. Dit leidt gelet op de vordering van AutoCity ertoe dat gedaagden hoofdelijk zullen worden veroordeeld tot betaling van het laatstgenoemde bedrag en Prudential c.s. daarnaast zal worden veroordeeld tot betaling aan AutoCity van NAf 18.113,73 [11] . Verder zullen Prudential c.s. en WTC c.s. separaat worden veroordeeld in de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten zoals hiervoor is begroot, behalve voor zover het ziet op het forfaitair begrootte gemachtigdensalaris van NAf 1.500 voor het opstellen van het(zelfde) verzoekschrift waartoe gedaagden eveneens hoofdelijk zullen worden veroordeeld.
4.19.
De veroordelingen in deze uitspraak gaan meteen in en kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van de partijen deze beslissing voorlegt aan het Hof.

5.De beslissing

Het gerecht:
5.1.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk tot betaling aan AutoCity van
NAf 72.414,49, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf
10 november 2022 tot aan de dag van betaling;
5.2.
veroordeelt Prudential c.s. tot betaling aan AutoCity van NAf 18.113,73, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 november 2022 tot aan de dag van betaling;
5.3.
veroordeelt Prudential c.s. tot betaling aan AutoCity van NAf 2.250 aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.4.
veroordeelt WTC c.s. tot betaling aan AutoCity van NAf 2.250 aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.5.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de proceskosten van AutoCity van
NAf 1.500;
5.6.
veroordeelt Prudential c.s. in de proceskosten van AutoCity van
NAf 2.035,82, te vermeerderen met NAf 250 aan nakosten zonder betekening, verhoogd met NAf 150 in geval van betekening;
5.7.
veroordeelt WTC c.s. in de proceskosten van AutoCity van NAf 4.644,86, te vermeerderen met NAf 250 aan nakosten zonder betekening, verhoogd met NAf 150 in geval van betekening;
5.8.
bepaalt dat de proceskosten moeten worden betaald binnen veertien dagen en dat die kosten worden verhoogd met de wettelijke rente als niet op tijd wordt betaald;
5.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.10.
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, bijgestaan door
mr. H. Akbuz, griffier, en in het openbaar uitgesproken.

Voetnoten

2.1,5 punt x tarief NAf 1.500 = NAf 2.250.
4.NAf 648,62 + NAf 406,92 + NAf 366,64 + NAf 613,64 = NAf 2.035,82.
5.1 punt x tarief NAf 1.500 = NAf 1.500.
6.3 auto’s x NAf 20.000 = NAf 60.000.
7.1,5 punt x tarief NAf 1.500 = NAf 2.250.
8.NAf 366,64 + 366,64 = NAf 733,28.
9.NAf 450 griffierecht + NAf 1.211,58 deurwaarderskosten + (0,5 punt x tarief NAf 1.500 =) NAf 750 aan gemachtigdensalaris = NAf 2.411,58.
10.2 punten x tarief NAf 1.500 = NAf 3.000.
11.NAf 90.528,22 -/- NAf 72.414,49 = NAf 18.113,73