ECLI:NL:OGEAC:2024:37

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
22 februari 2024
Publicatiedatum
7 maart 2024
Zaaknummer
CUR202303277
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
  • M. Molenaar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van alimentatie voor jong meerderjarige in Curaçao

In deze zaak heeft de Voogdijraad Curaçao een verzoek ingediend tot het vaststellen van een alimentatiebedrag voor [verzoekster], een jong meerderjarige die momenteel een opleiding volgt. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 13 oktober 2023 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 8 februari 2024. Tijdens deze zitting waren de verweerder en een vertegenwoordiger van de Voogdijraad aanwezig. De verweerder heeft financiële gegevens overgelegd, waaruit blijkt dat hij meerdere kinderen heeft waarvoor hij alimentatie betaalt.

De feiten van de zaak zijn als volgt: [verzoekster] is geboren in 2002 en staat ingeschreven voor een opleiding aan de Eligia Martier SBO. De verweerder betwist dat [verzoekster] schoolgaand is en heeft eerder een verzoek tot alimentatie afgewezen gekregen omdat [verzoekster] niet aan de voorwaarden voldeed. De wet verplicht ouders en verwekker om bij te dragen aan de kosten van levensonderhoud en studie van hun kinderen tot 21 jaar, en in sommige gevallen tot 25 jaar.

Het gerecht heeft vastgesteld dat [verzoekster] op basis van de schoolverklaring momenteel schoolgaand is, maar heeft de alimentatieperiode beperkt tot het einde van het schooljaar 2023/2024. De draagkracht van de verweerder is een belangrijke factor in deze zaak. Na beoordeling van zijn financiële situatie, inclusief zijn inkomen en lasten, heeft het gerecht besloten dat de verweerder een bedrag van NAf 150 per maand aan alimentatie moet betalen, met ingang van 1 maart 2024 tot 1 augustus 2024. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

zaaknummer: CUR202303277
Beschikking van 22 februari 2024
op het verzoek van:
Voogdijraad Curaçao,
namens
[verzoekster],hierna: [verzoekster],
wonende in Curaçao,
verzoekster,
tegen:
[verweerder],
wonende in Curaçao,
verweerder
.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, op 13 oktober 2023 bij de griffie ingediend;
  • de mondelinge behandeling op 8 februari 2024, waarbij aanwezig waren: verweerder en een vertegenwoordiger van de Voogdijraad. Door verweerder zijn financiële gegevens overgelegd.
1.2.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Verweerder is de verwekker van [verzoekster], geboren op [geboorte datum] 2002 op Curaçao uit [de moeder] (de moeder).
2.2.
Uit een schoolverklaring van 14 augustus 2023 blijkt dat [verzoekster] voor het schooljaar 2023/2024 staat ingeschreven bij de Eligia Martier SBO en daar een opleiding volgt voor verzorgende, niveau 3, leerjaar 1.

3.Het verzoek, het verweer en de beoordeling

3.1. [
[verzoekster] heeft verzocht een bedrag aan alimentatie te bepalen van
NAf 250 per maand.
3.2.
Verweerder betwist dat [verzoekster] schoolgaand is. Zij heeft eerder een verzoek tot alimentatie gedaan, maar de Voogdijraad heeft haar toen geïnformeerd dat zij gelet op haar leeftijd enkel recht heeft op alimentatie als zij schoolgaand is. Vandaar dat zij zich bij een opleiding heeft ingeschreven, maar verweerder betwijfelt of zij de opleiding daadwerkelijk (nog) volgt. Bovendien heeft hij onvoldoende draagkracht om het verzochte bedrag aan alimentatie te betalen; hij heeft meerdere kinderen voor wie hij alimentatie betaalt.
3.3.
Ouders van een kind, en de verwekker als ware hij de ouder, zijn op grond van de wet verplicht te voorzien in de kosten van het levensonderhoud en studie van hun meerderjarige kinderen die de leeftijd van 21 jaar niet hebben bereikt. Op grond van artikel 1:395a lid 3 BW zijn de ouders verplicht, indien aannemelijk is dat een studie die het kind volgt niet voor het bereiken van de leeftijd van 21 jaren kan zijn voltooid, te voorzien in de kosten van het levensonderhoud en studie totdat die studie redelijkerwijs kan zijn voltooid, maar uiterlijk totdat het kind de leeftijd van 25 jaren heeft bereikt.
3.4.
Op basis van de overgelegde schoolverklaring gaat het gerecht ervan uit dat [verzoekster] op dit moment schoolgaand is. Gelet op hetgeen verweerder ter zitting heeft aangevoerd ten aanzien van de gang van zaken rondom het (eerdere) door [verzoekster] gedane verzoek om alimentatie en de geuite twijfels of zij nog wel (steeds) schoolgaand is, terwijl dit niet door [verzoekster] is betwist, zal het gerecht de periode van de alimentatie beperken, en wel tot het einde van schooljaar 2023/2024. Indien [verzoekster] volgend schooljaar nog steeds schoolgaand is, zal zij (via de Voogdijraad) een nieuw verzoek moeten indienen, waarbij in ieder geval is gevoegd een nieuwe schoolverklaring en een bevestiging van de school dat zij in het schooljaar 2023/2024 ook daadwerkelijk onderwijs heeft gevolgd.
3.5.
Nu de draagkracht van verweerder de beperkende factor in deze is en het inkomen van de moeder minimaal is, zal het gerecht enkel ingaan op de draagkracht van verweerder.
3.6.
Voor het bepalen van de draagkracht van verweerder gaat het gerecht uit van de door verweerder overgelegde bankafschriften waaruit een maandelijks nettoloon blijkt van NAf 3.395 per maand. De door verweerder opgevoerde lasten bedragen NAf 2.486. Het gerecht houdt slechts rekening met een bedrag aan lasten van NAf 1.974, nu de post lening ACU van NAf 447 al rechtstreeks op het salaris wordt ingehouden, zoals blijkt uit de door de Voogdijraad overgelegde loonstroken. Daarnaast blijkt uit de overgelegde rekeningen van Aqualectra dat de kosten voor water, elektriciteit en Selikor gemiddeld NAf 185 bedragen (en niet NAf 250). Dit resulteert in een draagkracht van NAf 1.421 (3.395-1.974). Nu verweerder veertien kinderen heeft, waarvan hij er reeds tien onderhoudt, zal deze draagkracht over hen en [verzoekster] (elf kinderen) verdeeld moeten worden. Uit proceseconomische redenen zal het gerecht de draagkracht evenredig verdelen over tien kinderen. Immers, de alimentatie voor één van zijn kinderen ([naam]) wordt rechtstreeks ingehouden op zijn salaris. Dit resulteert in een draagkracht van verweerder ten behoeve van [verzoekster] van (afgerond) NAf 150 per maand.
3.7.
Gelet op het voorgaande zal het gerecht een bedrag aan alimentatie bepalen van NAf 150 per maand, met ingang van 1 maart 2024 tot 1 augustus 2024. Voor een eerdere ingangsdatum ziet het gerecht, mede gelet op de aanwending van de draagkracht van verweerder ten behoeve van zijn andere kinderen, geen aanleiding.

4.De beslissing

Het gerecht:
4.1.
bepaalt dat [verweerder] aan de Voogdijraad Curaçao, met ingang van 1 maart 2024 tot 1 augustus 2024, een bedrag aan alimentatie van
NAf 150 per maand zal betalen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen, ten behoeve van[verzoekster], geboren op [geboorte datum] 2002 op Curaçao;
4.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
4.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, bijgestaan door
mr. M. Molenaar, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2024.