ECLI:NL:OGEAC:2024:40

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
5 maart 2024
Publicatiedatum
8 maart 2024
Zaaknummer
CUR202301352
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot ondercuratelestelling na deskundigenrapport zonder geestelijke stoornis

Op 5 maart 2024 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer CUR202301352. Het verzoek tot ondercuratelestelling van de betrokkene, geboren op 5 oktober 1970, werd afgewezen. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. R.A.P.H. Pols, had verzocht om ondercuratelestelling op basis van een vermeende geestelijke stoornis. Echter, uit het deskundigenrapport van psychiater G.I. Rendón, opgesteld op 12 januari 2024, bleek dat de betrokkene geen geestelijke stoornis vertoonde die zijn vermogen om zijn belangen te behartigen zou belemmeren. De psychiater concludeerde dat de betrokkene in staat was om beslissingen te nemen over zijn medicatie, woonomstandigheden en financiële zaken, mits met enige ondersteuning van een vertrouwde persoon.

De rechter oordeelde dat, op basis van artikel 1:378 lid 1 sub a van het Burgerlijk Wetboek, een meerderjarige alleen onder curatele kan worden gesteld wegens een geestelijke stoornis. Aangezien de deskundige geen geestelijke stoornis had vastgesteld, werd het verzoek afgewezen. De rechter merkte op dat de verzoeker bewust om ondercuratelestelling had verzocht en niet om onderbewindstelling. Daarnaast werden de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.

Deze beschikking werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en de uitspraak markeert een belangrijke beslissing in de beoordeling van de geestelijke gezondheid en de juridische status van de betrokkene.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

zaaknummer: CUR202301352
Beschikking van 5 maart 2024
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende in Curaçao,
verzoeker,
gemachtigde: mr. R.A.P.H. Pols,
tot de ondercuratelestelling van:
[betrokkene],
geboren op 5 oktober 1970 op Curaçao,
hierna te noemen: betrokkene,
als belanghebbenden worden aangemerkt:
1.
[belanghebbende sub 1],
wonende in Curaçao;
2) [
[belanghebbende sub 2],in haar hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger van
[naam 1],
wonende in Curaçao;
gemachtigde: mr. R.M.L. Conquet;
3) [
[belanghebbende sub 3],
wonende in Curaçao;
4) [
[belanghebbende sub 4],
wonende in Curaçao;
5) [
[belanghebbende sub 5],in haar hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger van
[naam 2],
wonende in Nederland;
6) [
[belanghebbende sub 6],
wonende in Curaçao;
zijnde de kinderen en de moeder van betrokkene.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • de tussenbeschikking van 14 december 2023;
  • het deskundigenrapport van psychiater G.I. Rendón van 12 januari 2024;
  • de akte uitlating rapport van 6 februari 2024 van belanghebbenden 1) en 2).
1.2.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In voormeld deskundigenrapport is het volgende vermeld:
“Regarding the evaluation performed during the day 03-01-2024 at Betesda and after evaluation of his medical information and without contact any relatives just the person and staff at the institution:
• The person understand the nature of the petition and he is well informed about my evaluation
• He is able to recognize who are her relatives and inform to whom he trust
•The person has physical handicap (neurologic motoric/speech sequel to brain injury 2022)
•The patient suffered for major force head trauma 04-12-2022
• The severities of the consequences of this politrauma has been changed during 13 month with improvement in his willingness, motor skills, speech and mood
• His current metal condition DO NOT impair his capacity to take decisions
• He is able to decide regarding his medication, living, or financial affairs better with some support of a person of his confident”
2.2.
Op grond van artikel 1:378 lid 1 sub a van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan een meerderjarige door de rechter onder curatele worden gesteld wegens een geestelijke stoornis, waardoor deze, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen. De deskundige heeft in het deskundigenrapport geconcludeerd dat bij betrokkene thans geen sprake is van een geestelijke stoornis, waardoor hij niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Gelet hierop, wordt het verzoek om betrokkene onder curatele te stellen afgewezen. Het gerecht ziet voorts geen aanleiding enige andere beslissing te nemen, reeds omdat verzoeker – zoals in 2.1 van de tussenbeschikking is vermeld – te kennen heeft gegeven bewust om ondercuratelestelling te hebben verzocht en niet om onderbewindstelling.
2.3.
De proceskosten worden gelet op het bloedverwantschap tussen partijen gecompenseerd, zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

Het gerecht:
3.1.
wijst het verzoek af;
3.2.
compenseert de proceskosten zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en op 5 maart 2024 in het openbaar uitgesproken, in aanwezigheid van de griffier.