ECLI:NL:OGEAC:2024:58

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
25 maart 2024
Publicatiedatum
8 april 2024
Zaaknummer
CUR202100392, CUR201802333, CUR201501252
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afrekening huwelijkse voorwaarden en openlegging stukken na bewijsbeslag

In deze zaak, die zich afspeelt in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, zijn er drie verschillende procedures aan de orde, alle met betrekking tot de huwelijkse voorwaarden tussen [de vrouw] en [de man]. De uitspraak betreft de vorderingen van [de vrouw] tot openlegging van beslagen stukken en de verplichting van [de man] om informatie te verstrekken over zijn vermogen en inkomen. De vorderingen zijn gedaan in het kader van de afrekening van huwelijkse voorwaarden, waarbij [de vrouw] stelt dat [de man] niet de benodigde gegevens verstrekt die essentieel zijn voor de verrekening van hun vermogensbestanddelen en de vaststelling van partneralimentatie. Het gerecht heeft geoordeeld dat [de vrouw] recht heeft op openlegging van de beslagen stukken, omdat beide partijen als voormalig echtgenoten verplicht zijn om over dezelfde en accurate gegevens te beschikken om tot een eerlijke afrekening te komen. De tegenwerpingen van [de man] dat [de vrouw] al over de benodigde gegevens beschikt, zijn door het gerecht verworpen. Daarnaast zijn de vorderingen van [de vrouw] tot overlegging van andere gegevens en benoeming van een deskundige afgewezen, omdat deze vorderingen al in een andere procedure aan de orde zijn. De kosten van de procedure zijn toegewezen aan [de vrouw], die ook moet betalen voor de kosten die Infocus heeft gemaakt in verband met het bewijsbeslag. De uitspraak bevat ook bepalingen over de proceskosten en de verdere behandeling van de aanhangige zaken.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummers: CUR202100392, CUR201802333 en CUR201501252
Vonnis en beschikking van 25 maart 2024
in de zaak met nummer CUR202100392 van
[DE VROUW],hierna:
[de vrouw],
wonend in Curaçao, eiseres in conventie, gedaagde in reconventie,
gemachtigden: mrs. A.C. van Hoof en E. Frins,
tegen

1.[DE MAN], hierna: [de man],

wonend in Curaçao, gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
gemachtigde: mr. M.R. Hammoud,
2. INFOCUS N.V.,hierna:
Infocus,
gevestigd in Curaçao, gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. Bokkes,
3. Robertico Alejandrio RAMAZAN,hierna:
de deurwaarder,
wonend in Curaçao, gedaagde,
procederend in persoon;
en in de zaak met nummer CUR201802333 van
[DE VROUW],hierna:
[de vrouw],
wonend in Curaçao, eiseres in conventie, gedaagde in reconventie,
gemachtigden: mrs. A.C. van Hoof en E. Frins,
tegen
[DE MAN],hierna:
[de man],
wonend in Curaçao, gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
gemachtigde: mr. M.R. Hammoud;
en in de zaak met nummer CUR201501252 van
[DE VROUW],hierna:
[de vrouw],
wonend in Curaçao, verzoekster,
gemachtigden: mrs. A.C. van Hoof en E. Frins,
tegen
[DE MAN],hierna:
[de man],
wonend in Curaçao, verweerder,
gemachtigde: mr. M.R. Hammoud.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
in de zaak van [de vrouw] tegen [de man], Infocus en de deurwaarder (CUR202100392)
  • het tussenvonnis van 6 februari 2023 (
  • de aktes van [de vrouw] en van [de man] van 15 mei 2023;
  • de (antwoord)aktes van Infocus en van [de man] van 13 november 2023;
  • de aktes van [de vrouw] en [de man] van 11 september 2023;
  • de antwoordaktes van [de vrouw] en [de man] van 13 november 2023.
in de zaak van [de vrouw] tegen [de man] (CUR201802333)
  • het tussenvonnis van 30 november 2020;
  • de beschikking van het Hof van 4 mei 2021 (
  • het vonnis van het Hof van 14 februari 2023 (
  • de aktes van partijen van 11 september 2023;
  • de antwoordaktes van partijen van 13 november 2023;
in de zaak van [de vrouw] tegen [de man] (CUR201501252)
  • de beschikking van 13 oktober 2015 (
  • de aktes van partijen van 15 mei 2023;
  • de antwoordaktes van partijen van 13 november 2023.
1.2.
Uitspraak is in alle zaken bepaald op vandaag.

2.De verdere beoordeling

in de zaak van [de vrouw] tegen [de man], Infocus en de deurwaarder (CUR202100392)
de vorderingen
2.1. [
de vrouw] vordert openlegging van de beslagen stukken. Uit het proces-verbaal van beslaglegging van 25 februari 2021 blijkt dat de deurwaarder op die dag het bewijsbeslag heeft gelegd in aanwezigheid van een IT-deskundige en dat de stukken digitaal zijn opgeslagen op een USB-stick. In deze eis in de hoofdzaak vordert [de vrouw] openlegging van de beslagen stukken zoals in het beslagverlof van 15 december 2020 genoemd, en voorts om te bepalen dat [de man] alle benodigde informatie omtrent zijn inkomen gedurende en na het huwelijk en zijn vermogen per 26 juni 2015 moet overleggen, alsmede benoeming van een deskundige om alle relevante beschikbare informatie door te nemen en daarover rapport uit te brengen.
2.2.
In reconventie vordert [de man] van [de vrouw] (gedeeltelijke) opheffing van de onder Infocus en Ramazan gelegde bewijsbeslagen, althans om van het beslag bepaalde correspondentie uit te sluiten, om [de vrouw] te bevelen inzage te geven in haar vermogensbestanddelen per 1 januari 2014 en per 26 juni 2015 en vermogensoverzichten per de genoemde data over te leggen, verder om [de vrouw] te bevelen inzage te geven in haar huidige vermogenspositie en haar huidige inkomsten en om [de vrouw] te bevelen informatie te geven over haar samenwonende status, en tenslotte om [de vrouw] te bevelen om NAf 1.225,63 aan beslagkosten aan Infocus, althans aan [de man], te voldoen.
2.3.
Infocus vordert in reconventie van [de vrouw] betaling van NAf 1.225,63 aan beslagkosten.
de openlegging van de beslagen stukken
2.4. [
de vrouw] heeft haar vordering tot oplegging van de beslagen stukken onderbouwd met de stelling dat [de man] weigerachtig is gegevens te verstrekken die benodigd zijn voor de verrekening van de vermogensbestanddelen van partijen, de verdeling van het pensioen en de vaststelling van partneralimentatie. Zij stelt dat gedurende hun huwelijk hoofdzakelijk [de man] zich met financiële aangelegenheden bezighield, dat alleen hij over alle informatie beschikt en dat uit de brief van MCB aan het Panamese Mossack Fonseca uit juni 2013 en uit het feit dat [de man]’s naam voorkomt in de Panama Papers volgt dat [de man] ook vermogen heeft in het buitenland.
2.5.
De gevorderde openlegging van de beslagen stukken zal worden toegewezen. [De vrouw] en [de man] hebben er, als elkaars voormalig echtgenoten, belang bij - en zijn ertoe verplicht te bewerkstelligen - dat zij over dezelfde, accurate en complete gegevens beschikken om tot de (overeengekomen) afrekening te komen, ter uitvoering van artikel 1:141 Burgerlijk Wetboek hun huwelijkse voorwaarden. De tegenwerpingen van [de man] dat [de vrouw] reeds over de benodigde gegevens beschikt, dat zij zelf informatie achterhoudt en dat zij niet voldoende heeft onderbouwd wat haar belang is bij inzage in met name de in het beslagverlof genoemde SPF’s en andere rechtspersonen, wat er verder van die tegenwerpingen zij, kunnen niet afdoen aan [de man]’s verplichting jegens [de vrouw] als zijn ex-echtgenote tot openheid van zaken in financiële aangelegenheden. Niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang van [de man] dat zich tegen openlegging van de beslagen stukken verzet. Ten aanzien van [de man]‘s klachten dat sprake is van een ‘fishing expedition’ (een ongerichte zoekactie, een hengeltocht) benadrukt het gerecht dat het hier om aanspraken om informatie gaat tussen echtgenoten onderling die tot een verrekening moeten komen (vgl. ECLI:NL:HR:2019:637 onder 3.3.2), niet om informatie die wordt verlangd door een (zakelijk) schuldeiser, een concurrent of een overheidsinstantie. Het gerecht ziet voorts geen grond voor een weigering, zoals door [de man] subsidiair bepleit, om [de vrouw] inzage te verschaffen in correspondentie van [de man] met Infocus en van Infocus met de adviseurs van [de man].
2.6.
Mede gelet op het bepaalde in de artikelen 142 en 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zal de gevorderde openlegging zal toegewezen als hierna omschreven, met een instructie aan de deurwaarder ter uitvoering van dit vonnis.
de vorderingen tot overlegging van andere gegevens
2.7.
De vorderingen van [de vrouw] tegen [de man] tot overlegging van (andere) gegevens en tot benoeming van een deskundige worden afgewezen. Dezelfde vorderingen zijn door [de vrouw] ook al ingesteld in de zaak met nummer CUR201802333. Het is proceseconomischer in die procedure over die vorderingen te oordelen, of, voorzover partijen nalatig blijven in de informatieverstrekking, daaraan in die procedure (bijvoorbeeld bij de vaststelling van het te verrekenen vermogen) consequenties te verbinden. Dit geldt mutatis mutandis voor de in de onderhavige zaak door [de man] in reconventie gevorderde overlegging van gegevens.
de kosten van Infocus
2.8.
Infocus vordert in reconventie een vergoeding van NAf 1.225,63 voor de kosten die zij en haar IT-er hebben moeten maken tezake het door [de vrouw] gelegde bewijsbeslag. Daarnaast vordert zij veroordeling van [de vrouw] in de kosten van het geding. [de vrouw] heeft de hoogte van de door Infocus gestelde kosten niet betwist, maar heeft wel geconcludeerd tot afwijzing van deze vordering. Infocus heeft vervolgens volhard in haar vordering.
2.9.
De vordering van Infocus zal worden toegewezen, met wettelijke rente als gevorderd. Infocus is als derde door [de vrouw] betrokken in een geschil dat haar niet aangaat. Dat was gerechtvaardigd, maar de daardoor aan de zijde van Infocus gemaakte kosten dienen door [de vrouw] als beslaglegger aan Infocus te worden vergoed. Dit volgt ook uit artikel 843a lid 1 Rv. Dat [de vrouw], zoals zij bij dupliek heeft gesteld, een derde partij een door die derde partij aan haar gerichte factuur voor andere werkzaamheden heeft voldaan, is in de relatie tot Infocus niet relevant.
2.10.
Het is vervolgens een kwestie tussen [de vrouw] en [de man] - waar Infocus buiten staat - voor wiens rekening de aan Infocus betaalde kosten (waaronder de aan Infocus bij dit vonnis toe te wijzen proceskosten) in hun onderlinge verhouding moeten komen. Dat kan worden beoordeeld in de zaak met nummer CUR201802333 tussen Martens en [de man] over de afrekening.
2.11.
Het voorgaande brengt mee dat de vordering van Infocus zal worden toegewezen en dat [de man]’s vordering in reconventie tot veroordeling van [de vrouw] tot betaling van Infocus bij gebrek aan belang zal worden afgewezen.
de proceskosten
2.12.
De proceskosten tussen [de vrouw] en [de man] als gewezen echtgenoten zullen worden gecompenseerd. [de vrouw] zal – mede gelet op overweging 2.9 - worden veroordeeld in de proceskosten van Infocus en die van de deurwaarder. De kosten van die laatste zullen worden begroot op nihil.
in de zaak van [de vrouw] tegen [de man] (CUR201802333)
In het tussentijds hoger beroep in deze zaak heeft het Hof bij vonnis van 14 februari 2023 het tussenvonnis van 30 november 2020 deels vernietigd en de peildatum vastgesteld op 26 juni 2015.
In de zaak van [de vrouw] tegen [de man], Infocus en de deurwaarder (CUR202100392) is bij (eind)vonnis van heden door dit gerecht beslist, kort gezegd, tot openlegging van door [de vrouw] beslagen stukken. [de vrouw] heeft in haar aktes verzocht in de gelegenheid te worden gesteld haar stellingen in de onderhavige zaak aan te passen na kennisneming van die stukken. De zaak zal naar de rolzitting worden verwezen voor akte uitlating door partijen naar aanleiding van de opengelegde stukken.
In deze zaak is NAf 50 aan griffierecht geheven. Er dient echter griffierecht te worden geheven naar gelang het direct geldelijk belang (artikel 20 lid 3 Landsbesluit Tarieven Burgerlijke Zaken en artikel 120a Procesreglement Civiele Zaken). [de vrouw] wordt in de gelegenheid gesteld bij haar akte ten behoeve van de (na)heffing van griffierecht opgave te doen van het geldelijk belang van haar vordering (vgl. artikel 7 Procesreglement Civiele Zaken).
in de zaak van [de vrouw] tegen [de man] (CUR201501252)
In deze (echtscheidings)zaak is bij beschikking van 13 oktober 2015 de echtscheiding uitgesproken en zijn de verzoeken om nevenvoorzieningen aangehouden. Bij beschikking van 8 juni 2020 (CUR202000355) is de door [de man] aan [de vrouw] te betalen partneralimentatie voorlopig vastgesteld op NAf 6.000 per maand.
Partijen zullen zich bij akte kunnen uitlaten over de eventueel gewenste voortzetting van deze zaak CUR201501252.

3.De beslissing

Het Gerecht:
in de zaak van [de vrouw] tegen [de man], Infocus en de deurwaarder (CUR202100392)
op de vordering in conventie van [de vrouw] tegen [de man], Infocus en de deurwaarder:
3.1.
beveelt de openlegging van de stukken die in het beslagverlof van 15 december 2020 (zaaknummer 202004776) zijn opgenomen, zijnde:
de administratie van Infocus N.V. die zich bevindt te Curaçao op het adres […] en onder deurwaarder Ramazan, voor zover het betreft:
- gegevensdragers (elektronisch en fysiek) die betrekking hebben op [de man], […] Holding N.V., […] N.V., […] N.V., […] N.V., SPF Marber Private Foundation en SPF Donbran, alsmede:
- informatie die betrekking heeft op [de man] en zijn vermogensbestanddelen (historisch en actueel) alsmede correspondentie met [de man] of een van zijn vertegenwoordigers daarover,
- de jaarrekeningen van [de man] en
- alle overige documenten waaruit blijkt welke activa door [de man] worden gehouden en de herkomst daarvan;
met instructie aan de deurwaarder om binnen twee weken na een daartoe strekkend verzoek van de gemachtigden van [de vrouw] aan hen (een kopie van) de USB-stick af te geven;
3.2.
veroordeelt [de vrouw] in de kosten van het geding aan de zijde van Infocus gerezen, tot aan deze uitspraak begroot op NAf 2.500 aan gemachtigdensalaris, te vermeerderen met nakosten en, bij niet-tijdige betaling, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de uitspraak van dit vonnis;
3.3.
veroordeelt [de vrouw] in de kosten van het geding aan de zijde van de deurwaarder gerezen, tot aan deze uitspraak begroot op nihil;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst af het meer of anders gevorderde;
3.6.
compenseert de proceskosten tussen [de vrouw] en [de man] in die zin dat partijen de eigen kosten dragen;
op de vordering in reconventie van [de man] tegen [de vrouw]:
3.7.
wijst af het gevorderde;
3.8.
compenseert de proceskosten in die zin dat partijen de eigen kosten dragen;
op de vordering in reconventie van Infocus tegen [de vrouw]:
3.9.
veroordeelt [de vrouw] tot betaling aan Infocus van NAf 1.225,63, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 mei 2021 tot de dag der voldoening;
3.10.
veroordeelt [de vrouw] in de kosten van het geding aan de zijde van Infocus gerezen, tot aan deze uitspraak begroot op NAf 500 aan gemachtigdensalaris, te vermeerderen met nakosten en, bij niet-tijdige betaling, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de uitspraak van dit vonnis;
in de zaak van [de vrouw] tegen [de man] (CUR201802333)
verwijst de zaak naar de rolzitting van 24 juni 2024 voor akte uitlating zijdens beide partijen zoals in de beoordeling in deze zaak bedoeld (met opgave door [de vrouw] van het geldelijk belang), bepaalt dat partijen vervolgens op een door de rolrechter te bepalen datum een antwoordakte zullen kunnen nemen, en houdt iedere verdere beslissing aan;
in de zaak van [de vrouw] tegen [de man] (CUR201501252)
verwijst de zaak naar de rolzitting van 24 juni 2024 voor akte uitlating zijdens beide partijen zoals in de beoordeling in deze zaak bedoeld, bepaalt dat partijen vervolgens op een door de rolrechter te bepalen datum een antwoordakte zullen kunnen nemen, en houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze vonnissen en deze beschikking zijn gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter, en op 25 maart 2024 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.