ECLI:NL:OGEAC:2024:59

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
19 maart 2024
Publicatiedatum
8 april 2024
Zaaknummer
CUR202302932
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over proceskostenveroordeling tegen het Land Curaçao

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao werd behandeld, heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. B.L. Lie Atjam, een kort geding aangespannen tegen de openbare rechtspersoon Het Land Curaçao, vertegenwoordigd door mr. M.B.M. Vásquez. De procedure volgde op een tussenvonnis van 5 december 2023, waarin het Land was opgedragen om uiterlijk op 1 maart 2024 een besluit te nemen op het verzoek van eiseres. Eiseres had in 2017 een verzoek ingediend, maar het Land had geruime tijd verstrijkt zonder hierop te reageren. Dit leidde tot de beslissing van eiseres om het Land in rechte te betrekken, met als doel de uitspraak van de ambtenarenrechter van 12 juni 2023 kracht bij te zetten met een dwangsom.

Op 19 maart 2024 heeft het Gerecht in kort geding geoordeeld dat het Land niet meer in staat was om aan de oorspronkelijke vordering van eiseres te voldoen, aangezien het inmiddels het besluit van 11 maart 2024 had overgelegd. Het Gerecht heeft vastgesteld dat eiseres geen belang meer had bij haar oorspronkelijke vordering, maar heeft het Land wel veroordeeld in de proceskosten. De kosten zijn begroot op NAf 387,95 voor oproeping, NAf 450 voor griffierecht en NAf 1.500 voor het salaris van de gemachtigde. De proceskostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar door mr. P.E. de Kort, in aanwezigheid van de griffier, op 19 maart 2024.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202302932
Vonnis in kort geding van 19 maart 2024
in de zaak van:
[EISERES],
wonend te Curaçao,
eiseres in kort geding,
gemachtigde: mr. B.L. Lie Atjam,
tegen
de openbare rechtspersoon HET LAND CURAÇAO,
zetelend te Curaçao,
gedaagde in kort geding, hierna: het Land,
gemachtigde: mr. M.B.M. Vásquez.

1.Verloop van de procedure

Het procesverloop blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 5 december 2023;
  • het e-mailbericht van mr. Inderson van 14 maart 2024 en het daarbij gevoegde landsbesluit van 11 maart 2024;
  • het e-mailbericht van mr. Lie Atjam van 14 maart 2024 waarin hij om een proceskostenveroordeling verzoekt.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij vonnis van 5 december 2023 is het Land in de gelegenheid gesteld om uiterlijk op 1 maart 2024 het besluit op het verzoek in het geding te brengen en is iedere verdere beslissing aangehouden.
2.2.
Het Land heeft vervolgens het besluit van 11 maart 2024 aan het gerecht en eiseres doen toekomen. Gelet daarop en op hetgeen reeds in het tussenvonnis is overwogen, heeft eiseres geen belang meer bij haar oorspronkelijke vordering.
2.3.
Vaststaat dat het Land geruime tijd heeft laten verstrijken alvorens te voldoen aan de uitspraak van het gerecht in ambtenarenzaken 12 juni 2023, waarin het Land werd bevolen om een besluit te nemen op het oorspronkelijke verzoek van eiseres uit 2017. Eiseres heeft in redelijkheid kunnen besluiten het Land met dit kort geding in rechte te betrekken om het Land de uitspraak van de ambtenarenrechter kracht bij te zetten met een dwangsom. Het Land zal dan ook in de proceskosten worden veroordeeld.

3.De beslissing

Het gerecht:
rechtdoende in kort geding:
3.1.
verstaat dat niet langer behoeft te worden beslist op de vordering;
3.2.
veroordeelt het Land in de kosten van het geding aan de zijde van eiseres gerezen, tot aan deze uitspraak begroot op NAf 387,95 aan kosten oproeping, NAf 450 aan griffierecht en NAf 1.500 voor salaris gemachtigde;
3.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken 19 maart 2024.