ECLI:NL:OGEAC:2024:69

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
8 april 2024
Publicatiedatum
15 april 2024
Zaaknummer
CUR202301433
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.C.B. Hubben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van aandelenoverdracht en rechtsgeldigheid van bestuursbesluiten in een vennootschap

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, ging het om de vernietiging van een besluit tot overdracht van aandelen in de Caribbean Petroleum Refinery Holding B.V. (de Holding) aan Birux Investments B.V. (Birux). De Holding, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. H.W. Braam, stelde dat de overdracht nietig was omdat de koopprijs van USD 20.000 niet was betaald, wat volgens de Holding leidde tot een ernstige benadeling van haar belangen. De rechtbank oordeelde dat de aandelenoverdracht in strijd was met de redelijkheid en billijkheid, zoals vastgelegd in artikel 2:7 van het Burgerlijk Wetboek, en dat de Holding niet de koopprijs had ontvangen, waardoor de overdracht nietig werd verklaard.

Daarnaast werd het besluit van Birux om [verweerder 3] en [verweerder 4] als bestuurders van CPR te ontslaan, nietig verklaard. De rechtbank oordeelde dat Birux geen aandeelhouder was geworden van CPR en dus niet bevoegd was om dergelijke besluiten te nemen. Het besluit van de Holding van 18 april 2023, waarin nieuwe bestuurders werden benoemd, werd daarentegen geldig verklaard. De rechtbank wees de vorderingen van Birux in reconventie af, omdat er geen onrechtmatig handelen van de Holding was vastgesteld.

De uitspraak benadrukt het belang van de naleving van wettelijke en statutaire vereisten bij aandelenoverdrachten en bestuursbesluiten, en bevestigt dat een gebrek aan betaling van de koopprijs kan leiden tot nietigheid van de overdracht. De proceskosten werden toegewezen aan de Holding, die in het gelijk werd gesteld.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202301433
Vonnis van 8 april 2024 (bij vervroeging)
in de zaak van

1.de besloten vennootschapCARIBBEAN PETROLEUM REFINERYHOLDING B.V.,gevestigd in Curaçao,eiseres sub 1,verweerster in reconventie,

gemachtigde: mr. H.W. Braam, en

2.2. [EISER SUB 2],wonende in Venzezuela,

aanvankelijk eiser sub 2, thans niet langer partij in deze procedure,
gemachtigde: mr. H.W. Braam, en

3.3. [VERWEERDER 3],wonende in de Verenigde Staten van Amerika,eiser sub 3,verweerder in reconventie,

gemachtigde: mr. H.W. Braam, en

4.4. [VERWEERDER 4],wonende in de Verenigde Staten van Amerika,

eiser sub 4,
verweerder in reconventie,
gemachtigde: mr. H.W. Braam,
tegen
de besloten vennootschap BIRUX INVESTMENTS B.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigden: mrs. K.A. Doekhi en S. Terpstra.
Partijen worden hierna de Holding, [verweerder 3], [verweerder 4] (gezamenlijk: de Holding c.s.) en Birux genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift in conventie van 10 mei 2023,
  • de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie,
  • de aanvullende producties van de Holding c.s.,
  • de mondelinge behandeling van 7 maart 2024,
  • de pleitnotities en de akte vermeerdering van eis in conventie.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Op 14 juni 2022 is de Holding opgericht door Doran Global Investments B.V. (hierna: DGI), waarbij tevens alle aandelen (200 stuks) werden geplaatst. Als eerste statutair bestuurders werden benoemd: [bestuurder 1] (hierna: [bestuurder 1]), [bestuurder 2] (hierna: [bestuurder 2]), [bestuurder 3] (hierna: [bestuurder 3]) en [bestuurder 4] (hierna: [bestuurder 4]). Op dezelfde datum is CPR door de Holding opgericht. Alle aandelen werden geplaatst bij de Holding. Als eerste bestuurders van CPR werden benoemd: [bestuurder 1], [eiser sub 2] (hierna: [eiser sub 2]) en [verweerder 3]. De Holding is een houdstermaatschappij. CPR is de werkmaatschappij met activiteiten op het gebied van de petrochemische industrie. Zij is een opslagovereenkomst met de vennootschap Curaçao Refinery Utilities B.V. (hierna: CRU) aangegaan en huurde opslagfaciliteit voor olie in Bullenbaai.
2.2.
Bij akte van levering van 14 december 2022 heeft DGI van de door haar gehouden 200 aandelen in de Holding 66 stuks overgedragen aan Business Security and Intelligence Group LLC (BSIG), een in Florida gevestigde vennootschap gelieerd aan [eiser sub 2]; 66 aandelen aan SOCAP Corp. (hierna: SOCAP), een in Florida gevestigde vennootschap gelieerd aan [verweerder 3] en 2 aandelen aan ISLAS Consortium LLC (Islas), een in Florida gevestigde vennootschap gelieerd aan [verweerder 4]. Aldus ontstond een structuur waarbij CPR (middellijk) vier UBO’s had: [bestuurder 1] (33%), [verweerder 3] (33%), [eiser sub 2] (33%) en [verweerder 4] (1%).
2.3. [
bestuurder 2], [bestuurder 3] en [bestuurder 4] zijn teruggetreden als bestuurders van de Holding, waarna alleen nog [bestuurder 1] bestuurder van de Holding was.
2.4.
Bij brief van 10 januari 2023 heeft de MCB, de bank waar CPR bankierde, de bankrelatie met CPR met ingang van 28 februari 2023 beëindigd, omdat CPR niet aan het verzoek van MCB voldeed haar te informeren over de herkomst van de door CPR opgeslagen olie in de opslagfaciliteit van CRU in Bullenbaai. De door CPR gehuurde opslagfaciliteit voor olie in Bullenbaai onderverhuurde zij aan K-NOB Trading S.A. (hierna: KNOB), een Panamese vennootschap. Vanaf de datum dat CPR vanwege de beëindiging van de bankrelatie niet meer zelf kon betalen aan CRU en geen betalingen meer kon ontvangen van KNOB, betaalde KNOB de contractueel aan CPR verschuldigde opslagkosten aan SOCAP. Bij overeenkomst van 1 februari 2023 heeft CPR in dit verband namelijk haar ‘
rights of income and account receivables of the Oil Storage Services at Bullenbaai Terminal at Curacao based on the CONTRACT (…) between Caribbean Petroleum Refinery BV and KNOB Trading SA, Dated 08/24/2022’ gecedeerd aan SOCAP.
2.5.
Bij schriftelijke koopovereenkomst (Share Purchase Agreement) van 21 maart 2023 heeft de Holding, vertegenwoordigd door [bestuurder 1], haar aandelen in CPR verkocht aan Birux (‘Purchaser’), eveneens vertegenwoordigd door [bestuurder 1].
In section 4 van de overeenkomst is bepaald dat de Holding ‘
acknowledges having received the sum of USD 20,000 for the abovementioned Shares from Birux Investments B.V. and sells, assigns, transfers and conveys the Shares (…) to Purchaser.
Bij akte van levering (‘Deed of Transfer’) van dezelfde datum heeft de Holding haar aandelen in CPR overgedragen aan Birux. De enige ondertekenaar van deze akte was [bestuurder 1], die dit deed in drie hoedanigheden: als enig bestuurder van de Holding, namens Birux en voor erkenning door CPR als bestuurder van CPR.
2.6.
Artikel 12 lid 2 van de statuten van CPR luidt, voor zover relevant: ‘
The Directors shall be appointed by the General meeting and may at any time ben suspended or removed from office by the General Meeting (..)’. Birux heeft op 21 maart 2023 als enig aandeelhouder van CPR een schriftelijk besluit genomen, strekkende tot ontslag van [bestuurder 2], [verweerder 3] en [eiser sub 2] als bestuurders van CPR.
2.7.
Op 22 maart 2023 zijn door de KvK drie formulieren ontvangen, afkomstig van [bestuurder 1], strekkende tot uitschrijving uit het handelsregister van [bestuurder 2], [verweerder 3] en [eiser sub 2] als bestuurders van CPR. De secretaris van de KvK, constaterende dat de formulieren afkomstig waren van [bestuurder 1] als bevoegd bestuurder, heeft na summier onderzoek genoemde personen uitgeschreven. Bij brieven van 24 maart 2023 zijn zij van hun ontslag in kennis gesteld.
2.8.
Op 7 april 2023 heeft een aandeelhoudersvergadering van de Holding plaatsgevonden, waarbij DGI vertegenwoordigd werd door mr. R. Martis. Van mr. Martis kregen de aandeelhouders te horen dat [bestuurder 1] zich op 31 maart 2023 had laten uitschrijven als (enig) bestuurder van de Holding. Tijdens deze vergadering zijn [verweerder 3], [eiser sub 2] en [verweerder 4] tot bestuurders van de Holding benoemd.
2.9.
Op 18 april 2023 heeft het aldus samengestelde bestuur van de Holding een besluit genomen tot vernietiging van de onder 2.4. bedoelde overdracht van de aandelen in CPR van de Holding aan Birux. Blijkens dit schriftelijke besluit is tevens besloten tot ontslag van [bestuurder 1] als bestuurder van CPR en tot benoeming van [verweerder 3], [eiser sub 2] en [verweerder 4] als nieuwe bestuurders van CPR.
2.10.
Op 20 april 2023 zijn bij de KvK door [verweerder 3] ondertekende handelsregisterformulieren ingediend, strekkende tot inschrijving van hemzelf, [eiser sub 2] en [verweerder 4] als bestuurders van CPR en uitschrijving van [bestuurder 1] als zodanig.
2.11.
Namens de Holding, SOCAP, BSIG en Islas is bij brief van de gemachtigde van de Holding van 8 mei 2023 (nogmaals) de nietigheid van de onder 2.4. genoemde aandelenoverdracht ingeroepen.
2.12.
Bij schriftelijk besluit van 9 mei 2023 (blijkens de kop ervan bedoeld als besluit van de algemene vergadering van CPR) hebben [verweerder 3], [eiser sub 2] en [verweerder 4] als het gezamenlijke bestuur van de Holding nogmaals een besluit genomen tot vernietiging van de overdracht van de aandelen in CPR aan Birux, tot ontslag van [bestuurder 1] als bestuurder van CPR en tot benoeming van [eiser sub 2], [verweerder 3] en [verweerder 4] als bestuurders van CPR.
2.13.
Bij e-mail van 24 mei 2023 heeft de KvK aan [eiser sub 2], [verweerder 3] en [verweerder 4] meegedeeld dat door de KvK niet kan worden vastgesteld dat de opgaven afkomstig zijn van degenen die tot het doen daarvan verplicht (en derhalve bevoegd) zijn, te weten de bestuurders van de rechtspersoon (CPR). De KvK merkte op dat bij summier onderzoek was gebleken dat de bestuurders van wie inschrijving wordt verzocht bij het onder 2.5. bedoelde besluit zijn ontslagen.
2.14.
Op 10 mei 2023 is door de Holding c.s. en [eiser sub 2] een kort geding aangespannen tegen de KvK en [bestuurder 1], waarin is gevorderd dat [bestuurder 1] wordt bevolen [eiser sub 2], [verweerder 3] en [verweerder 4] als bestuurder van CPR in te schrijven in het handelsregister van de KvK. Bij vonnis van 19 juni 2023 is de vordering afgewezen. De Holding c.s. en [eiser sub 2] hebben geen hoger beroep ingesteld.
2.15.
Op 9 oktober 2023 is door de Holding, [verweerder 3] en [verweerder 4] een kort geding aangespannen tegen Birux en CPR, waarin is gevorderd –samengevat- dat Birux en CPR [verweerder 3] en [verweerder 4] bij de KvK inschrijven als bestuurder van CPR. Bij vonnis van 16 november 2023 heeft het gerecht de vordering toegewezen in die zin dat is bepaald dat [verweerder 3] als directeur bij de KvK wordt ingeschreven en dat Birux en CPR dit dienden te gedogen totdat is beslist in de onderhavige bodemprocedure. Tegen dit vonnis in kort geding is hoger beroep ingesteld. Het verzoek de tenuitvoerlegging van het vonnis te schorsen, welk verzoek door Birux en CPR op 12 december 2023 bij het Hof is ingediend, heeft het Hof bij vonnis van 29 januari 2024 afgewezen.

3.De vordering in conventie en in reconventie

in conventie
3.1.
De Holding c.s. vordert, na vermeerdering van eis dat het gerecht:
a) voor recht verklaart dat de overdracht van de door de Holding gehouden aandelen CPR aan Birux nietig is, dan wel wordt vernietigd;
b) voor recht verklaart dat het door Birux aan [verweerder 3] en [verweerder 4] als bestuurders van CPR verleend ontslag nietig is, dan wel dat dit ontslag wordt vernietigd;
c) voor recht verklaart dat het besluit van Birux van 21 maart 2023 nietig is, dan wel wordt vernietigd;
d) voor recht verklaart dat het besluit van de Holding van 18 april 2023 geldig is.
3.2.
De Holding c.s. legt –samengevat- aan de vordering ten grondslag dat aan de aandelenoverdracht geen geldige titel ten grondslag ligt. De aandelenoverdracht is voorts in strijd met de artikelen 2:7 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), 2:21 BW, 2:209 lid 1 BW, 3:44 lid 1 BW, 3:45 BW, 3:84 lid 1 BW en 7:26 lid 1 BW hetgeen ook nietigheid met zich meebrengt, dan wel tot vernietiging leidt. De nietigheid, althans de vernietiging van de aandelenoverdracht heeft als gevolg dat de besluiten onder b) en c) eveneens niet geldig zijn genomen en dat het besluit onder d) wel rechtsgeldig is genomen.
3.3.
Birux heeft verweer gevoerd, dat voor zover relevant bij de beoordeling zal worden betrokken.
in reconventie
3.4.
Birux vordert in reconventie dat het gerecht:
a) voor recht verklaart dat eisers (ieder voor zich en hoofdelijk) ten opzichte van Birux aansprakelijk zijn voor alle door Birux ter zake geleden en te lijden schade;
b) bepaalt dat de omvang van voornoemde schade nader bij staat dient te worden opgemaakt.
3.5.
Zij legt aan deze vordering ten grondslag dat eisers misbruik maken van recht en Birux onnodig op kosten jagen. Birux moet kosten maken om CPR levensvatbaar te houden en dreigt ook schade te lijden omdat het voortbestaan van CPR in gevaar is, nu de overeenkomst met CRU is beëindigd.

4.De beoordeling

in conventie
nietigheid van de aandelenoverdracht
4.1.
Ter onderbouwing van haar beroep op nietigheid van de aandelenoverdracht stelt de Holding c.s. dat Birux de koopprijs niet heeft betaald. Als gevolg daarvan ontbreekt het de aandelenoverdracht aan een geldige titel, aldus de Holding c.s.
4.2.
Het niet betalen van die koopprijs levert hooguit een tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst op. Indien een koper de koopprijs niet betaalt, kan de verkoper een vordering instellen op grond van artikel 6:74 BW. Voor het tot stand komen van een overdracht maakt het niet uit of de koopprijs wordt betaald of niet, zolang maar overeengekomen is dat een koopprijs wordt betaald. Voor zover niet betaald zou zijn, levert dit geen nietige overdracht van de aandelen op omdat een geldige titel zou ontbreken.
4.3.
Aan de stelling van de Holding c.s. dat de aandelenoverdracht nietig is omdat deze is gebaseerd op een valselijk opgemaakt document gaat het gerecht voorbij wegens gebrek aan een deugdelijke onderbouwing. De aangifte van strafbare feiten d.d. 18 januari 2024 door [verweerder 3], die de Holding c.s. kennelijk ter onderbouwing van deze stelling heeft overgelegd, kan – wat daarvan ook verder zij- niet als zodanig dienen, omdat die aangifte betrekking heeft op een geheel ander feitencomplex. Een andere -voldoende concrete- onderbouwing ter zake heeft de Holding c.s. niet gegeven. Het enkele feit dat voor de aandelen niet betaald zou zijn, leidt niet zonder meer tot de conclusie dat de purchase agreement valselijk is opgemaakt.
vernietiging van (het besluit tot) de aandelenoverdracht
4.4.
De Holding c.s. doet een beroep op artikel 2:7 BW en stelt dat (het door [bestuurder 1] als bestuurder van de Holding genomen besluit tot) de overdracht van de aandelen CPR aan Birux moet worden vernietigd. Zij stelt dat de overdracht in strijd is met hetgeen de redelijkheid en billijkheid van een rechtspersoon en degenen die krachtens wet of statuten bij zijn organisatie zijn betrokken vereist, nu door het niet-voldoen van de koopsom door Birux aan de Holding, die overdracht alleen maar tot benadeling van de Holding heeft geleid.
4.5.
Het gerecht stelt voorop dat het onthouden van bepaalde rechtsgevolgen aan een besluit dan wel de vernietiging van een besluit slechts mogelijk is bij een voldoende ernstige schending van de gedragsnorm van artikel 2:7 BW en geen redelijk handelend (rechts)persoon het aangevochten besluit in de gegeven omstandigheden had kunnen nemen. De rechter dient zich terughoudend op te stellen bij de beoordeling of een orgaan van een rechtspersoon bij het nemen van een besluit alle in aanmerking komende belangen naar redelijkheid en billijkheid heeft afgewogen en daarbij de nodige zorgvuldigheid heeft betracht. Uitsluitend dient te worden beoordeeld of er in redelijkheid, in het licht van alle op het moment van het besluit bekende relevante omstandigheden, geen verdedigbare argumenten kunnen worden gevonden voor het besluit.
4.6.
De Holding c.s. stelt dat haar aandeelhouders zijn benadeeld omdat de koopprijs van USD 20.000 door Birux niet is voldaan. Birux heeft ter zitting desgevraagd verklaard dat de koopprijs aan de Holding is betaald door middel van verrekening. Dit heeft zij echter na betwisting door de Holding c.s. niet onderbouwd, zodat betaling middels verrekening niet is komen vast te staan. Nu de Holding geen koopprijs heeft ontvangen voor de aandelen CPR, staat de benadeling van de Holding voldoende vast.
4.7.
De vraag is of niettemin verdedigbare argumenten kunnen worden gegeven voor dit besluit met de genoemde benadeling tot gevolg. Birux heeft in dit verband naar voren gebracht dat, nadat de MCB de bankrelatie met CPR had opgezegd, CPR haar vordering op KNOB uit hoofde van de opslagovereenkomst bij akte van 1 februari 2023 heeft gecedeerd aan SOCAP. De bedoeling was dat de aan CRU verschuldigde opslagkosten ten bedrage van USD 1.600.000 uit de betaling van USD 2.800.000 door KNOB, zouden worden voldaan door SOCAP aan CRU, maar dat is nooit gebeurd. SOCAP heeft het geld gehouden en CPR bleef achter met een (groeiende) schuld aan CRU. Het voortbestaan van CPR kwam in gevaar en [bestuurder 1] heeft als bestuurder van de Holding besloten de aandelen CPR te verkopen, om daarmee het aan CPR toebrengen van verdere schade door de Holding c.s. te voorkomen, aldus Birux.
4.8.
De Holding c.s. heeft erkend dat was afgesproken dat na de cessie SOCAP aan de betalingsverplichting van CPR aan CRU zou voldoen. Onder verwijzing naar de door haar in het kort geding overgelegde producties 22 en 23 heeft zij ter zitting verklaard dat SOCAP ook daadwerkelijk aan die betalingsverplichting heeft willen voldoen, maar dat haar betalingen geen doorgang vonden omdat de toezichthoudende autoriteit in de Verenigde Staten de gelden heeft bevroren. Deze zijn tot op heden niet vrijgegeven, aldus de Holding c.s.
4.9.
Daartegenover heeft Birux enkel haar standpunt herhaald dat gelden aan CPR werden onttrokken, echter zonder nadere onderbouwing. Bij deze stand van zaken is onvoldoende vast komen te staan dat de cessie op voorhand tot doel had opzettelijk gelden aan CPR te onttrekken. Dit kan dus niet als argument gelden voor het zonder betaling overdragen van de aandelen in CPR door de Holding aan Birux. Andere steekhoudende argumenten voor het besluit heeft Birux niet naar voren gebracht.
4.10.
Het gerecht concludeert dan ook dat de aandelenoverdracht de Holding c.s. ernstig heeft benadeeld, te weten voor USD 20.000, terwijl niet is aangetoond welk en wiens belang bij het nemen van dit besluit is gediend, anders dan dat Birux de aandelen in CPR zonder te betalen overgedragen heeft gekregen. Dit besluit van de Holding is daarom in strijd met de in artikel 2:7 BW neergelegde gedragsnorm. Het gerecht zal het onder a) gevorderde dan ook toewijzen, dat het gerecht verstaat als een vordering tot vernietiging van het besluit van de Holding tot de aandelenoverdracht op de voet van artikel 2:21 lid 3 BW.
4.11.
Deze vernietiging, die terugwerkende kracht heeft, heeft tot gevolg dat Birux geen aandeelhouder is geworden van CPR en dus niet bevoegd was op grond van artikel 12 lid 2 van de statuten van CPR [verweerder 3] en [verweerder 4] als bestuurders op 21 maart 2023 te ontslaan. Het gevorderde onder b) is daarom toewijsbaar op grond van artikel 2:21 lid 1 BW en het gerecht zal dit ontslagbesluit nietig verklaren.
4.12.
Het onder c) gevorderde strekt tot precies hetzelfde en zal wegens gebrek aan belang worden afgewezen.
4.13.
De onder d) gevorderde verklaring voor recht dat het besluit van de Holding van 18 april 2023 tot ontslag van [bestuurder 1] als bestuurder van CPR en tot benoeming van [verweerder 3], [eiser sub 2] en [verweerder 4] als nieuwe bestuurders van CPR geldig is, zal worden toegewezen. [verweerder 3], [eiser sub 2] en [verweerder 4], aandeelhouders van de Holding, hebben zichzelf op 7 april 2023 bevoegdelijk, zo is niet weersproken, tot bestuurders van de Holding benoemd. Zij hebben vervolgens het besluit van 18 april 2023 kunnen nemen. Niet gesteld of gebleken is dat daar gebreken aan kleven die aan de rechtsgeldigheid daarvan in de weg staan.
4.14.
Omdat Birux (grotendeels) in het ongelijk wordt gesteld, wordt zij veroordeeld in de proceskosten. De kosten van de Holding c.s. worden tot aan deze uitspraak begroot op NAf 450 aan griffierecht, NAf 341,45 aan oproepingskosten en NAf 2.500 aan gemachtigdensalaris (2 punten x tarief 5).
in reconventie
4.15.
Birux stelt dat de Holding c.s. aansprakelijk is voor de schade die Birux lijdt en heeft geleden als gevolg van deze procedure. Gelet op de uitkomst van deze procedure in conventie, kan niet worden geconcludeerd dat de Holding c.s. onrechtmatig heeft gehandeld door Birux in rechte te betrekken. Indien en voor zover Birux bedoelt dat zij door de Holding c.s. meerdere keren nodeloos in rechte is betrokken, dient of diende zij dat in die betreffende procedures aan de orde te stellen.
4.16.
Ook aan haar stelling dat de Holding c.s. aansprakelijk is voor de schade van Birux als gevolg van het opzeggen van de opslagovereenkomst door CRU gaat het gerecht voorbij, reeds gelet op de uitkomst van de procedure in conventie waarin geen onrechtmatig handelen van de Holding c.s. is vastgesteld. De vordering in reconventie wordt dan ook afgewezen.
4.17.
Nu Birux in het ongelijk wordt gesteld, wordt zij veroordeeld in de proceskosten. De kosten van de Holding c.s. in reconventie worden tot aan deze uitspraak begroot NAf 625 aan gemachtigdensalaris (0,5 punt x tarief 5). De vordering van Birux tot vergoeding van de proceskosten die zij heeft moeten maken in verband met de vordering van [eiser sub 2], die zich als eiser na de conclusie van antwoord in conventie heeft teruggetrokken uit de procedure, worden afgewezen omdat Birux niet heeft onderbouwd dat en welke kosten zij in verband met de vordering van [eiser sub 2] heeft gemaakt, die zij niet zou hebben gemaakt als zij niet mede door [eiser sub 2] in rechte zou zijn betrokken.

5.De beslissing

Het gerecht:
in conventie
5.1. -
vernietigt het besluit van de Holding van 21 maart 2023 tot overdracht van de aandelen in CPR aan Birux;
- verklaart voor recht dat het besluit van Birux van 21 maart 2023 tot ontslag van [verweerder 3] en [verweerder 4] als bestuurders van CPR nietig is;
- verklaart voor recht dat het besluit van de Holding van 18 april 2023 geldig is;
5.2.
veroordeelt Birux in de proceskosten van de Holding c.s. van NAf 3.291,45;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst af wat verder is gevorderd;
in reconventie
5.5.
wijst de vordering af;
5.6.
veroordeelt Birux in de proceskosten van de Holding c.s. van NAf 625;
5.7.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C.B. Hubben, rechter, bijgestaan door
mr. M.M.M. van Leest, griffier, en in het openbaar uitgesproken.