In deze uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 26 januari 2024, wordt het beroep van [eiseres] tegen de beslissingen van de Rector Magnificus van de University of Curaçao (UoC) behandeld. [Eiseres] had haar masteropleiding aan de UoC, de Master of Science in Accountancy, gestart in september 2015, maar had de normale studieduur met meer dan drie jaar overschreden. De rector had eerder besloten dat de Commissie van Beroep niet bevoegd was om haar beroep tegen de uitsluiting van verdere deelname aan de masteropleiding te behandelen. Tevens had de rector haar verzoek om studieduurverlenging afgewezen, wat leidde tot deze rechtszaak.
Het Gerecht oordeelt dat de rector terecht het verzoek om studieduurverlenging heeft afgewezen, omdat de masteropleiding per 1 juli 2023 is opgeheven en [eiseres] niet meer als student kon worden ingeschreven. Het Gerecht concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op deze regel rechtvaardigen. De medische klachten van [eiseres] en de vermeende gebrekkige scriptiebegeleiding zijn niet voldoende om haar verzoek te honoreren. Het Gerecht verklaart het beroep tegen de beslissing van 18 juli 2023 niet-ontvankelijk en het beroep tegen de beschikking van 3 augustus 2023 ongegrond.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de UoC en de rechten van studenten, maar bevestigt ook dat de rector binnen zijn bevoegdheden heeft gehandeld. [Eiseres] kan haar masteropleiding niet afronden, en de UoC is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden.