ECLI:NL:OGEAC:2025:150

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
2 juni 2025
Publicatiedatum
9 juli 2025
Zaaknummer
CUR202403911
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van geleverde spent catalyst molybdenum en ontbinding van overeenkomst

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, gaat het om een geschil tussen de vennootschap IRA Catalist Consultants, gevestigd in Texas, en de naamloze vennootschap Recupal N.V., gevestigd in Curaçao. De zaak betreft een overeenkomst voor de levering van spent catalyst molybdenum. IRA vordert betaling van een schadevergoeding van USD 116.042,53, terwijl Recupal in reconventie betaling van USD 128.201,51 vordert. De kern van het geschil draait om de vraag of het geleverde materiaal voldeed aan de overeengekomen specificaties. Na inspectie in Vietnam bleek dat het materiaal niet voldeed aan de kwaliteitseisen, wat IRA ertoe bracht de overeenkomst te ontbinden. Recupal betwist echter de non-conformiteit en stelt dat IRA niet de juiste procedures heeft gevolgd om de kwaliteit van het materiaal vast te stellen. Het Gerecht oordeelt dat IRA niet heeft aangetoond dat het materiaal niet aan de overeenkomst voldeed en dat de ontbinding van de overeenkomst onterecht was. De vorderingen van IRA worden afgewezen en de vorderingen van Recupal worden toegewezen, met veroordeling van IRA in de proceskosten.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202403911
Vonnis van 2 juni 2025
in de zaak van
de vennootschap naar vreemd recht
IRA CATALIST CONSULTANTS,gevestigd in Texas (de Verenigde Staten van Amerika),
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. T. Aardenburg,
tegen
de naamloze vennootschap
RECUPAL N.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. C.A. Peterson.
Partijen worden hierna IRA en Recupal genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 18 oktober 2024, met producties,
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie, met producties,
  • de nadere producties (15 tot en met 22) van IRA,
  • de mondelinge behandeling van 15 april 2025,
  • de pleitnotities.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Recupal exploiteert al langer dan 30 jaar een bedrijf in “recycling, processing of organic and chemical waste”.
2.2.
IRA is een bedrijf in de Verenigde Staten van Amerika dat onder meer spent catalyst molybdenum opkoopt, een katalysator die meestal wordt gevormd als bijproduct in de chemische industrie.
2.3.
Op 28 juli 2023 heeft IRA de volgende purchase order aan Recupal verstuurd, voor zover van belang:
“(…)
MATERIAL : 5FCL OF SPENT HYDROTREATING CATALYST 9-12% MO, FREE FROM TRASH AND NON-CATALYST ITEMS
QUANTITY : ~ 90,000 KG
PACKAGING : PACKGEN OR SEAWORTHY JUMBO BAGS ON PALLETS
(…)
DELIVERY : CIF HAIPHONG VIETNAM – CARGO INSURANCE TO BE
PROVIDED BY SELLER AT 100% INVOICE VALUE
SETTLEMENT : 3RD PARTY ASSAY & WEIGHT AT RECEIVING SITE BY
REGISTERED AND APPROVED 3RD PARTY ALS OR AHK. SELLER HAS THE RIGHT TO HAVE RETAINED SAMPLE FROM 3RD PARTY SENT TO [HET BEDRIJF] OR ALS OR LEDOUX FOR ANALYSIS TO CHECK AND BUYER HAS RIGHT TO CHECK THE SAME RETAIN. FINAL SETTLEMENT IS BASIS SPLIT OF THIRD PARTY & BUYER ASSAY ON RETAIN SAMPLE
PAYMENT TERMS : 55% ADVANCE AGAINST SHIPPING DOCUMENTS BEING SUPPLIED IN FULL/BALANCE 60% WITHIN 7 DAYS OF FINAL SETTLEMENT.
(…)”
2.4.
Bij e-mail van 30 juli 2023 heeft Recupal voormelde purchase order geaccepteerd (hierna: de Overeenkomst).
2.5.
Op 6 augustus 2023 heeft Recupal een totaalbedrag van USD 213.201,51 aan IRA gefactureerd.
2.6.
Op 15 augustus 2023 heeft IRA een aanbetaling van USD 85.000 aan Recupal gedaan.
2.7.
Na aankomst van het materiaal in Haiphong, Vietnam heeft
[het bedrijf] (hierna: [het bedrijf]) op 18 oktober 2023 de lading gewogen, foto’s gemaakt en monsters genomen. De genomen monsters zijn vervolgens in een laboratorium geanalyseerd door een in China gevestigde eindafnemer van het materiaal YLH Metal International Limited (hierna: de eindafnemer).
2.8.
Bij e-mail van 20 oktober 2023 heeft de eindafnemer de resultaten van voormelde analyse als volgt met IRA gedeeld, voor zover van belang:
“(…)
I just got our lab’s results for the below 7 lots , please refer below results:
(…)
Above is our lab result for your reference , my idea is that we don’t need AHK test these worthless lot in order to save unnecessary analysis cost . Except the LOT G , all the others lots have no value and need to disposal.
(…)”
2.9.
Op 30 oktober 2023 heeft [het bedrijf] een weighing & sampling report uitgebracht.
2.10.
In de periode daarna hebben IRA en Recupal tevergeefs onderhandeld over een additionele lading catalyst.
2.11.
Bij brief van 4 april 2024 aan Recupal heeft (de gemachtigde van) IRA de Overeenkomst ontbonden.
2.12.
Op 20 september 2024 heeft IRA, na een daartoe verkregen verlof van het gerecht, conservatoir derdenbeslag ten laste van Recupal gelegd onder RBC Royal Bank N.V.
2.13.
Op 23 september 2024 heeft IRA, op basis hetzelfde verlof, conservatoir beslag ten laste van Recupal gelegd op alle roerende zaken die aan haar toebehoren en zich bevonden op haar terrein aan de [adres] in Curaçao, waaronder in het bijzonder platinum catalyst, elektronica sloopproducten en andere metalen die Recupal al dan niet in containers opgeslagen hield (hierna tezamen met voornoemd conservatoir derdenbeslag: de conservatoire (derden)beslagen).

3.De vordering

in conventie
3.1.
IRA vordert – samengevat – dat het gerecht Recupal veroordeelt tot betaling aan IRA van (de tegenwaarde in Cg van) USD 116.042,53, te vermeerderen met de wettelijke rente, met veroordeling van Recupal in de (beslag)kosten.
in reconventie
3.2.
Recupal vordert – samengevat – dat het gerecht IRA veroordeelt tot betaling aan Recupal van (de tegenwaarde in Cg van) USD 128.201,51 en IRA op straffe van verbeurte van een dwangsom opdraagt de conservatoire (derden)beslagen op te heffen, althans dat het gerecht deze beslagen opheft, met veroordeling van IRA in de (na)kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
Non-conformiteit van het materiaal
4.1.
IRA legt aan haar vorderingen ten grondslag dat na aankomst van de lading in Vietnam uit inspectie is gebleken dat Recupal aan IRA “knollen voor citroenen” had verkocht, omdat het materiaal volstrekt niet voldeed aan de in de Overeenkomst bepaalde specificaties. Gebleken is dat er materiaal voor een waarde van maar USD 4.268,09 in de containers zat. De rest van de lading was waardeloos en moest ter plekke op kosten van IRA als afval worden afgevoerd en gestort. IRA verwijst naar de bevindingen van [het bedrijf] op 18 en 30 oktober 2023. Recupal heeft IRA aan hoge risico’s blootgesteld door een lading afval naar Vietnam te laten verschepen voor het transport waarvan scherpe regels gelden die bij overtreding tot strafrechtelijke aansprakelijkheid kunnen leiden. IRA heeft hierdoor schade geleden, door haar begroot op in totaal USD 116.042,53, die Recupal gehouden is aan haar te vergoeden.
4.2.
Recupal voert daartegen aan dat IRA geen rapport van ALS of [het bedrijf] in het geding heeft gebracht waaruit kan worden afgeleid dat uit een analyse van één van hen is gebleken dat het door haar aan IRA geleverde materiaal geen spent catalyst molybdenum in de overeengekomen gehaltes bevatte. IRA was conform de Overeenkomst hiertoe gehouden. De enkele stelling van de eindafnemer dat hij in zijn eigen laboratorium heeft vastgesteld dat het materiaal waardeloos was, doet dus niet terzake. IRA heeft, door het aan haar geleverde materiaal naar eigen zeggen door de eindafnemer af te (laten) voeren naar een vuilnisbelt, Recupal niet de gelegenheid geboden om het materiaal weer terug te nemen. IRA heeft ook geen officieel rapport van de Vietnamese autoriteiten overgelegd waaruit kan worden afgeleid dat het materiaal inderdaad als waardeloos is aangemerkt. Daarom is IRA gehouden het restant van de overeengekomen koopprijs, vermeerderd met de wettelijke rente, alsnog aan Recupal te voldoen. Omdat de conservatoire (derden)beslagen daarmee ook vexatoir zijn, dienen die eveneens te worden opgeheven, aldus nog steeds Recupal.
4.3.
Het gerecht stelt vast dat partijen bij de Overeenkomst levering door Recupal aan IRA van ~ 90,000 kg “5FCL OF SPENT HYDROTREATING CATALYST 9-12% MO, FREE FROM TRASH AND NON-CATALYST ITEMS” zijn overeengekomen. Partijen hebben voorts onder meer afgesproken dat een derde partij [het bedrijf] of ALS de lading direct na aankomst daarvan in Haiphong, Vietnam zou wegen en analyseren. Partijen hebben daarbij het recht om het genomen monster ter controle naar [het bedrijf], ALS of Ledoux te sturen voor analyse. Dit is een essentieel onderdeel van de Overeenkomst teneinde op een objectieve wijze de kwaliteit van het materiaal vast te kunnen stellen.
4.4.
Tussen partijen is niet in geschil dat na aankomst van de lading in Haiphong, Vietnam, op 18 oktober 2023 door [het bedrijf] foto’s zijn gemaakt, een weging heeft plaatsgevonden en er monsters zijn genomen. Echter, de eindafnemer heeft de analyse uitgevoerd en niet [het bedrijf] zoals partijen in de Overeenkomst hebben bepaald. Ook daar zijn partijen het over eens. IRA heeft op basis van de resultaten van die analyse zich op het standpunt gesteld dat het materiaal grotendeels ondeugdelijk is en de eindafnemer heeft dit ondeugdelijke deel laten vernietigen. Naar het oordeel van het gerecht heeft IRA daarmee niet voldaan aan de in de Overeenkomst bepaalde kwaliteitscontrole, waardoor niet objectief is komen vast te staan dat het materiaal gebrekkig was.
4.5.
IRA heeft Recupal evenmin de gelegenheid geboden om het genomen monster ter controle naar [het bedrijf], ALS of Ledoux te sturen voor analyse. In plaats daarvan heeft Recupal het materiaal laten afvoeren en vernietigen, hetgeen overigens tegenover de gemotiveerde betwisting van Recupal niet is onderbouwd met documenten zoals transport- of vernietigingsbewijzen. IRA heeft in het verlengde daarvan evenmin onderbouwd dat het materiaal niet mocht worden teruggezonden naar Curaçao. Aldus is Recupal de in de Overeenkomst geboden mogelijkheid ontnomen om het materiaal te (laten) testen en te analyseren.
4.6.
Het ter zitting gedane aanbod door IRA, inhoudende dat zij alsnog een onderzoek wenst te laten verrichten door [het bedrijf], wordt gepasseerd. Hoewel het aanbod aansluit bij hetgeen partijen in de Overeenkomst zijn overeengekomen, geldt dat dit aanbod eerst ter zitting is gedaan zonder dat IRA heeft toegelicht waarom dit niet eerder in de procedure kon worden aangevoerd. Dit klemt temeer nu de gestelde non-conformiteit en de noodzaak van het bedoelde onderzoek reeds bij aanvang van de procedure aan de orde was. Daar komt bij dat namens IRA ter zitting is verklaard dat onzeker is of de benodigde monsters c.q. productmonsters nog beschikbaar zijn bij [bedrijf]. Onder deze omstandigheden acht het gerecht het bewijsaanbod, naast dat dit onvoldoende is geconcretiseerd, in strijd met de goede procesorde. Dat er daarna onderhandelingen waren, doet aan het voorgaande niet af nu Recupal heeft verklaard dat dit op geen enkele wijze een erkenning van de gestelde non-conformiteit inhield en zag op een additionele lading catalyst.
Conclusie
4.7.
Nu gezien het voorgaande niet is komen vast te staan dat het materiaal niet aan de Overeenkomst beantwoordde, heeft IRA de Overeenkomst ten onrechte ontbonden. Daarmee heeft IRA onrechtmatig jegens Recupal gehandeld. De door IRA gedane aanbetaling behoeft niet te worden terugbetaald. Recupal heeft het recht op betaling van de resterende koopprijs die door haar onweersproken is gesteld op (de tegenwaarde in Cg van) USD 128.201,51. Dit leidt ertoe dat de conservatoire (derden)beslagen worden opgeheven.
4.8.
De slotsom is dat de vorderingen van IRA zullen worden afgewezen en de vorderingen van Recupal zullen worden toegewezen, met dien verstande dat er geen aanleiding bestaat om de gevorderde dwangsom toe te wijzen nu het gerecht de conservatoire (derden)beslagen zal opheffen als in het dictum vermeld. De vordering van Recupal zal in zoverre worden afgewezen.
Proceskosten
4.9.
Omdat IRA in conventie (grotendeels) in het ongelijk wordt gesteld, wordt zij veroordeeld in de proceskosten. De kosten van Recupal worden tot aan deze uitspraak begroot op Cg 4.000 aan gemachtigdensalaris.
4.10.
In reconventie wordt IRA als de (grotendeels) in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten worden aan de zijde van Recupal tot op heden begroot op ((2 punten x factor 0,5) x Cg 2.000 =) Cg 2.000.
4.11.
De gevorderde wettelijke rente en de nakosten worden toegewezen zoals hierna onder de beslissing vermeld.
Uitvoerbaar bij voorraad
4.12.
De veroordelingen in deze uitspraak gaan meteen in en kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van de partijen deze beslissing voorlegt aan het Hof.

5.De beslissing

Het gerecht:
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt IRA in de proceskosten van Recupal van Cg 4.000, te vermeerderen met Cg 250 aan nakosten zonder betekening, verhoogd met Cg 150 in geval van betekening;
5.3.
bepaalt dat de proceskosten moeten worden betaald binnen veertien dagen en dat die kosten worden verhoogd met de wettelijke rente als niet op tijd wordt betaald;
5.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
5.5.
veroordeelt IRA tot betaling aan Recupal van (de tegenwaarde in Cg van) USD 128.201,51;
5.6.
heft op de door IRA ten laste van Recupal gelegde conservatoire (derden)beslagen;
5.7.
veroordeelt IRA in de proceskosten van Recupal van Cg 2.000, te vermeerderen met Cg 250 aan nakosten zonder betekening, verhoogd met Cg 150 in geval van betekening;
5.8.
bepaalt dat de proceskosten moeten worden betaald binnen veertien dagen en dat die kosten worden verhoogd met de wettelijke rente als niet op tijd wordt betaald;
5.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.10.
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.W.J. Vinkes, rechter, bijgestaan door
mr. H. Akbuz, griffier, en in het openbaar uitgesproken.