In deze zaak, die diende voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, heeft PB Hotel Operating N.V. een kort geding aangespannen tegen gedaagde sub 1, een particulier, en Geoscars Holding N.V., een vennootschap, met betrekking tot grensoverschrijdende bebouwing op haar perceel. PB Hotel heeft het recht van erfpacht op een perceel dat grenst aan een perceel dat in erfpacht is uitgegeven aan Geoscars. De vordering van PB Hotel was gericht op het staken van de bouwwerkzaamheden door gedaagde sub 1 en het verwijderen van de reeds gebouwde constructies. Tijdens de procedure heeft PB Hotel haar vordering gewijzigd en de eis tot verwijdering laten vallen, nadat gedaagde sub 1 kort voor of na de indiening van het verzoekschrift al tot verwijdering was overgegaan.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de grensoverschrijdende bebouwing onrechtmatig was, maar dat de vorderingen van PB Hotel tegen gedaagde sub 1 niet langer relevant waren, aangezien de onrechtmatige bebouwing inmiddels was verwijderd. De vordering tegen het Land Curaçao, dat niet had opgetreden tegen de illegale bouw, werd eveneens afgewezen. Het Gerecht oordeelde dat PB Hotel niet voldoende had aangetoond dat het Land onrechtmatig handelde door niet op te treden tegen de bebouwing, die al jaren aanwezig was zonder protest van PB Hotel. Het vonnis concludeerde met de afwijzing van de resterende vorderingen van PB Hotel en de compensatie van proceskosten tussen de partijen.
Het vonnis is uitgesproken op 25 juni 2025 door mr. P.E. de Kort.